Rekenen, theorie, Meten en eenheden, niet af

les-informatie                     ?doe-opdracht?
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   ffRekenen mbo 2

auteur   MB
datum   september 2022, februari 2023

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

les-informatie                     ?doe-opdracht?
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   ffRekenen mbo 2

auteur   MB
datum   september 2022, februari 2023

Slide 1 - Tekstslide

theorie Grootheden en eenheden
Meten en eenheden
leereenheden  - Standaard eenheden
                     - Kleinere eenheden
                     - Meters aflezen

Bekijk het algemene filmpje.
Kijkvraag: Wat wil de vrouw ons duidelijk maken?

Daarna doen studenten mee via LessonUp.

Slide 2 - Tekstslide

Jullie gaan oefenen met drie belangrijke grootheden.
Wat betekenen de namen van de grootheden? Sleep het antwoord.
de grootheid
het gewicht
de lengte
de inhoud
Hoe lang is iets?
Hoeveel kan er in?
Hoe zwaar is iets?

Slide 3 - Sleepvraag

Jullie gaan oefenen met drie belangrijke grootheden.
Welke eenheden horen bij de grootheden? Sleep het antwoord.
de grootheid
het gewicht
de lengte
de inhoud
liter
kilogram
meter

Slide 4 - Sleepvraag

Jullie gaan oefenen met drie belangrijke grootheden.
Welke grootheden horen bij de symbolen? Sleep het antwoord.
de symbolen
de afkortingen
kg, g, mg
km, hm, m, dm, cm, mm
hl, L, dl, cl, ml
inhoud
gewicht
lengte

Slide 5 - Sleepvraag

de belangrijkste grootheden en hun symbolen
de grootheid
het symbool
het gewicht
kg              g              mg
zwaar
de lengte
km             m dm cm mm
lang
de inhoud
      hl         L   dl   cl   ml
vol
bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Tekstslide

omrekenen van maten
kilo = 1000 keer

kilogram  = 1000 x 1 gram =  1000 gram
kilometer = 1000 x 1 meter = 1000 meter

Noteer dit op je woordenlijst.

Slide 7 - Tekstslide

6 kg = ..... gram Kijk op je rekenkaart.
timer
0:30
A
6
B
60
C
6.000
D
60.000

Slide 8 - Quizvraag

7,5 km = ...... meter
timer
0:30
A
7 500
B
750
C
0,75
D
75 000

Slide 9 - Quizvraag

0,5 kg = ..... gram
timer
0:30
A
5
B
50
C
5.000
D
500

Slide 10 - Quizvraag

0,35 km = .... meter
timer
0:30
A
0,35
B
350
C
35
D
35.000

Slide 11 - Quizvraag

het omrekenen van maten    
1 kilogram = 1000 x 1 gram = 1000 gram

Pak de rekenmachine:
1000 gram= 1000 gram : 1000 = ....    kg
  100 gram=   100 gram : 1000 = ....    kg
    10 gram=     10 gram : 1000 = ....    kg
      1 gram=       1 gram : 1000 = ....    kg


De antwoorden staan op het volgende scherm.

Slide 12 - Tekstslide

het omrekenen van maten
1 kilogram = 1000 x 1 gram = 1000 gram

Pak de rekenmachine:
1000 gram= 1000 gram : 1000 = .... 1    kg
  100 gram=   100 gram : 1000 = .... 0,1   kg
    10 gram=     10 gram : 1000 = .... 0,01   kg
      1 gram=       1 gram : 1000 = .... 0,001   kg


Slide 13 - Tekstslide

8 000 gram = .... kg
timer
0:30
A
80 kg
B
8 kg
C
800 kg
D
0,8 kg

Slide 14 - Quizvraag

450 g = ... kg
timer
0:30
A
450 kg
B
45 kg
C
0,45 kg
D
4,5 kg

Slide 15 - Quizvraag

23 meter = ...km
timer
0:30
A
23 km
B
230 km
C
2,3 km
D
0,023 km

Slide 16 - Quizvraag

8,9 m = ... km
timer
0:30
A
89 km
B
890 km
C
0,0089 km
D
8,9 km

Slide 17 - Quizvraag

een bijzondere gewichtsmaat     
de ton (de tonnage)

1 ton = 1000 kg


de referentie-maat
Een personenauto weegt tussen de 1000 en 2500 kg.
de referentie-maat
een voorwerp om mee te vergelijken

Slide 18 - Tekstslide

een referentie-maat voor 1 milliliter
de vingerhoed

het naaiwerk




Slide 19 - Tekstslide

zelf aan de slag    (afhankelijk van de tijd)

Slide 20 - Tekstslide