Betoog
- altijd een duidelijk de mening van de schrijver waarvan hij de lezer wilt overtuigen.
- Het woord ‘ik’ komt veel voor (‘ik vind’, ‘ik ben van mening dat…’).
- Er worden argumenten genoemd om de mening te onderbouwen.
Beschouwing
-Hier kunnen meningen voorkomen, maar de schrijver laat zijn of haar eigen mening niet doorschemeren.
- De bedoeling is dat de lezer zijn eigen mening objectief kan bepalen. De schrijver kan wel voor- en nadelen of meningen van anderen geven. Allebei de kanten van een zaak worden dus toegelicht en het is aan de lezer om te bepalen hoe hij erover denkt.
Uiteenzetting
- Het woord ‘ik’ komt zelden voor. De schrijver wil de lezer immers alleen maar informeren. In wat minder professionele teksten vind je wellicht iets in de trant van ‘ik zal jullie nu vertellen…’, maar in je studieboek of in een nieuwsbericht zal dit niet zo zijn.
- Gebaseerd op feiten; meningen komen niet voor.