Alvleesklier

De spijsvertering - alvleesklier
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

De spijsvertering - alvleesklier

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les heb je kennis en inzicht in:
Anatomie van het spijsverteringsstelsel 

Anatomie en fysiologie van de alvleesklier


Aandoeningen aan de alvleesklier: symptomen, diagnostiek, behandeling en oorzaken.









Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Achter in de bovenbuik, voor een deel achter de maag en de twaalfvingerige darm

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alvleesklier
Opgebouwd 
uit 
lobben met elk 
hun eigen 
afvoergang - 
komen uit in 
de 
alvleesklierbuis

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies alvleesklier
Eiwitsplitsers: onwerkzame stof trypsinogeen wordt in de dunne darm door enterokinase omgezet in actief trypsine, splitst grotere eiwitten
Vetsplitsers enzym lipase splitst triglycine in glycerol en vetzuren;
Amylase zet zetmeel om in kleinere suikers;
Natriumbicarbonaat neutraliseert en ontzuurt de zure voedselbrij die uit de maag komt

De enzymen worden in de darmholte pas geactiveerd

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke verteringssappen zitten enzymen voor de vertering van vetten?
A
speeksel, alvleeskliersap en darmsap
B
maagsap, alvleeskliersap en darmsap
C
alvleeskliersap en darmsap
D
alvleeskliersap

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent pancreatitis?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Acute Pancreatitis: Pathologie
  • Kortdurende of tijdelijke ontsteking van de alvleesklier ( autolyse pancreas)
  • Enzymen van de alvleeskliersappen worden bij een ontseking al actief in de alvleesklier
  • Gevolg is dat alvleesklier nog meer schade lijdt.
  • Oedemateuse of necrotische vorm

Slide 15 - Tekstslide

Oedemateuse vorm gunstig verloop
Necrotisch weefselversterf ernstig verloop en komt minder vaak voor.
Autolyse is afbreken eigen weefsel

Slide 16 - Tekstslide

Gal en alvleeskliersappen komen beide via de papil van vaten de darmen binnen. Als hier galstenen voorkomen dan belemmert dit de afgifte van alvleeskliersappen en kan er een ontseking ontstaan

Slide 17 - Tekstslide

Pancreas heeft reservecapaciteit en daardoor nog geen verteringsproblemen
Spijsverteringsklachten treden op bij chronische ontstekingen

 

Complicaties bij acute pancreatitis

Ileus
Geelzucht door afsluitingen
Nierbeschadigingen
Chronische pancreatitis

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegkundige zorg
Zeer ernstige situatie ( IC verpleging)
Goede pijnbestrijding ( hevige pijn)
Bewaken van vitale functies
Controle: opgezette buik-braken ( ileus)
icterus --> geelzucht
Sondevoeding
CAD

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de meest voorkomende oorzaak van acute pancreatitis?
A
Idiopathisch
B
Galstenen
C
Medicijnen
D
Alcohol

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Als de alvleesklierontsteking gecompliceerd wordt door necrose of abcesvorming, zal antibiotica gestart worden. Daarbij kan het noodzakelijk zijn dat een abces of necrose gedraineerd of zelfs operatief uitgeruimd moet worden. Antibiotica wordt pas laat ingezet, omdat de alvleesklierontsteking begint als een steriele ontsteking.

Slide 23 - Tekstslide

Soms is oorzaak onbekend
Hoeveel patiënten met acute pancreatitis krijgen chronische pancreatitis binnen 5 jaar?
A
1%
B
6%
C
8%
D
15%

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Bij vetdiarree ook verlies vitaminen. ( vetten worden niet goed verteerd door ontbreken lipase. Voor opname van vitaminen is vet nodig)
Waardoor wordt chronische pancreatitis veroorzaakt?
A
Dit is genetisch bepaald.
B
Alcohol
C
Door afwijkingen in de bouw van de alvleesklier
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Feces onderzoek: Onderzoek naar hoeveelheid vetten in de ontlasting

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ERCP

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Röntgen, echo en MRI zijn voorbeelden van
A
functieonderzoek
B
PA-onderzoek
C
Beeldvormend onderzoek
D
Scopie

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pancreascarcinoom
Risicofactoren:
  • Overgewicht of obesitas
  • Roken
  • Chronische pancreatitis
  • Erfelijkheid (5-10%) 

Levensverwachting: 5 jaar na de diagnose alvleesklierkanker is gemiddeld nog 5% van de patiënten in leven...

Slide 38 - Tekstslide

Pas heel laat symptomen, dus als de tumor al groot gegroeid is.
Vaak zijn er ook maar hele vage klachten:
  • Zeurende pijn in buik en/of rug
  • Verstoord ontlastingspatroon
  • Gewichtsverlies
  • Geelzucht (icterus)
Pancreascarcinoom
Pas heel laat symptomen, dus als de tumor al groot gegroeid is.
Vaak zijn er ook maar hele vage klachten:
  • Zeurende pijn in buik en/of rug
  • Verstoord ontlastingspatroon, met ontkleurde en vette ontlasting
  • Verlies van eetlust, gewichtsverlies
  • Geelzucht (icterus)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnose pancreascarcinoom
Bloedonderzoek
  •     bloedsuiker-leverfuncties
Overige onderzoeken
  •     Bv:
  •     CT scan-ERCP ( kijkoperatie galwegen) met weefselpunctie en PA onderzoek
  •     Laparoscopie


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling pancreascarcinoom
Operatief bv.
  • kop alvleeskier verwijderen
  • kop lichaam verwijderen
  • Totale pancreatectomie
Bestraling
Chemokluur
Stentplaatsing
Pijnbestrijding


Slide 41 - Tekstslide

 stentplaatsing kan bijvoorbeeld uitkomst geven als de afvoer van de alvleesklier verstopt is geraakt door de tumor
Pijn: Door de groei van de tumor kan druk ontstaan op andere organen. Als de kanker uitbreidt, neemt de pijn toe
Operatie
De chirurg verwijdert de kop van de alvleesklier, het eerste deel van de dunne darm (duodenum), de galblaas, een deel van de galweg en de lymfeklieren rondom de alvleesklier. De chirurg verwijdert deze organen omdat ze tegen de alvleesklier aan zitten en de kans groot is dat hier uitzaaiingen in zitten

Slide 42 - Tekstslide

Afbeelding: Bij een klassieke Whipple-operatie verwijdert de chirurg de maagsluitspier en het laatste deel van de maag. Verder gebeurt er hetzelfde als bij een PPPD-operatie: (Pylorus Preserving Pancreato Duodenectomie)-operatie. Bij deze operatie verwijdert de chirurg de kop van de alvleesklier, het eerste deel van de dunne darm (duodenum), de galblaas, een deel van de galweg en de lymfeklieren rondom de alvleesklier.
Vpk zorg
Vitale functies (naadlekkage, infectie)
Voeding, sondevoeding of TPV via centrale lijn
Trombose preventie
Wondcontrole
Insuline en supletie enzymen
Drains
Zuurstoftoediening
Psychische zorg
Nazorg regelen, Leefstijladviezen

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies