theorie huid en haar 1


Huid en haar
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
kapperMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les


Huid en haar

Slide 1 - Tekstslide

In deze les:
  • - weefsels
  • - opbouw
  • - theorie
  • - lagen
  • -  groeicyclus

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- na deze les weet je wat je moet leren voor de toetsen
- na deze les weet je welke onderdelen terug kunnen komen in de toetsen
- na deze les weet je alles van de huid en het haar

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten we al van de huid en haar?

Slide 4 - Woordweb

Weefsels
Verschillende soorten weefsel:
1. Dekweefsel -> Functie: bedekt al je in en uitwendige oppervlakken.
2. Bindweefsel -> Functie: zorgt voor stevigheid en beschermt tegen ziektes en slaat vetten op.
3. Spierweefsel -> Functie: trekt samen en brengt daarmee het lichaam in beweging.
4. Zenuwweefsel -> Functie: neemt gevoel waar en geeft het door aan de hersenen.




Slide 5 - Tekstslide

Opperhuid 
Buitenste en dunste laag huid. De lagen in de opperhuid vernieuwen zich.      -> Functie: beschermen
Meerdere lagen:
- Basaalcellenlaag
- Stekelcellenlaag
- Korrellaag
- Doorschijnde laag
- Hoornlaag
 

Slide 6 - Tekstslide

Lederhuid
- Ligt onder de opperhuid.
Is opgebouwd uit bindweefsel. Bindweefsel bestaat uit:
- Collagene vezels; zorgen voor stevigheid.
- Elastine vezels; zorgen voor veerkracht.
Opgebouwd uit 2 lagen:
1. Papillenlaag
2. Netlaag


Slide 7 - Tekstslide

onderhuids bindweefsel
3e laag.
Hieronder liggen de pezen en spieren.
Bestaat voornamelijk uit vetcellen.

Slide 8 - Tekstslide

Het haar
3 functies:
Beschermende
Sociale
Esthetisch
3 fases:
Geboren, groeien, sterven.


Slide 9 - Tekstslide

De lagen van het haar
Schubbenlaag
Beschermende functie.
Deze laag bepaalt de dikte van het haar.
Gespleten punten ontstaan door slijten van de
schubbenlaag.

Slide 10 - Tekstslide

Vezellaag
Dikste en sterkste laag.
Hierin bevinden zich de zwavelbruggen,
waterstofbruggen, zoutbruggen, pepridespiralen, pigmentstoffen.

Pigmenten;
Pigmentstoffen geven kleur aan het haar. Hoe meer pigment hoe donkerder het haar. Een ander woord voor pigmentstoffen is melanine. Bij verven verander je de kleur in de vezellaag dus de melanine.


Slide 11 - Tekstslide

zwavelbruggen
Deze vormen een hechte verbinding met peptidespiralen en geven vorm aan het haar.
Chemische producten kunnen ervoor zorgen dat de zwavelbruggen breken. Als deze zijn verbroken, verweken ze. Met een stabilisatie vloeistof kun je de zwavelbruggen in een andere vorm herstellen. (permanten)


Slide 12 - Tekstslide

Zoutbruggen;
Zorgen voor verbinding met peptidespiralen. Breken als het haar nat is.
Waterstofbruggen;
Deze breken als je het haar nat maakt en herstellen wanneer deze droog worden. Nat haar is daardoor zwakker.


Slide 13 - Tekstslide

Merg

  • Binnenste laag.
  • Bevat geen kleurstof of pigment.

Slide 14 - Tekstslide

Drie soorten haar:

1. Lanugo haar
Eerste haar, valt uit voor de geboorte. Geen merg of pigment.
2. Vellushaar
Vervanger van lanugo haar. Geen merg of pigment. (gezichtshaar)
3. Terminaal haar
Vervanger van vellushaar. Bevat merg en pigment. (lichaamshaar ect)



Slide 15 - Tekstslide

groeicyclus 
Groeifase
- De groeifase duurt twee tot zeven jaar.
- Tijdens de groeifase geven de bloedvaatjes voedingsstoffen aan het haar.
- Hierdoor gaan de haarcellen zich delen en komen er nieuwe haren.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

overgangsfase
- Duurt 2 tot 4 weken.
 - In deze periode sluit het haarzakje.
- De haar wordt hierdoor omhoog geduwd maar zit wel nog in de huid.

Slide 18 - Tekstslide

Rustfase
- Ookwel de uitvalsfase.
- Duurt twee tot 4 maanden.
- Oude haar blijft in het haar zakje totdat de nieuwe haar deze eruit duwt.
- Cyclus begint opnieuw.

Slide 19 - Tekstslide

hoeveel cm groeit een haar per maand?
A
1cm
B
1,5 cm
C
4cm
D
0,5 cm

Slide 20 - Quizvraag

Diagnose
Technische aspecten:
Dikte
Haarvorm
Haarlengte
Haardichtheid
Groeirichting
Krulsterkte
Textuur
Haarkleur
Gezichtskenmerken

Slide 21 - Tekstslide

Haardikte


- Fijn haar 0,4 mm of dunner
- Normale dikte 0,05 – 0,07 mm
- Dik haar 0,08 of meer
- Te meten door: haarmicrometer.


Slide 22 - Tekstslide

Haarvorm
1. Rond haar
2. Ovaal haar
3. Plat haar

Slide 23 - Tekstslide

Waarom is dit belangrijk om te weten?
A
voor de kleur te bepalen
B
voor het aantal verf en permanent vloeistof te bepalen
C
is niet belangrijk

Slide 24 - Quizvraag

haarlengte
Kort haar tot 10 cm
 
Half langhaar 10-25 cm

Lang haar vanaf 25 cm

Slide 25 - Tekstslide

Krulsterkte

Slide 26 - Tekstslide

wat zou de haardichtheid zijn?
A
aantal haren
B
aantal haren die uitvallen
C
aantal haren per vierkante cm

Slide 27 - Quizvraag

Gezichtsvormen
Rond
Ovaal
Vierkant
Driehoekig
Hartvormig
Langwerpig

Slide 28 - Tekstslide

Aandoeningen 
Er zijn veel verschillende haar en huid ziektes die de hoofdhuid aantasten.
Bij sommige ziektes mag je de behandeling NIET uitvoeren, 
dat heet een contra- indicatie.


Als je het haar WEL mag uitvoeren heet dit een pro-indicatie.

Slide 29 - Tekstslide

Is het een aandoening van buitenaf, heet het exogene factoren.
Bijvoorbeeld: weersinvloeden, teveel kammen.

Is het een aandoening van binnenuit, heet het endogene factoren.
Bijvoorbeeld: verandering van hormonen, ongesteld, gezondheid, veroudering, stress.

Slide 30 - Tekstslide

Wassen
Shampoo
Vet haar = remt de talgklierproductie
Droog haar = stimuleert talgproductie
Droog en vette roos = dood schimmels

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

technieken
Oppervlakkige wastechniek
-Lichte druk
-Reinigt het haar
-Bij klanten met een vette hoofdhuid
Normale wastechniek
-Gemiddelde druk
-Reinigt het haar en stimuleert de hoofdhuid
-Bij klanten met een normale hoofdhuid


Slide 33 - Tekstslide

Diepte wastechniek
- Flinke druk
-Reinigt het haar en stimuleert de talgproductie
- Bij klanten met een droge hoofdhuid

Slide 34 - Tekstslide

Kneedmassage (petrissage) -> droge huid, slechte doorbloeding, verslapte en verkrampte spieren
Wrijfmassage (frictie) -> slechte doorbloeding
Strijkmassage (effleurage) -> huid kalmeren
Klopmassage (tapotement) -> gespannen hoofdhuid
Trilmassage (vibratie) -> alle haartypes

Slide 35 - Tekstslide

Wat is een gespannen hoofdhuid?
A
een hoofdhuid waar veel stress is
B
een strakke hoofdhuid
C
een vette hoofdhuid
D
een droge hoofdhuid

Slide 36 - Quizvraag

Leerdoelen
- na deze les weet je wat je moet leren voor de toetsen
- na deze les weet je welke onderdelen terug kunnen komen in de toetsen
- na deze les weet je alles van de huid en het haar

Slide 37 - Tekstslide

volgende week
- Beginnen met blijvend en tijdelijk omvormen;
- kleine toets over huid en haar.

Slide 38 - Tekstslide