De peuter- Powerpoint

HOOFDSTUK 5: DE PEUTER
DE PEUTER
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
PsychologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 5: DE PEUTER
DE PEUTER

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

1. Fysieke ontwikkeling
1.1 Groeiende zelfredzaamheid
  • Groeien snel, maar niet meer zo snel als baby
  • Leren veel nieuwe dingen 
  • 3 jaar: gemiddeld 1 meter groot  
  • Tijdens babyfase is de basis gelegd voor de fijne en grove motoriek. (Een jonge peuter kan stappen en zijn handjes gebruiken om alles vast te nemen.)






 


Slide 3 - Tekstslide

1. Fysieke ontwikkeling
1.1 Groeiende zelfredzaamheid
  • Lees het artikel: https://www.24baby.nl/peuter/ontwikkeling/motorische-ontwikkeling-peuter/ 
  • Beantwoord de vragen op je werkblad. 






 


Slide 4 - Tekstslide

1. De fysieke ontwikkeling
1.1 Groeiende zelfredzaamheid
1.1.2 Fijne motoriek
  • met lepel eten
  • blokken stapelen 
  • stukken in een puzzelplank passen
  • bladzijde van een boekje omslaan.   
 

Slide 5 - Tekstslide

1. De fysieke ontwikkeling
1.1 Groeiende zelfredzaamheid
1.1.3 Grove motoriek
  • Lopen.
  • Op de trap kruipen.
  • Met loopfiets rijden.
  • Rennen.
  • Tegen een bal schoppen.
  • Over hindernissen klimmen.
  • Achteruit lopen
  • Voorwerpen dragen, trekken en duwen

Slide 6 - Tekstslide

1. De fysieke ontwikkeling
1.1 Groeiende zelfredzaamheid
Welke invloed kan het 'leren stappen' hebben op de andere ontwikkelingsgebieden van het kind?

Slide 7 - Tekstslide

1. De fysieke ontwikkeling
1.1 Groeiende zelfredzaamheid
Welke invloed kan het 'leren stappen' hebben op de andere ontwikkelingsgebieden van het kind?

1.1.4 Cognitieve ontwikkeling
Het kind kan:
  • Op verkenning gaan.
  • Vanuit verschillende hoeken voorwerpen en ruimtes bekijken.
  • De wereld wordt groter en overzichtelijker.
  • Zich oriënteren in de ruimte.

Slide 8 - Tekstslide

1. De fysieke ontwikkeling
1.1 Groeiende zelfredzaamheid
Welke invloed kan het 'leren stappen' hebben op de andere ontwikkelingsgebieden van het kind?

1.1.5 Socio - emotionele ontwikkeling
  • Het kind voelt zich zelfstandiger.
  • De relatie met ouders wordt anders nu het zelf van ouders kan weggaan en ernaartoe   gaan.

Slide 9 - Tekstslide

1. De fysieke ontwikkeling
1.1 Groeiende zelfredzaamheid

BESLUIT:
De peuter gebruikt al deze nieuwe vaardigheden om meer en meer zelf te doen:
  • Zelf stappen.
  • Zelf eten.
  • Zelf kleren aandoen.

                                               DE ZELFREDZAAMHEID VERHOOGT.

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van nieuwe mogelijkheden op het vlak van fijne motoriek? (B)
A
lopen
B
blokken stapelen
C
Tegen een bal schoppen.
D
rennen

Slide 11 - Quizvraag

Wat bevordert de ontwikkeling van hand-oogcoördinatie? (A)
A
Met een lepel eten.
B
Rennen
C
Op de tenen lopen.
D
Voorwerpen dragen.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe beïnvloedt het leren stappen de cognitieve ontwikkeling bij peuters? (B)
A
Het beperkt hun vermogen om de ruimte te verkennen.
B
Het vergroot hun vermogen om voorwerpen van verschillende hoeken te bekijken.
C
Het heeft geen invloed op de cognitieve ontwikkeling.
D
Het verkleint hun wereldbeeld.

Slide 13 - Quizvraag

GROVE MOTORIEK
FIJNE MOTORIEK
LOPEN
ETEN MET EEN VORK.
KLEUREN
KLIMREK KLIMMEN
TEKENEN
VOORWERPEN DRAGEN.
MET EEN LOOPFIETS RIJDEN.
PUZZELEN MET EEN PUZZELPLANK

Slide 14 - Sleepvraag

GROVE MOTORIEK
  • Op een klimrek klimmen.
  • Met een loopfiets rijden.
  • Voorwerpen dragen.
  • Lopen


FIJNE MOTORIEK
  • Tekenen
  • Kleuren
  • Puzzelen met puzzelplank.
  • Eten met een vork.

Slide 15 - Tekstslide

1. De fysieke ontwikkeling
1.2 Zindelijkheid
Wat betekent zindelijkheid? 


- lees het artikel op p. 74 in je boek en beantwoord de vraagjes. 
- Download de plaspoort via Smartschool. 


    Slide 16 - Tekstslide

    1. De fysieke ontwikkeling
    1.2 Zindelijkheid
    --> Werkboek 

      Slide 17 - Tekstslide

      Waarom worden peuters zindelijk?

      Slide 18 - Open vraag

      Slide 19 - Tekstslide

      2. Cognitieve ontwikkeling

      - Overgang van de sensomotorische naar preoperationele fase rond de leeftijd van 2 jaar. 
      - De taak van preoperationele fase = de ontwikkeling van actieve taalgebruik.

      2.1 De taalontwikkeling
      1 tot 1,5 jaar gebruik van de eerste woordjes.
         - Een combinatie van klanken.
         - Eerste woordjes = herhaalde lettergrepen, zoals "mama," "papa,".
         - Eén woord voor een volledige zin.

      1,5 tot 2 jaar gebruik van een uitbreiding van de woordenschat.
         - Enkele honderden woorden.
         - "Wat"-vragen stellen.
         - Tweewoordenzinnen gebruiken.
         - Groei zelfbewustzijn van het kind: "ik", "mijn", "niet", "nog",... 

      Slide 20 - Tekstslide

      2. Cognitieve ontwikkeling
      2.1 De taalontwikkeling

      - 2 tot 2,5 jaar: Meerwoordzinnen
        - Zinnen van drie of meer woorden.
        - Zinnen zijn vaak grammaticaal onjuist, maar dit is een natuurlijk onderdeel van de   taalontwikkeling.
      "ooh beetje morst stoute Basje" 
      "nee, niet karretje, stoel!" 
      "Kijk Miel korreltjes geeft konijntjes". 
      --> NIET NODIG OM TELKENS TE VERBETEREN!
        

      Slide 21 - Tekstslide

      2. Cognitieve ontwikkeling
      2.1 De taalontwikkeling

      - 3 à 4 jaar: vloeiende taalvaardigheid
         - Bijna foutloos praten.

      Opmerkingen
           - Aanmoedigen van taalontwikkeling zonder te veel te corrigeren om angst voor fouten te voorkomen.
           - Actieve betrokkenheid van volwassenen bij de taalontwikkeling van het kind.
           - Een kind rond 3 à 4 jaar zou bijna foutloos moeten praten.

      Slide 22 - Tekstslide

      Hoe kunnen we de taalontwikkeling van de peuter stimuleren?

      Slide 23 - Open vraag

      2. Cognitieve ontwikkeling
      2.2 Voorlezen voor peuters

      Neem eens allemaal de boekjes die je mee hebt genomen. 
      Zorg dat je per twee à drie personen een boekje hebt om te lezen. 


      Slide 24 - Tekstslide

      Wat valt je op als je naar de boekjes kijkt?

      Slide 25 - Open vraag

      Hoe zien de tekeningen eruit?

      Slide 26 - Open vraag

      Slide 27 - Tekstslide