Klas 2 Chapitre 2 Bron B les animaux

Klas 2 Chapitre 2 Bron B 
les animaux
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 65 min

Onderdelen in deze les

Klas 2 Chapitre 2 Bron B 
les animaux

Slide 1 - Tekstslide

le temps, la date, l'heure
Quel temps fait-il?
Quelle est la date?
Quelle heure est-il?

Slide 2 - Tekstslide

Les devoirs 
apprendre vocabulaire B, chapitre 2
faire: 1 à 8, introduction & Source A, chapitre 2
réviser: vocabulaire A, chapitre 2

Slide 3 - Tekstslide

traduis Havo, vocabulaire A
attendre, autre, aller en ville, encore

Slide 4 - Open vraag

traduis VWO, vocabulaire A
souvent, parfois, tout le monde,
à coté de

Slide 5 - Open vraag

H Welk werkwoord past in deze zin?
Excusez-moi, vous pouvez ______ un photo pour nous?
A
exister
B
choisir
C
dormir
D
prendre

Slide 6 - Quizvraag

V Welk werkwoord past in deze zin?
J'ai soif! Je vais _________ un jus d'orange.
A
exister
B
aider
C
donner
D
acheter

Slide 7 - Quizvraag

Les objectifs
Ik kan een aantal dieren noemen in het Frans. 
Ik kan een tekst over dieren begrijpen. 
Ik kan zeggen of ik een huisdier heb en welk huisdier. 
Ik weet wat ik voor mijn spreekvaardigheid moet doen.

 

Slide 8 - Tekstslide

Ta présentation
minimum de 5 phrases par sujet, 7 sujets
par coeur 
présentations en classe


Slide 9 - Tekstslide

toi
Naam
Leeftijd
Woonplaats
Nationaliteit
Hobby's
Huisdieren

Slide 10 - Tekstslide

ton école
welke school
welke klas
lievelingsvak
welk vak je niet leuk vindt
Iets over een docent

Slide 11 - Tekstslide

tes amis
Mijn vrienden zijn ...
Mijn beste vriend/vriendin ...
Iets over zijn/haar leeftijd, woonplaats, klas, hobby's.
Waar heb je hem/haar leren kennen?
Wat je leuk vindt om samen te doen?



Slide 12 - Tekstslide

l'araignée
le cochon
la vache
l'oiseau
la chèvre
la poule
la tortue
le cheval
le lapin
le cerf

Slide 13 - Sleepvraag

Parler
>A: Tu as un animal de compagnie?
< B: Oui, j'ai un chien et deux chats. Ils s'appellent Vala, Nox et Flex.
Non, je n'ai pas d'animal de compagnie. 
> A: Il est sympa, ton chien/chat?
< B: Oui, je l'adore!
> A: Tu préfères les chiens ou les chats? les chevaux ou les vaches? 
< B: Je préfère les ...

Slide 14 - Tekstslide

Les devoirs
Faites: exercices 9 à 12 Chapitre 2, Partie B
Apprenez: Phrases C
Révisez: Vocabulaire A + B

Slide 15 - Tekstslide

Au travail
Partie B
exercice 9 à 12
Lire

Slide 16 - Tekstslide

Un jeu
1. Le nom de l'animal
2. le son de l'animal
3. imiter l'animal

Cherche les groupes de trois élèves.


Slide 17 - Tekstslide

Tout compris?
Ik kan een aantal dieren noemen in het Frans.
Ik kan een tekst over dieren begrijpen.
Ik kan zeggen of ik een huisdier heb en welk huisdier.

Slide 18 - Tekstslide