6.4 Iedereen betaalt mee

6.4 Iedereen betaalt mee
  • Ik kan in een voorbeeld herkennen of er sprake is van draagkrachtbeginsel.
  • Ik kan in een voorbeeld herkennen of er sprake is van profijtbeginsel.
  • Ik kan uitleggen wat de gevolgen van belastingontduiking zijn.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.4 Iedereen betaalt mee
  • Ik kan in een voorbeeld herkennen of er sprake is van draagkrachtbeginsel.
  • Ik kan in een voorbeeld herkennen of er sprake is van profijtbeginsel.
  • Ik kan uitleggen wat de gevolgen van belastingontduiking zijn.

Slide 1 - Tekstslide

6.3 Eerlijk zullen we alles delen? (HERHALING)
Nivellering en denivellering
Herverdeling van inkomens heeft invloed op verhouding tussen hoge en lage inkomens:
  • Nivellering: Het verschil tussen hoge en lage inkomens wordt kleiner.
  • Denivellering: Het verschil tussen hoge en lage inkomens wordt groter.

Slide 2 - Tekstslide

Oefening 7
a. Zowel lage als hoge inkomens stijgen volgend jaar met 2%
A
nivellering
B
denivellering
C
geen verandering

Slide 3 - Quizvraag

Oefening 7
b. Het percentage van de hoogste belastingschijf in box 1 wordt verlaagd.
A
nivellering
B
denivellering
C
geen verandering

Slide 4 - Quizvraag

Oefening 7
c. De algemene heffingskorting gaat € 200 omhoog
A
nivellering
B
denivellering
C
geen verandering

Slide 5 - Quizvraag

Oefening 8
De maatregel over de Coronabonus voor zorgpersoneel werkt
A
nivellerend
B
denivellerend

Slide 6 - Quizvraag

Oefening 9
De aanpassing voor Jason is:
A
nivellerend
B
denivellerend

Slide 7 - Quizvraag

Oefening 9
De aanpassing voor Siti is:
A
nivellerend
B
denivellerend

Slide 8 - Quizvraag

6.4 Iedereen betaalt mee
Belastingbeginselen
  • Solidariteitsbeginsel:
     Actieven betalen voor inactieven (bv. sociale premies)
  • Draagkrachtbeginsel:
     Wie in staat is om veel te betalen, betaalt in verhouding meer. (bv. progressief belastingtarief)
  • Profijtbeginsel:
      Wie een collectief goed gebruikt, betaalt ervoor (bv. motorrijtuigenbelasting).
      Opgelet Je betaalt ook motorrijtuigenbelasting als je niet rijdt (houderschapsbelasting)

Slide 9 - Tekstslide

checkmoment
Geef binnen de 10 seconden antwoord.

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer je in Nederland een hoog inkomen hebt, betaal je meer inkomstenbelasting dan iemand met een laag inkomen.
A
solidariteitsbeginsel
B
draagkrachtbeginsel
C
profijtbeginsel

Slide 11 - Quizvraag

Wie naar het mbo, hbo of wo wil, betaalt collegegeld.
A
solidariteitsbeginsel
B
draagkrachtbeginsel
C
profijtbeginsel

Slide 12 - Quizvraag

De belasting in box 3.
A
solidariteitsbeginsel
B
draagkrachtbeginsel
C
profijtbeginsel

Slide 13 - Quizvraag

Iedereen met een inkomen betaalt mee om mensen zonder inkomen een uitkering te geven.
A
solidariteitsbeginsel
B
draagkrachtbeginsel
C
profijtbeginsel

Slide 14 - Quizvraag

Er komen steeds meer voorstanders van een kilometerheffing voor automobilisten. In plaats van een vast bedrag aan motorrijtuigenbelasting ga je dan een bedrag per gereden kilometer betalen.

A
solidariteitsbeginsel
B
draagkrachtbeginsel
C
profijtbeginsel

Slide 15 - Quizvraag

Welk belastingbeginsel?
A
solidariteitsbeginsel
B
draagkrachtbeginsel
C
profijtbeginsel

Slide 16 - Quizvraag

Als veel mensen belastingen ontduiken, kan dat ervoor zorgen dat andere mensen minder gemotiveerd zijn om belasting te betalen. Leg uit.

Slide 17 - Open vraag

6.4 Iedereen betaalt mee
Belastingontduiking?
Met belastinggeld betaalt de overheid collectieve voorzieningen.

Belastingontduiking of fraude pleeg je als je opzettelijk te weinig belasting betaalt:
  • is strafbaar
  • stimuleert meer belastingontduiking
  • kost jaarlijks 22 miljard euro.


Slide 18 - Tekstslide

Herhalingsoefening
Peter verdient € 28.000 per jaar.
  • Hij doneerde € 500 aan een goed doel.
  • Hij heeft € 3.200 aan studiekosten betaald.
Bereken het belastbaar inkomen van Peter.
Bereken nu de belasting in box 1 (gebruik de schijven uit het boek)
  • Peter heeft een vermogen van € 51.000.
  • De heffingskorting bedraagt € 50.000.
  • Het fictief rendement bedraagt 1,9% en de belasting in box 3 bedraagt 31%.
Bereken nu de belasting in box 3
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

6.4 Iedereen betaalt mee
  • Ik kan in een voorbeeld herkennen of er sprake is van draagkrachtbeginsel.
  • Ik kan in een voorbeeld herkennen of er sprake is van profijtbeginsel.
  • Ik kan uitleggen wat de gevolgen van belastingontduiking zijn.

Slide 20 - Tekstslide