Debatteren

Debatteren in de klas
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Debatteren in de klas

Slide 1 - Tekstslide

Waarom debatteren?
  • Ontwikkel een mening.
  • Leer je mening goed te beargumenteren.
  • Luister kritisch naar een ander.
  • Probeer anderen te overtuigen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Het ballondebat
Neem een bekende Nederlander in gedachten.
(Marco Borsato, Geert Wilders, Koning Willem Alexander, Maxima, Zanger Rinus, Gordon, Patrick Kluivert, Arjen Robben, etc.)

Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! Om snel op te stijgen moeten twee BN’ers overboord worden gegooid.

Slide 4 - Tekstslide

Ronde 1
Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten. Waarom is hij of zij onmisbaar.

Slide 5 - Tekstslide

Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! 

Slide 6 - Tekstslide

Het lagerhuisdebat
  • Een van de bekendste debatvorm.
  • Twee groepen tegenover elkaar.
  • Er is 1 debatleider.
  • Wanneer je iets wil zeggen sta je op.
  • De debatleider bepaalt wie mag spreken.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld (
Gewelddadige games moeten verboden worden.

    Slide 8 - Tekstslide

    Slide 9 - Video

    Stellingen
    • Ouders moeten zelf betalen voor schoolboeken
    • Nederland moet de doodstraf herinvoeren
    • Dierentuinen moeten verboden worden.

    Slide 10 - Tekstslide

    Stellingen
    • Het schooluniform moet weer worden ingevoerd.
    • Ik wil later werk waar ik veel geld bij verdien.
    • Ik wil na de middelbare school meteen werken.

    Slide 11 - Tekstslide

    Debatteren
    • Maximaal 10 minuten per stelling.
    • Sta op wanneer je iets wilt zeggen.
    • De debatleider bepaalt wie er spreekt.

    Slide 12 - Tekstslide

    Hoe vond je het gaan?

    Slide 13 - Woordweb