Restaurante//Comida


Bienvenidos 
a la clase de español
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Bienvenidos 
a la clase de español

Slide 1 - Tekstslide

¿Cuánto sabéis de comida internacional?
How much do you know about international food?

Slide 2 - Tekstslide

CEVICHE IS POPULAR IN...
A
Colombia
B
Argentina
C
Perú
D
Puerto Rico

Slide 3 - Quizvraag

Qué comida es?
A
Moroccan Tagine
B
Egg Fried Rice
C
Paella
D
Noodles

Slide 4 - Quizvraag

Wat is 'el pan' in het Nederlands?
A
De boter
B
Het fruit
C
Het brood
D
De kaas

Slide 5 - Quizvraag

¿ Qué es el MATE?
A
Herbal drink
B
Alcoholic drink

Slide 6 - Quizvraag

This is called ASADO, it is very popular en.....

A
Argentina
B
Italia
C
Noruega
D
Turquía

Slide 7 - Quizvraag

Cúal es la segunda bebida más popular en el mundo?
A
La cerveza
B
El té (tea/thee)
C
El café
D
La coca-cola

Slide 8 - Quizvraag

 la comida

In deze leer activiteit werken je samen om woorden te leren, te visualiseren en correct toe te passen in zinnen.

Slide 9 - Tekstslide

Eten
Ontbijten = desayunar
lunchen = comer
Dineren = cenar

als je het over eten in het algemeen hebt gebruik je comer
Ik houd van eten = me gusta comer

Slide 10 - Tekstslide

El desayuno - desayunar
7.30h - 8.30h

Slide 11 - Tekstslide

el almuerzo - almorzar
11.00h/12.00

Slide 12 - Tekstslide

la comida - comer
14.00h - 15.30h

Slide 13 - Tekstslide

la merienda - merendar
17h/18h 

Slide 14 - Tekstslide

la cena - cenar
21h-23h

Slide 15 - Tekstslide

Las tapas/los pintxos

Slide 16 - Tekstslide

Ejercicio 1

Slide 17 - Tekstslide

El desayuno
El almuerzo
La comida
La cena
La merienda
merendar 
A snack that you eat between la comida y la cena
comer
 La comida más importante del día
desayunar
the morning meal
almorzar 
Small bite that we eat between 10.00 y 11.00 (morning)
cenar
A light meal that normally is eaten between 21.00 and 22.30/23.00

Slide 18 - Sleepvraag

Ejercicio 2

Slide 19 - Tekstslide

verduras
manzana
naranja
huevo
carne
pescado
queso
pollo

Slide 20 - Sleepvraag

Ejercicio 3
Werkwijze:
1. Lesson Up voorbereiden – Eén leerling opent de les in Lesson Up en leidt de groep door de activiteit.
2. Afbeeldingen zoeken – Een andere leerling zoekt passende afbeeldingen bij de woorden om de betekenis te verduidelijken.
3. Woorden vormen – Een derde leerling maakt met de letters van een woord nieuwe woorden of korte zinnen die betekenisvol zijn.
4. Woordenlijst beheren – De laatste leerling houdt de woordenlijst bij, controleert of alle woorden correct worden gebruikt en helpt de groep indien nodig.

Slide 21 - Tekstslide

Bebidas
Primer plato
Segundo plato
Postres
Limonada
ensalada
Café con leche
Vino tinto
ensalada de tomato
Pollo al ajillo
Helado de fresa
Sopa de Verduras 
mousse de chocolate
Pescado a la plancha
Filete de cerdo
gazpacho andaluz
Bistec con patatas
tarta de manzana

Slide 22 - Sleepvraag

Ejercicio 1
Je krijgt op de volgende dia een afbeelding te zien met etenswaren. De opdracht is om er één minuut naar te kijken, en zoveel mogelijk producten te onthouden. 

Slide 23 - Tekstslide

Plátano
timer
1:00
Helado
Galletas

Slide 24 - Tekstslide

Ejercicio 2
Je krijgt op de volgende dia een afbeelding te zien met etenswaren. De opdracht is om er één minuut naar te kijken, en zoveel mogelijk producten te onthouden. 
: Nadat je de naam van de vrucht of groente hebt geleerd, ga je met de letters die je ziet de naam van de vrucht of groente maken.

Slide 25 - Tekstslide

Plátano
Helado
Galletas

Slide 26 - Tekstslide

Ejercicio 3
Bij High Tea party of 14 april gaan we een poezië doen. 
Ieder leerling krijgt 1 zin om te zeggen. Dit wordt je moment dat je dan ook een diploma kan behalen voor Spaans level basic A 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

vocabulario La Comida
el menú = de menukaart                              el queso = de kaas                             la verdura = de groente
la comida = het eten                                       el jamón = de ham                             el pescado = de vis
la bebida = het drankje                                  la leche = de melk                              el helado = het ijs
beber = drinken                                                 el café = de koffie                                el postre = het toetje
comer = eten                                                      el té = de thee                          el primero = het voorgerecht
el pan = het brood                                            el yogúr = de yoghurt          el segundo = het hoofdgerecht
el zumo = de sap                                              la patata = de aardappel      el bocadillo = het broodje
el huevo = het ei                                                el arroz = de rijst                          el plátano = de banaan
el tomate = de tomaat                                    la ensalada = de salade             la pera = de peer
la naranja = de sinaasappel                         el refresco = de frisdrank             la sopa = de soep
la manzana = de appel                                   el agua = het water                           el pollo = de kip


Slide 32 - Tekstslide