les 3 14 mei - écouter

Quel temps fait-il aujourd'hui?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Quel temps fait-il aujourd'hui?

Slide 1 - Tekstslide



La météo

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.
Il fait mauvais
Il fait chaud
Il fait froid
Il fait 22 degrés

il fait beau

Slide 4 - Sleepvraag

La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.
Il neige
Il y a du soleil
Il pleut
Il fait -5 degrés

Il y a du vent


Slide 5 - Sleepvraag

Quel temps fait il?
A
Il fait chaud
B
Il fait beau
C
Il fait froid
D
Il y a du vent

Slide 6 - Quizvraag

Quel temps fait-il?
A
Il fait mauvais
B
Il pleut
C
Il grêle
D
Il fait beau

Slide 7 - Quizvraag

Quel temps fait-il?

Slide 8 - Open vraag

Quel temps fait-il?

Slide 9 - Open vraag

Quel temps fait il?

Slide 10 - Open vraag

  • nakijken lire
  • woorden leren en blooket
  • écrire - les moyens de transport
  • écouter
  • lire et parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik vertellen wat voor weer het is
  • kan ik vertellen met welk vervoersmiddel ik reis
  • heb ik geoefend met luisteren

Slide 11 - Tekstslide

Nakijken
blz 11 en 12




Slide 12 - Tekstslide

Apprendre 1 en 2
blz 34 Frans - Nederlands

Daarna boeken dicht en blooket
2 mavo unité 4 apprendre 1 en 2
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Les moyens de transport
Écrire - exercice 25 - page 30

Slide 14 - Tekstslide

Hoe gebruik je het? 
Ik ga met de bus 
Ik ga met de auto 

Ik ga te voet 
Ik ga
op de fiets 
Ik ga op de moto 

Slide 15 - Tekstslide

Maak de zinnen af - toetsweek
Je krijgt een aantal zinnen - je vult het goede woord in


TIP: lees de zin eerst. Vind je een woord dat te maken heeft met een vervoersmiddel?
par exemple: la gare, l'aeroport, des bouchons

Slide 16 - Tekstslide

Écouter
Exercice 9

Doornemen vocabulaire blz 35
10, 12, 13

Slide 17 - Tekstslide

Les devoirs
Leren:
- les moyens de transport - blz 25 (NL-FR, goed kunnen schrijven)
- apprendre 4 FR-NL blz 35

Slide 18 - Tekstslide