Spelling: Homofone werkwoorden

Homofone werkwoorden
Sommige werkwoorden hebben vormen die hetzelfde klinken, maar anders geschreven worden: vind – vindt; gebeurd – gebeurt; kosten – kostten; verraadden – verraden; verwoeste – verwoestte.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Homofone werkwoorden
Sommige werkwoorden hebben vormen die hetzelfde klinken, maar anders geschreven worden: vind – vindt; gebeurd – gebeurt; kosten – kostten; verraadden – verraden; verwoeste – verwoestte.

Slide 1 - Tekstslide

Theorie blz. 32
-onderzoek doen
-lijst met vragen 
-korte inleiding met uitleg
-afsluiting met dankwoord
-betrouwbaar

Slide 2 - Tekstslide

Geronimo weet nog niet wanneer hij zijn hbo-opleiding civiele techniek ....
A
afront
B
afrond
C
afrondt
D
afgerond

Slide 3 - Quizvraag

Geronimo weet nog niet wanneer hij zijn hbo-opleiding civiele techniek afrondt.
Wat is het onderwerp bij de pv afrondt?
A
Geronimo
B
weet
C
hij
D
civiele techniek

Slide 4 - Quizvraag

Ons bestuur heeft op ons verzoek alle leden en oud-leden geraadpleeg
A
d
B
t
C
dt

Slide 5 - Quizvraag

‘Geraadpleegd’ kan niet van tijd veranderen. Als je de regel van ’t exkofschip’ toepast, moet je er goed op letten dat je uitgaat van de laatste letter van de stam van het hele werkwoord (raadplegen; de stam eindigt op een ‘g’ en die staat niet in ’t exkofschip’). Dan schrijf je een ‘d’.

Slide 6 - Tekstslide

Het is nu nog niet beken_ of hij vandaag aanwezig zal zijn.
A
d
B
t
C
dt

Slide 7 - Quizvraag

‘Bekend’ kan niet van tijd veranderen. Als je de regel van ’t exkofschip’ toepast, moet je er goed op letten dat je uitgaat van de laatste letter van de stam van het hele werkwoord (bekennen; de stam eindigt op een ‘n’ en die staat niet in ’t exkofschip’). Dan schrijf je een ‘d’.

Slide 8 - Tekstslide

“De aan die discussie beste_ tijd voelde gisteren als verloren tijd”, zei Ceylan.
A
bestede
B
besteden
C
besteedde

Slide 9 - Quizvraag

Wij hadden een offerte aangevraagd voor ons te verbre_ tuinpad.
A
verbrede
B
verbreden
C
verbreedde

Slide 10 - Quizvraag

Onze computers, die indertijd minder dan duizend euro per stuk kos_en, gaan wij nu toch vervangen.
A
t
B
tt

Slide 11 - Quizvraag

Toen wij onze wensen bij een aantal leveranciers onder de aandacht brach_en, werden wij direct gebeld voor een afspraak.
A
t
B
tt

Slide 12 - Quizvraag

‘Brachten’ is een sterk werkwoord (klankveranderend werkwoord). Brengen – brachten – gebracht. Geen extra ‘t’.

Slide 13 - Tekstslide

Die commissie bestudeer_ nog op welke wijze noodlijdende Europese bedrijven met publiek geld moeten worden geholpen.
A
d
B
t
C
dt

Slide 14 - Quizvraag

‘Bestudeert’ is een persoonsvorm. Dit kun je goed horen als je ‘bestudeert’ vervangt door een werkwoord als ‘bekijkt’ of ‘smurft’. In de tegenwoordige tijd schrijf je in dit geval de ik-vorm + t.

Slide 15 - Tekstslide

In Zwitserland von_ gisteren een ernstig ongeluk met een lift plaats.
A
d
B
t
C
dt

Slide 16 - Quizvraag

Op Pinkpop kreeg een voor mij totaal onbekende rapper een platina plaat overhandig_ door zijn tweelingbroer.
A
d
B
t
C
dt

Slide 17 - Quizvraag

Wie onderhou_ je tuin als je met vakantie bent?
A
d
B
t
C
dt

Slide 18 - Quizvraag

Je kunt ‘je’ in deze zin niet vervangen door ‘jij’, maar wel door ‘jouw’ (jouw tuin). Het onderwerp van de zin is ‘wie’. Het lijdend voorwerp is ‘je tuin’.

Slide 19 - Tekstslide

Omdat wij die belangrijke brief te laat pos_en, werd hij helaas te laat bezorgd.
A
t
B
tt

Slide 20 - Quizvraag

Gisteren wilden wij ons bij de receptie mel_en, maar toen wij aankwamen, was er niemand meer aanwezig.
A
melden
B
meldden

Slide 21 - Quizvraag

‘Melden’ kun je in deze zin niet van tijd veranderen. Dit kun je goed horen als je ‘melden’ vervangt door een woord als ‘opgeven’ of ‘aangeven’. Je schrijft hier het hele werkwoord (de infinitief).

Slide 22 - Tekstslide

Hij was er behoorlijk verbaas_ over dat wij ons niet voor die bijeenkomst hadden aangemeld.
A
d
B
t
C
dt

Slide 23 - Quizvraag

Het zou fijn zijn als je vanavond niet steeds over je hobby’s uitwei_.
A
d
B
t
C
dt

Slide 24 - Quizvraag

Ik kan alleen met je mee naar die vergadering als het niet te laat wor_.
A
d
B
t
C
dt

Slide 25 - Quizvraag

Ik kreeg het formulier niet verstuurd, doordat ik niet alle verplich_e velden had ingevuld.
A
t
B
tt

Slide 26 - Quizvraag

‘Verplichte’ is geen persoonsvorm, maar een bijvoeglijk naamwoord. Als je de zin van tijd verandert, hoor je dat ‘verplichte’ niet kan veranderen.
Als je ‘verplichte’ door bijvoorbeeld ‘belangrijke’ vervangt, zie je ook dat het een bijvoeglijk naamwoord is.
Bijvoeglijke naamwoorden schrijf je zo kort mogelijk; dus met één ‘d’.

Slide 27 - Tekstslide