4G unit 3 Writing + unit 4 Reading AllRight Max

Ik heb al geleerd voor de toets.
Ja!
Nee
Huh? Welke toets?
1 / 20
volgende
Slide 1: Poll
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ik heb al geleerd voor de toets.
Ja!
Nee
Huh? Welke toets?

Slide 1 - Poll

Wat zijn 'false friends'?

Slide 2 - Woordweb

Waarvoor kun je linking words gebruiken?

Slide 3 - Woordweb

False Friends
Je hebt een recept nodig voor je medicatie.
You need a prescription for your medication.

False friends: Recept + Receipt 
Prescription = recept
Receipt = bonnetje

Slide 4 - Tekstslide

His uncle works in a ..........
A
Factory
B
Fabric
C
Building

Slide 5 - Quizvraag

Don't talk back like that. People will think you're...
A
Angry
B
Brutal
C
Cheeky

Slide 6 - Quizvraag

My dog is so .............. He really is a good boy.
A
Brave
B
Well-behaved
C
Good

Slide 7 - Quizvraag

Don't listen to James. He is a ..........
A
Rare bird
B
Strange fellow
C
Funny guy

Slide 8 - Quizvraag

The tsunami was a ............. to our country.
A
Disaster
B
Hazzard
C
Ramp

Slide 9 - Quizvraag

Waarvoor gebruik je linking words?

Slide 10 - Open vraag

They were late, ............. they missed the bus.
A
as well as
B
because
C
also
D
although

Slide 11 - Quizvraag

Please bring your own ball. ............ don't forget your helmet.
A
because
B
secondly
C
for example
D
also

Slide 12 - Quizvraag

I really enjoy drawing, ............ I'm not very good at it.
A
although
B
as a result
C
just like
D
for instance

Slide 13 - Quizvraag

Welk linking word gebruik je om een overeenkomst aan te geven?
A
on top of this
B
such as
C
likewise
D
besides

Slide 14 - Quizvraag

Welk linking word gebruik je om een overeenkomst aan te geven?
A
similarly
B
in addition
C
also
D
to illustrate

Slide 15 - Quizvraag

Welk linking word gebruik je om een tegenstelling aan te geven?
A
besides
B
such as
C
consequently
D
on the contrary

Slide 16 - Quizvraag

Welk linking word gebruik je om een gevolg aan te geven?
A
so
B
such as
C
even so
D
yet

Slide 17 - Quizvraag

Welk linking word gebruik je om een volgorde aan te geven?
A
while
B
not only
C
just like
D
namely

Slide 18 - Quizvraag

Welk linking word gebruik je om een volgorde aan te geven?
A
moreover
B
lastly
C
for instance
D
instead

Slide 19 - Quizvraag

The End
Study for the test!

Test Jezelf or Quizlet



Slide 20 - Tekstslide