5.4 Europese Unie

5.4 Europese Unie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.4 Europese Unie

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-terugblik
-uitleg 5.4
-check
-afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt
D
Een oorlog in de winter.

Slide 3 - Quizvraag

Wie zijn de grootmachten ná de Tweede Wereldoorlog?
A
Engeland, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
B
Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten, Sovjet-Unie
D
Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie

Slide 4 - Quizvraag

Wat was voor de Verenigde Staten een belangrijke reden om met het Marshallplan te komen?

De Verenigde Staten wilden daarmee
A
de aantrekkingskracht van communistische partijen in West-Europa verkleinen.
B
de economische tegenstelling tussen Oost- en West-Europa verkleinen.
C
de waarde van de euro en de dollar met elkaar in evenwicht brengen.
D
een vergaande politieke samenwerking van West- en Oost-Europa bereiken.

Slide 5 - Quizvraag


Naar aanleiding van welke gebeurtenis werd het Warschaupact in 1955 opgericht?
A
de aanleg van het IJzeren Gordijn dwars door Europa
B
de bouw van een muur tussen Oost- en West-Berlijn
C
de stichting van de DDR door de communisten
D
de toetreding van de BRD tot de NAVO

Slide 6 - Quizvraag

De val van de Berlijnse Muur was in
A
1987
B
1988
C
1989
D
1990

Slide 7 - Quizvraag

leerdoel
aan het eind van deze les:
  • weet je wat de EGKS, EEG & EU inhoudt
  • weet je waarom het voor lidstaten voordelig is om in de EU te zitten 
  • je weet hoe de EU wordt bestuurd

Slide 8 - Tekstslide

Europa was verwoest

Slide 9 - Tekstslide

Samenwerking begint: de Benelux
  • Gemeenschappelijke markt
  • Integratie

Slide 10 - Tekstslide

EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal): een groot succes! (1952)

Slide 11 - Tekstslide

De landen gaan een stapje verder: de EEG (Europese Economische Gemeenschap)

Slide 12 - Tekstslide

EGKS
  • onderling geen invoerrechten en hanteren van gezamenlijke invoertarieven
  • de kolen- en staalindustrie werd onder een gemeenschappelijk bestuur gesteld. 
De EGKS is dus een economische samenwerking.
EEG
  • Een gemeenschappelijke markt, waar iedereen zich moest houden aan dezelfde wetten en regels.
  • Dagelijks bestuur (Europese Commissie)
  • Rechtbank (Hof van justitie)
De EEG is dus een economische en politieke samenwerking.

Slide 13 - Tekstslide

Democratie
  • Landen moeten democratisch zijn om lid te worden van de EU 
  • Raad van Europa
  • Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Democratie in Europa
  • Na 1945 ging het beter in Europa. 

  • West-Duitsland werd een stabiele Democratie. 

  • In Zuid-Europa verdwenen de dictaturen en mochten daarom lid worden van de EEG. 
1957. Ondertekening van het Verdrag van Rome om tot oprichting over te gaan op de E.E.G Luns en  Hans Linthorst Homan

Slide 16 - Tekstslide

1993: de Europese Unie

Slide 17 - Tekstslide

Verenigd Koninkrijk: geen €
Denemarken: geen €
Zweden: geen €
Polen: geen €
Hongarije: geen €
Roemenië: geen €
Bulgarije: geen €
Tsjechië: geen €

Slide 18 - Tekstslide

Kenmerken van de Europese Unie:
  • gemeenschappelijke regels
  • vrijhandel (de EU heeft een interne markt)

vrij verkeer van 
  • goederen (vrijhandel)
  • diensten (vrijhandel)
  • personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
  • kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)

Slide 19 - Tekstslide

De EU is een organisatie van democratische staten met een dagelijks bestuur: de Europese Commissie.

Europese burgers stemmen elke 5 jaar voor het Europees parlement --> zij controleren de Europese Commissie.

Belangrijke besluiten worden door de regeringsleiders gezamenlijk genomen door de Europese raad.

De EU werd tussen 1995 en 2013 uitgebreid naar 28 lidstaten. In 2016 kozen de Britten voor een Brexit.
Oekraïne is begonnen met het proces voor eventuele lidmaatschap.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is geen onderdeel van de Europese Unie?
A
Vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal
B
Een Europees leger
C
Een grondslag van solidariteit
D
Europese klimaatdoelen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het doel van de Europese Unie?
A
Samen heb je meer wapens en kun je landen veroveren
B
Meer geld verdienen
C
Samen besluiten vormen op politiek en economisch gebied
D
Wereldvrede creëren

Slide 22 - Quizvraag

Het voordeel van de Europese Unie
is...
A
Samen de Europese voetbalcompetitie houden
B
Samen beslissingen nemen op gebied van handel
C
Samen het Euro Visie Songfestival organiseren
D
Samen beslissingen nemen tijdens Corona

Slide 23 - Quizvraag

In welke volgorde zijn deze organisaties opgericht?
A. EEG
B. EGKS
C. EU
A
A B C
B
C B A
C
B A C
D
B C A

Slide 24 - Quizvraag

De EGKS is een...
A
economische samenwerking
B
politieke samenwerking
C
economische en politieke samenwerking

Slide 25 - Quizvraag

De EEG is een...
A
economische samenwerking
B
politieke samenwerking
C
economische en politieke samenwerking

Slide 26 - Quizvraag

De EU is een...
A
economische samenwerking
B
politieke samenwerking
C
economische en politieke samenwerking

Slide 27 - Quizvraag