Quiz 8.3 Bloed vervoert - nog aanpassen!

Uit welke organen bestaat het bloedvatenstelsel?
1 / 20
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Uit welke organen bestaat het bloedvatenstelsel?

Slide 1 - Open vraag

Laag A in de reageerbuis na centrifuge
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen en bloedplaatjes
C
Bloedplasma

Slide 2 - Quizvraag

Welke cellen bestrijden ziekteverwekkers?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes

Slide 3 - Quizvraag

Welke cellen in het bloed vervoeren voedingsstoffen, afvalstoffen en koolstofdioxide?

Slide 4 - Open vraag

Welk bestanddeel van het bloed vervoert zuurstof?

Slide 5 - Open vraag

Welke stof maakt de rode bloedcellen rood?

Slide 6 - Open vraag

Welke mineraal zorgt ervoor dat zuurstof aan hemoglobine kan koppelen?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Benoem bij de volgende dia de bloedvaten met nummers: 
 
1
2
3
4

Slide 9 - Tekstslide

Benoem 1 t/m 4

Slide 10 - Open vraag

zuurstofrijk bloed
zuurstofarm bloed
Rechterboezem
Linkerboezem
Rechterkamer
Linkerkamer
Longslagader
Holle ader
Aorta
Longader

Slide 11 - Sleepvraag

Stap 1 (boezems trekken samen)
Stap 3 (hartpauze)
Stap 2 (kamers trekken samen)

Slide 12 - Sleepvraag

In de aorta en de longslagader zitten
A
hartkleppen
B
slagaderkleppen

Slide 13 - Quizvraag

Tussen de boezems en de kamers zitten de
A
hartkleppen
B
slagaderkleppen

Slide 14 - Quizvraag

Tijdens het samentrekken van de kamers...
A
zijn de hartkleppen en slagaderkleppen open
B
zijn de hartkleppen en slagaderkleppen dicht
C
zijn de hartkleppen open en de slagaderkleppen dicht
D
Zijn de hartkleppen dicht en de slagaderkleppen open

Slide 15 - Quizvraag

Waar ontstaan de impulsen die zorgen voor het samentrekken van het hart?
A
in de sinusknoop
B
in de AV-knoop
C
in de harttussenwand
D
in de wand van de kamers

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de functie van de AV-knoop?
A
Hier ontstaan de impulsen die het hart laten samentrekken
B
Deze vangt de impulsen vanaf de boezems op en stuurt ze door
C
Deze zorgt ervoor dat de boezems de tijd krijgen om goed leeg te persen
D
Deze zorgt ervoor dat de boezems samentrekken

Slide 17 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je je inspant?
A
Het bloed stroomt sneller door je bloedvaten
B
De tijd tussen twee hartslagen neemt af
C
De sinusknoop geeft minder impulsen af
D
De hartfrequentie neemt af

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

P
T
qrs

Slide 20 - Sleepvraag