In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Voorbereiding Repetitie Hoofdstuk 7
Slide 1 - Tekstslide
Programma:
Welkom.
Terugblik: 7,4.
Formatieve Quiz.
Zelfstandig werken: Zelf samenvatten (blz 63) of Test Jezelf (Online) Uitleg paragrafen 7,1 -7,4.
Nabespreken
Afsluiten.
Slide 2 - Tekstslide
Formatieve Quiz:
Dit doen we om te kijken bij welke paragraaf jij nog een stukje (extra) uitleg zou kunnen gebruiken.
Mobiel mag, daarna in de bak.
Slide 3 - Tekstslide
7,1 Wat is geen voedingsstof?
A
Een croissant
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Een appel
Slide 4 - Quizvraag
7,1 Voedingsstoffen kun je in 3 groepen verdelen. Namelijk:
A
Energierijke stoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen
B
Hulp-, bouw- en beschermende stoffen
C
Geen van allen
D
Energiestoffen, bouwstoffen en helpende stoffen
Slide 5 - Quizvraag
7,1 De schijf van vijf zegt:
A
Eet gezond en let op je gewicht.
B
Eet gevarieerd uit, dus dagelijks uit alle vijf vakken.
C
Eet snel zodat je niet te laat komt voor school.
D
Let op dat je niet teveel vet eet.
Slide 6 - Quizvraag
7,2 De eenheid voor energie is: calorie of joule. 1 Kcal (kilo)calorie = .. Kj (kilo)joule
A
4,7 kj
B
4,1 kj
C
4,2 kj
D
3,8 kj
Slide 7 - Quizvraag
7,2 Om te bepalen of iemand een gezond gewicht heeft kun je de (Body Mass Index) BMI gebruiken. Wat is een gezond gewicht?
A
BMI tussen de 36 en 46.
B
BMI tussen de 10 en 15.
C
BMI tussen de 54 en 61.
D
BMI tussen de 16 en 22.
Slide 8 - Quizvraag
7,3 Volwassenen groeien niet meer, toch hebben zij bouwstoffen nodig. Benoem minimaal 2 redenen:
Slide 9 - Open vraag
7,4 In verteringssappen zitten enzymen. Wat doen enzymen?
Slide 10 - Open vraag
Aan de slag!
Uitleg paragrafen 7,1 - 7,4.
Zelfstandig werken.
Maken: samenvatten (bladzijde 63). Klaar?
Maken: Test Jezelf (Online) . Klaar?
Maak een samenvatting of flitskaartjes.
Slide 11 - Tekstslide
7.1 Gezond eten
Slide 12 - Tekstslide
Voedingsstoffen?
Wat zijn voedingsstoffen?
De voedingsstoffen die in onze voedingsmiddelen zitten, kun je onderverdelen in 3 groepen.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
7.2 Energie
Slide 15 - Tekstslide
Hoe kom je aan je energie?
Je komt aan energie door voedsel.
Energierijke stoffen: Zitten in je voedsel bijvoorbeeld: koolhydraten en vet.
Kilojoule (kj) en kilocalorie (kcal): Eenheid van energie
Slide 16 - Tekstslide
Kilocalorie
Kilojoule
X 4,2
: 4,2
Slide 17 - Tekstslide
Hoeveel energie heb je nodig?
Hoeveel energie je nodig hebt hangt af van een aantal factoren
Activiteit
Leeftijd
Geslacht
Slide 18 - Tekstslide
Mens en Natuur
7.3 Bouwen en beschermen
Schooljaar 23-24
Mr. Wakker
Slide 19 - Tekstslide
Waarom heb je bouwstoffen nodig?
Je lichaam moet cellen vervangen:
- Huid, bloedcellen en botcellen.
Je lichaam moet cellen repareren:
- Beschadigingen herstellen.
Water moet aangevuld worden:
-Je lichaam bestaat uit het grootste gedeelte uit water.
Slide 20 - Tekstslide
Dagelijkse hoeveelheid bouwstoffen?
Om je lichaam goed te laten functioneren:
(Groeien, Cellen repareren, cellen vervangen).
Water: 1,5 liter
Eiwitten: 70 gram
Vetten: 70 gram
Mineralen: weinig, maar wel nodig
Slide 21 - Tekstslide
7.4Voedsel verteren
Slide 22 - Tekstslide
Surfen voor de kust van Hawaii
Het is een heerlijke zomerdag met een sterke westenwind. Henk heerlijk met zijn surfplank aan het surfen voor de kust van Hawaii. Plots komt er een hoge golf aan Henk word overspoeld en valt van zijn plank af. Henk komt gelukkig boven maar:
1. Er komt veel zeewater uit Henk zijn neus, het prikt vreselijk hoe kan dat? Welk klepje is niet goed dicht gegaan/gesloten?
2. Henk begint erg te hoesten, en hoest veel water op hij heeft zich verslikt. Wat is verslikken? Welk klepje is niet goed dicht afgesloten?
Slide 23 - Tekstslide
huig
strotklepje
doorslikken
ademen
Slide 24 - Tekstslide
Hoe word ons voedsel verteerd?
Ons voedsel word verteerd door verteringssappen.
Ons lichaam heeft verschillende verteringssappen zoals: speeksel, maagsap, alvleessap en dunne darmsap.
Gal is geen verteringssap! Maar een hulpstof bij de vertering van grote druppels vet naar kleine druppels vet.
Waarom hebben wij allemaal verschillende verteringssappen nodig?
Slide 25 - Tekstslide
Enzymen
In onze verteringssappen zitten enzymen, leg uit aan de afbeelding wat de taak is van een enzym:
Slide 26 - Tekstslide
Voedingsstoffen uit de voedsel brei worden via de dunne darm opgenomen in het bloed. Over het algemeen word het vocht van de voedsel brei er in de dikke darm uitgehaald. In onze darmen zitten heel veel bacteriën die helpen met het afbreken van organische bindingen in voedingsstoffen. Deze bacteriën samen vormen onze darmflora.
Slide 27 - Tekstslide
Terugblik 7.4 Voedsel verteren:
Overleg met je buurman:
Wat is je darmflora?
Waarom hebben wij darmflora?
Slide 28 - Tekstslide
Nabespreken.
Wat zou je kunnen doen om je nog beter voor te bereiden voor de toet Hoofdstuk 7?