examentraining Vorming

Examentraining Vorming
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Examentraining Vorming

Slide 1 - Tekstslide

Examenstof
Bij maw gaat het om het leren van de juiste omschrijving van hoofd- en kernconcepten.


Slide 2 - Tekstslide

Examenstof
Kunst is dan om het juiste element van het kernconcept toe te passen in de zin.

Slide 3 - Tekstslide

Examenstof
Maar daar houdt het natuurlijk niet op. Je moet de concepten kunnen toepassen op verschillende contexten. Situaties.

Slide 4 - Tekstslide

Vorming
Het hoofdconcept vorming heeft 6 kernconcepten
1. socialisatie
2. acculturatie
3. identiteit
4, cultuur
5. politieke socialisatie
6. ideologie

Slide 5 - Tekstslide

Vorming
In de examenhulp vind je een toelichting bij het hoofdconcept vorming en hoe ieder kernconcept daarin past.
Op de studiewijzer vind je:
1. de examenhulp
2. de tekst bij deze oefening

Slide 6 - Tekstslide

Vorming
1. gebruik de eerste 10 minuten van de les om de tekst goed door te lezen. Pas je leesstrategieën toe!
Beantwoord dia 8,9,10 en 14
2. Ga nu aan het beantwoorden van de vragen.
liever samen?

Slide 7 - Tekstslide

Aan welke kernconcepten, begrippen, theorieën kan je de tekst al koppelen?

Slide 8 - Open vraag

Schrijf de omschrijving op van het hoofdconcept vorming

Slide 9 - Open vraag

3p Leg uit dat je vaderbetrokkenheid in verband kunt brengen met een vormingsvraagstuk.
Gebruik in je uitleg:
- het hoofdconcept vorming;
- de omschrijving van het kernconcept socialisatie
- een voorbeeld uit tekst 2 van dit kernconcept.
Je mag de kernconcepten cultuur en ideologie niet gebruiken.

Slide 10 - Open vraag

schrijf de omschrijving op van het kernconcept socialisatie

Slide 11 - Open vraag

Opvoeding is cultureel bepaald. Dit blijkt uit het feit dat opvattingen over de opvoeding in Nederland verschillen van andere landen.
2p Geef een ander feit waaruit blijkt dat opvoeding cultureel bepaald is.
- Geef een voorbeeld van dit feit.

Slide 12 - Open vraag

Nature-factoren en nurture-factoren bepalen de eigenschappen van kinderen.
1p Is vaderbetrokkenheid een nature-factor of een nurture-factor die de eigenschappen van kinderen bepaalt?
Licht je keuze toe. Gebruik in je toelichting een omschrijving van het begrip nature of nurture

Slide 13 - Open vraag

evaluatie:
Waar liep je bij deze training tegenaan?

Slide 14 - Open vraag

De keuze van de overheid om de verlofregelingen voor vaders te verruimen, kan een ideologische keuze zijn.
1p Geef aan waarom het verruimen van de verlofregelingen voor vaders een ideologische keuze kan zijn. Gebruik in je antwoord het kernconcept ideologie.

Slide 15 - Open vraag

schrijf de omschrijving van het kernconcept ideologie op

Slide 16 - Open vraag

Keizer legt uit waarom de opvoedingssituatie in Nederland afwijkt van een gemiddeld modern land. Hofstede maakt onderscheid tussen landen met een meer masculiene cultuur en landen met een meer feminiene cultuur. Stelling: De opvoeding in Nederland past bij een masculiene cultuur.
2p Geef op grond van tekst 2 een argument voor en een argument tegen
deze stelling. Gebruik per argumentatie:
- een omschrijving van masculiene cultuur volgens de dimensie van Hofstede;
- regel 27 tot en met 43 van tekst 2.

Slide 17 - Open vraag