Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3m Unit 2 grammar
3m Unit 2 grammar
1 / 51
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
51 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
3m Unit 2 grammar
Slide 1 - Tekstslide
Today is the 7th of January.
It is Tuesday.
Mission: Get ready for the Test Unit 2
Herhaling Past Simple/ Present Perfect/irregular verbs, linking words; relatieve pronouns
Slide 2 - Tekstslide
introduce yourself
1. Who are you ?
My name is.....
2. How old are you?
I am .....
3. Tell something nice about yourself (pets/ sports/ hobbies).
My hobby is.....
I've got .....
I like.......
Slide 3 - Tekstslide
Relative pronouns
Past Simple
Present Perfect
Past Simple and Present Perfect
irregular verbs
linking words
Slide 4 - Tekstslide
Past Simple Present Perfect
Slide 5 - Tekstslide
positive +
regular verbs
regelmatige werkwoorden
veranderen volgens regels= verleden tijd
verb + ed
to work
=
work
ed
to sto
p
=
sto
p
p
ed
to carr
y =
carr
ied
+
irregular verbs
onregelmatige werkwoorden
de werkwoorden krijgen
eigen vorm
the 2nd row (p.190-191)
to w
ear
= wore
Past Simple
Slide 6 - Tekstslide
-
-negative
regular and irregular verbs
did +not + verb
worked (to work)
did not work
wore (to wear)
did not wear
Past Simple
Slide 7 - Tekstslide
-
?question
regular and irregular verbs
Did ....+ verb?
worked (to work)
Did .......work?
wore (to wear)
Did ....... wear?
Past Simple
Slide 8 - Tekstslide
Past Simple
+
-
?
regular verbs
verb+ed
didn't + verb
Did... verb?
irregular verbs
2nd row (p. 213-215)
didn't + verb
Did.. verb?
I (to work) worked. I didn't work. Did I work?
I (to see) saw. I didn't see. Did I see?
Yesterday, 2 days ago, last weekend, in 2020,....-verleden ( tijd is belangrijk)
ik deed...
Slide 9 - Tekstslide
past simple:
ezelsbruggetje
Waldy
W
hen,
A
go,
L
ast ... ,
D
ays/
D
ates,
Y
esterday/
Y
ear
Slide 10 - Tekstslide
past simple of '(to) become'(onreg.ww)
A
becomed
B
became
C
becom
Slide 11 - Quizvraag
past simple of ' (to) can' (onreg.ww)
A
caned
B
could
C
con
Slide 12 - Quizvraag
past simple of '(to) teach' (onreg.ww)
A
teached
B
teacht
C
taught
D
teach
Slide 13 - Quizvraag
Past Simple van (to) try (reg.ww)
You ...... very hard.
A
try
B
tries
C
tried
D
tryed
Slide 14 - Quizvraag
Hoe maak je de past simple ontkennend?
A
ww+ed
B
did not + hele ww
C
hele ww
D
did not + ww+ed
Slide 15 - Quizvraag
Maak de zin ontkennend
Mark lost his key two days ago.
A
Mark did not lost his key two days ago.
B
Mark did not lose his key two days ago.
Slide 16 - Quizvraag
He wore a jacket.
A
Did he wear a jacket?
B
Wore he a jacket?
C
Did he wore a jacket?
Slide 17 - Quizvraag
Samantha brought a cake.
A
Did Samantha brought a cake?
B
Brought Samantha a cake?
C
Did Samantha bring a cake?
Slide 18 - Quizvraag
My mother worked in a snackbar.
A
Worked my mother in a snackbar?
B
Did my mother work in a snackbar?
C
Did my mother worked in a snackbar?
Slide 19 - Quizvraag
Present perfect
Slide 20 - Tekstslide
- nog bezig / merkbaar
- nu nog belangrijk
present perfect
Slide 21 - Tekstslide
Present Perfect
have + voltooid deelwoord
has + voltooid deelwoord
NB
I,we,they,you=have
He,she,it=has
Slide 22 - Tekstslide
Present Perfect
regelmatige werkwoorden
onregelmatige werkwoorden
+
I,you, we, they
have werkwoord+ed
have + werkwoord (3de rij)
he, she, it
has werkwoord+ed
has + werkwoord (3de rij)
-
I,you, we, they
have not werkwoord+ed
have not + werkwoord (3de rij)
he, she, it
has not werkwoord+ed
has not + werkwoord (3de rij)
?
I,you, we, they
Have werkwoord+ed
Have + werkwoord (3de rij)?
he, she, it
Has werkwoord+ed
Has + werkwoord (3de rij)?
since, for, ever, yet, already
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Wat is de present perfect voor:
I ... (watch)
A
I watched
B
I have watched
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de present perfect voor:
They ... (drive)
A
They drove
B
They have driven
Slide 26 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord voor deze zin:
She ____ (not / have) a date for 4 years.
A
hasn't had
B
haven't had
C
hasn't have
D
haven't have
Slide 27 - Quizvraag
Hoe maak je de present perfect?
De present perfect maak je met ...
A
have/has + ww + -d / -ed
B
ww+ed
C
ww / ww+s
D
am/is/are ww+ing
Slide 28 - Quizvraag
Gebruik de present perfect:reg.ww
He __ just __ (finish) his project.
Slide 29 - Open vraag
Wat is de present perfect voor: reg.ww
He (create)
A
he created
B
he has created
Slide 30 - Quizvraag
Wat is de present perfect voor:
Henk ... (bring)
A
Henk brought
B
Henk has brought
Slide 31 - Quizvraag
Gebruik de present perfect: reg.ww
He __ just __ (finish) his project.
Slide 32 - Open vraag
Maak present perfect:
Grandmother ....... (bake) a cake.
Slide 33 - Open vraag
Maak de present perfect:
We .... .... to school (go)
Slide 34 - Open vraag
When do you use the Present Perfect?
A
To say something has just finished
B
To say something happened but you don't know when
C
To say something happened and is still going on now
D
To say something happened and is now finished
Slide 35 - Quizvraag
Which sentence is in the Present Perfect tense?
A
I am playing football
B
I was playing football
C
I played football
D
I have played football
Slide 36 - Quizvraag
Past Simple vs Present Perfect
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Relative pronouns
Past Simple
Present Perfect
Past Simple and Present Perfect
irregular verbs
linking words
Slide 39 - Tekstslide
Linking words
What are linking words?
Slide 40 - Tekstslide
Welk woord gebruiken we NIET bij het geven van een voorbeeld?
A
for example
B
namely
C
for instance
D
furthermore
Slide 41 - Quizvraag
De woorden:
And, In addition, As well as,
Also, Too, Furthermore, Moreover, Apart from
In addition to ,Besides
Gebruiken we om informatie:
A
te verklaren
B
samen te vatten
C
toe te voegen
D
in volgorde te zetten
Slide 42 - Quizvraag
De woorden: In short
In brief, In summary,To summarise, In a nutshell, To conclude
In conclusion
Gebruiken we om informatie:
A
samen te vatten
B
te verklaren
C
in juiste volgorde te zetten
D
voorbeelden te geven
Slide 43 - Quizvraag
De woorden: The former,
Firstly, secondly, finally, The first point is,
Lastly, The following
Gebruiken we om:
A
samen te vatten
B
informatie toe te voegen
C
te verklaren
D
volgorde aan te geven
Slide 44 - Quizvraag
De woorden: Due to / due to the fact that,
Because, Because of, Since, As
Gebruiken we om:
A
te verklaren/uit te leggen
B
volgorde aan te geven
C
samen te vatten
D
tegenstelling aan te geven
Slide 45 - Quizvraag
De woorden: Therefore, So, Consequently
This means that, As a result
Gebruiken we om:
A
resultaat/gevolg aan te geven
B
volgorde aan te geven
C
samen te vatten
D
voorbeelden te geven
Slide 46 - Quizvraag
De woorden: But, However, Although / even though
Despite, In spite of / in spite of the fact that
Nevertheless, Nonetheless
Gebruiken we om:
A
samen te vatten
B
contrast aan te geven
C
te verklaren
D
volgorde aan te geven
Slide 47 - Quizvraag
I like sugar in my tea, .......... I don't like milk in it.
A
or
B
but
C
so
D
moreover
Slide 48 - Quizvraag
He was late ........ the bus didn't come.
A
or
B
or
C
because
D
why
Slide 49 - Quizvraag
They climbed the mountain...... it was very windy.
A
although
B
after
C
so
D
because
Slide 50 - Quizvraag
.......... I finished school, I went to New Zealand.
A
Although
B
After
C
So
Slide 51 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Recap Present Perfect vs Past Simple
Juni 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Past Simple vs. Present Perfect
Juni 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
week 6 present perfect continuous, past perfect continuous
Augustus 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
Juni 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Herhaling toetsweek 1
Februari 2020
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
Juni 2022
- Les met
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Project 5 year 1 sprint 2
Juni 2021
- Les met
33 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Project 5 year 1 sprint 2
Juni 2021
- Les met
33 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1