examentraining deel 2: vlakke figuren

examentraining deel 2:
vlakke figuren

Op de oranje slides zie je dingen die je moet kennen en dus moet leren als je ze nog niet weet.
Op de gele slides zie je dingen die je moet kunnen.
Op de groene slides zie je uitleg.
Op de blauwe slides zie je oefeningen.

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

examentraining deel 2:
vlakke figuren

Op de oranje slides zie je dingen die je moet kennen en dus moet leren als je ze nog niet weet.
Op de gele slides zie je dingen die je moet kunnen.
Op de groene slides zie je uitleg.
Op de blauwe slides zie je oefeningen.

Slide 1 - Tekstslide

Je weet wat evenwijdige en loodrechte lijnen zijn en je weet hoe je ze moet tekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Je kent verschillende hoeken en je kunt hoeken berekenen
Niet vergeten:
Alle hoeken in een driehoek zijn samen 180 graden. Alle hoeken in een vierhoek zijn samen 360 graden

Slide 3 - Tekstslide

Bereken hoek T.
Noteer je berekening.

Slide 4 - Open vraag


Bereken hoek A1. Schrijf je berekening op.

Slide 5 - Open vraag

koershoekmeter
  • Je kunt hoeken meten met een koershoekmeter;
  • Je kunt hoeken tekenen met een koershoekmeter;
  • Je kunt kijkhoeken opmeten en tekenen;
  • Je kunt een koers bepalen met een hoekmeter.
In de volgende slides zie je hoe je een hoekmeter gebruikt.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

0

Slide 8 - Video

Schaal
  • Je moet met schaal kunnen rekenen
  • 1 : 500 000 wil zeggen dat 1 cm in werkelijkheid 500000 cm is. Dus 1 cm op de kaart is 5 km in het echt.
  • de afstand over de weg = 1,2 x de afstand hemelsbreed
  • Je moet schaallijnen kunnen tekenen.

Slide 9 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over bovenstaande kaart

Slide 10 - Tekstslide

Hoe groot is de koershoek van de Vulkaan richting Amsterdam
A
16 graden
B
24 graden
C
156 graden
D
164 graden

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel km is het hemelsbreed van de vulkaan naar Amsterdam

Slide 12 - Open vraag

Je kent de namen en eigenschappen van de vlakke figuren
/ of // = even lang
> of > > = evenwijdig
In dezelfde hoeken staan dezelfde tekens

Slide 13 - Tekstslide

Je kent drie soorten symmetrie en je kunt dit gebruiken om hoeken te berekenen.

Slide 14 - Tekstslide

middelloodlijn en deellijn
bijzondere lijnen in driehoeken

Slide 15 - Tekstslide

hoeken berekenen met goniometrie
  • Je kijkt steeds vanuit de hoek die je wilt berekenen.
  • bij een hoek gebruik je altijd shift sinus/cosinus/tangens
  • Vragen ze de hellingshoek dan bereken je dus gewoon een hoek .

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hoek R kan je berekenen met:
A
sinus
B
cosinus
C
tangens

Slide 18 - Quizvraag

Bereken hoek Q
A
38 graden
B
40 graden
C
50 graden
D
100 graden

Slide 19 - Quizvraag

hellingspercentage
Let op het verschil tussen een hellingshoek en hellingspercentage

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Zijdes in een rechthoekige driehoek berekenen
  • 2 zijdes bekend, dan gebruik je Pythagoras
  • 1 zijde en 1 hoek bekend dan gebruik je SOS CAS TOA

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Wat is de stelling van Pythagoras voor deze driehoek?
A
PQ2+QR2=PR2
B
PQ2+PR2=QR2
C
PR2+QR2=PQ2
D
PR2+PQ2=QR2

Slide 25 - Quizvraag


SOS, CAS, TOA
of Pythagoras

























Slide














SOS, CAS, TOA of Pythagoras
A
SOS
B
CAS
C
TOA
D
Pythagoras

Slide 26 - Quizvraag

Gevraagd:AB
Sinus, cosinus, tangens
of Pythagoras
?
A
sin
B
cos
C
tan
D
Pythagoras

Slide 27 - Quizvraag

Gebruik je sinus, cosinus of tangens om zijde AB te berekenen?
A
Sinus
B
Cosinus
C
Tangens

Slide 28 - Quizvraag

Bereken LM?
A
9
B
6,7
C
3
D
4,2

Slide 29 - Quizvraag

Bereken hoeveel de lengte van de hangmat is. Je mag niet meten.

Slide 30 - Open vraag

Gelijkvormige driehoeken

Slide 31 - Tekstslide

formule die je moet kennen en kunnen gebruiken
Oppervlakte parallellogram = zijde x bijbehorende hoogte
oppervlakte rechthoek = lengte keer breedte
De formule voor de oppervlakte van een cirkel krijg je erbij op het examen.

Zorg ervoor dat je goed het verschil tussen oppervlakte en omtrek weet.

Slide 32 - Tekstslide

Oppervlakte driehoek GHI is?
A
520
B
384
C
504
D
1008

Slide 33 - Quizvraag

vergrotingsfactor
  • Je moet met een vergrotingsfactor de nieuwe oppervlakte kunnen uitreken.
  • En je moet met twee oppervlaktes een vergrotingsfactor kunnen berekenen. 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Hoeveel keer wordt het oppervlakte groter?
A
3 x
B
4 x
C
6 x
D
9x

Slide 36 - Quizvraag

Kees laat een mooie foto vergroten. De oppervlakte van de kleine foto is 150 cm^2. De foto wordt met een vergrotingsfactor van 1,7 vergroot. Wat is de oppervlakte van de nieuwe foto?

Slide 37 - Open vraag

Je ziet hiernaast de vergroting van rechthoek ABCD.
Wat is de vergrotingsfactor in dit plaatje?

Slide 38 - Open vraag

en nu oefenen
Als je de lesson up les hebt afgerond ga je oefenen met oude examenopgaven.
We starten met het examen van 2019. Deze heb je al op school gekregen. Kun je hem niet meer vinden dan kun je hem hier opnieuw opzoeken: www.examenblad.nl
Dit examen ga je maken. Je zorgt ervoor dat je dit op woensdag 14 april af hebt.

Slide 39 - Tekstslide