Thema 2: werk introductie

Werk
Thema 2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Werk
Thema 2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel periode

Deze periode gaan wij onderzoek doen naar de rol van werk in de maatschappij.


Leerdoel les

Je kan uitleggen waarom mensen werken  volgens de vijf basisbehoeften van Maslow.

Slide 2 - Tekstslide

Heb jij een bijbaan of bijbaan gehad?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Weet jij al welk beroep jij later wil uitoefenen?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Heb jij een plek voor de veldstudiedagen?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Waarom werken we?

Slide 6 - Woordweb

Wat is werk?
Het onbetaald of betaald leveren van een dienst of het maken van een product, voor jezelf of een ander.

Soorten werk:
  •  Betaald
  • Hobbymatig
  • Vrijwilligerswerk
  • Huishoudelijk werk

Slide 7 - Tekstslide

Behoeften
  • Belangrijkste reden om te werken is geld verdienen.
  • Volgens de psycholoog Maslow vervul je met werken ook ander behoeften.

Slide 8 - Tekstslide

Basisbehoeften
Door te werken:

  • eten/drinken
  • huis

Slide 9 - Tekstslide

Zekerheid en veiligheid
De behoefte aan zekerheid:

  • vaste baan
  • sparen
  • grote aankopen


Slide 10 - Tekstslide

De behoefte om erbij te horen
Door het hebben van een baan:

  • sociaal contact met collega's
  • vrijwilligerswerk


Slide 11 - Tekstslide

Status en waardering
Door het hebben van een baan:

  • Waardering
  • status van een beroep

Slide 12 - Tekstslide

Jezelf ontwikkelen
Werk kan helpen door:
  • beter worden in wat je doet
  • doorgroeien
  • hoger doel stellen

Slide 13 - Tekstslide

opdracht
1. Beantwoord de vragen 7, 8 en 9
2.Overleggen mag
3. 10 min. om de opdrachten te maken
4. Klaar? extra opdracht op de achterkant

Blad met naam eind van de les inleveren.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

7. Erik
1. Met zijn bedrijf verdient Erik geld om voor zijn gezin eten, drinken, kleding en huis te kopen.
2. Zijn bedrijf draait goed en Erik kan sparen voor zijn pensioen.
3. Hij heeft twee werknemers in vaste dienst en ook scholieren helpen hem.
4. Zijn werknemers en de scholieren vinden hem een goede baas.
5. Erik is eigen baas en heeft een mooi bedrijf opgebouwd.

Slide 16 - Tekstslide

8. Wat zou jij doen?

Slide 17 - Tekstslide

9. In de media
A welke basisbehoefte vond Hardwell als dj het belangrijkst?

B Nu Hardwell even geen optredens doet, verandert daarmee dan ook zijn maatschappelijke status?

Slide 18 - Tekstslide