Chapitre 1 ABCD + les nombres de 0 à 20

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Aan het einde van de les

- ken je de grammatica rondom het lidwoord 

- ken je de getallen van 0 t/m 20 

- heb je geoefend met vocabulaire A en B

- heb je geoefend met de zinnen van C

Het lidwoord in het Frans

Wat is een lidwoord?

Welke lidwoorden hebben we in het Nederlands?

Welke lidwoorden hebben we in het Frans?

... even samenvatten:

Een lidwoord is in het Nederlands:

1. de
2. het
3. een
4. voor

Lidwoorden staan voor...

1. meewerkend voorwerp
2. bijvoeglijke naamwoorden
3. lijdend voorwerp
4. zelfstandige naamwoorden

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een vrouwelijk woord?

1. le/un
2. la/une
3. les

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een mannelijk woord?

1. le/un
2. la/une
3. les

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een woord in het meervoud?

1. le/un
2. la/une
3. les

Vervang le/la in de eerste zin door un/une:

Voila le chien de mon grand-père.
C'est ______ chien adorable.

1. un
2. une

Vervang le/la in de eerste zin door un/une:

Il aime la mer.
C'est _____ mer dangereuse.

1. un
2. une

Vervang le/la door un/une:

Regarde le garçon.
C'est _____ garçon sympa.

1. un
2. une

Vertaal de lidwoorden (toets)

1) C'est (een) __________ tente. 

2) Tu as (een) __________ soeur? 

3) Non, j'ai (een) __________ frère. 

4) (De/Het) __________ chiens s'appellent Jut en Juul.

5) C'est (de/het) __________ piscinede Peter.

--> overleg wat de antwoorden zijn, op de volgende dia laat ik de antwoorden zien

Vertaal de lidwoorden (toets)

1) C'est (een) une tente.

2) Tu as (een) une soeur? 

3) Non, j'ai (een) un frère. 

4) (De/Het) Les chiens s'appellent Jut en Juul.

5) C'est (de/het) la piscinede Peter.

--> zijn er antwoorden onduidelijk of apart?

Vocabulaire A + B

Vertaal:
ik woon

1. je m'appelle
2. j'habite
3. j'aime

Vertaal:
de kat

1. le poissoin
2. le chien
3. le chat
4. la piscine

Vertaal:
petit

1. groot
2. klein

Vertaal:
pourquoi

1. waarom
2. ook
3. dus
4. goed

Vertaal: salut

Vertaal: attention

Vertaal:
on reste

Vertaal:
le garçon

Vertaal: er is, er zijn

Vertaal: de dag

Vertaal:
de vakantie

Vertaal:
maar

Les nombres de 0 à 20

Combinez les chiffres

six

neuf

trois

cinq

zéro

huit

quatre

sept

un

deux

dix

0

1

2

4

3

5

6

7

8

9

10

Combinez les chiffres

dix-sept

vingt

quatorze

seize

onze

dix-neuf

quinze

dix-huit

douze

treize

11

12

13

15

14

16

17

18

19

20

Phrases-clés D

Beantwoord de vraag in het Frans. Begin je zin met een hoofdletter en eindig met een punt!

Je m'appelle Anna. Et toi?

Vertaal de zin in het Frans. Begin je zin met een hoofdletter en eindig met een punt of vraagteken.

Het gaat goed.

Beantwoord de vraag in het Frans. Begin je zin met een hoofdletter en eindig met een punt!

J'habite à Bunde.

Vertaal de zin in het Frans. Begin je zin met een hoofdletter en eindig met een punt of vraagteken.

C'est quoi?

Op de toets...

Beantwoord de vraag in het Frans:

- Bonjour, ça va? 

- Comment tu t'appelles? 

- Tu habites où? 

--> op welke verschillende manieren kun je de laatste vraag beantwoorden?