Theme 3-6 Be going to

Hello!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hello!

Slide 1 - Tekstslide

Toekomst (future):
Plannen & voorspellen

Slide 2 - Tekstslide

Today
Be going to 
Aan het einde van de les kan je:
- toekomende tijd maken met 'to be going to'.
- uitleggen wanneer je de toekomende tijd vorm gebruikt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden ook alweer?

Slide 5 - Open vraag

Welke persoonlijke voornaamwoorden horen bij welke vorm van 'to be'?
Am
Are
Is
I
You
He
She
It
We
They

Slide 6 - Sleepvraag

Wanneer gebruik je 'to be going to'?
  • als je een plan hebt voor de toekomst;
  • er een duidelijke aanwijzing is dat iets gaat gebeuren.

Slide 7 - Tekstslide

Plan voor de toekomst voorbeeld

I am going to throw spiders at children tomorrow.
Duidelijke aanwijzing dat er iets gaat gebeuren voorbeeld

Look at the clouds. It is going to rain!


Slide 8 - Tekstslide

De vorm (bevestigend)
I
am 
going to
hele werkwoord
He/she/it
is 
going to
hele werkwoord
we/you/they
are 
going to
hele werkwoord

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Jacob _______ work out at the gym.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 11 - Quizvraag

The doctor _______ give us the results.
A
am going to
B
are going to
C
will
D
is going to

Slide 12 - Quizvraag

They _______ going to help her?
A
is
B
will
C
am
D
are

Slide 13 - Quizvraag

Lisa and I _______ play outside today.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 14 - Quizvraag

Maak de zin bevestigend.
My cat _______ (eat) all the food.

Slide 15 - Open vraag

Maak de zin bevestigend.
I _______ (help) you.

Slide 16 - Open vraag

She _________ (go) to the cinema tomorrow.

Slide 17 - Open vraag

The children __________ (have) a pizza for dinner.

Slide 18 - Open vraag

Wat heb je geleerd?
  • Je kan de toekomende tijd 'to be going to' vorm gebruiken in een besvestigende zin.
  • Je weet wanneer je deze tijd moet gebruiken.

Slide 19 - Tekstslide

HOMEWORK

Check Somtoday!

Slide 20 - Tekstslide

Is er iets wat je nog niet snapt? Schrijf het op!

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Link

What are you going to do in the weekend?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

See you later!

Slide 25 - Tekstslide