Bedrijfskleding

Bedrijfskleding
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
dppMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Bedrijfskleding

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Uitleg  representatieviteit/ bedrijfskleding
  • Zelfstandig opdrachten maken 
  • Opdrachten bespreken
  • Klassikaal vragen beantwoorden.
  • Verslag maken over representatiiviteit ( beantwoord de 7 vragen)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Opdracht 
  • Beantwoord de vragen.
  • Beschrijf het antwoord in eigen woorden

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent representatief?
A
geen tatoeages en piercings
B
er netjes gekleed uitzien
C
kleding en uiterlijk passen bij je werk

Slide 5 - Quizvraag

Vragen
1. Welke redenen zijn  er om bedrijfskleding te dragen tijdens het werk?
2. Leg het begrip 'representatief’ uit.
3. Geef voorbeelden  van kleding  die je op het werk wel kunt dragen. Beschrijf daarbij het beroep.
4. Welke  landen exporteren de meeste kleding? 
5. Welke bedrijfskleding zouden jullie in jouw eigen bedrijf accepteren en welke niet.
        




 
timer
50:00

Slide 6 - Tekstslide

Waarom moet je werkkleding voor de veiligheid dragen?
A
hygiene, gevaar en eigen kleding blijft schoon
B
hygiëne, ongelukken te voorkomen
C
hygiëne en gevaar uit te sluiten

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke 2 beroepen moet je veiligheidskleding aan?
A
Fabriek, attractiepark
B
fabriek en laboratorium
C
laboratorium en attractiepark
D
garage en attractiepark

Slide 8 - Quizvraag

geef een voorbeeld van representatief

Slide 9 - Open vraag

In de kledinglabel moet verplicht staan waar de kleding gemaakt is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

wat betekent representatief
A
een vertegenwoordiger
B
juiste doelgroep voor een statistisch onderzoek
C
een soort reptiel
D
huidige tijd want present zit er in

Slide 11 - Quizvraag

In de kledingfabrieken zijn de werkomstandigheden vaak niet goed.
Hoeveel uren werken fabrieksarbeiders ongeveer per week?
A
10 uur
B
35 uur
C
70 uur
D
75 uur

Slide 12 - Quizvraag

Een groot deel van onze kleding wordt niet in Nederland gemaakt. Waar wordt het grootste deel van onze kleding gemaakt?
A
Bangladesh
B
China
C
Turkije
D
India

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent het woord ‘representatief’?
A
er verzorgd uitzien
B
er slordig uitzien
C
dat je erg knap bent
D
dat je veel presentaties houdt

Slide 14 - Quizvraag

Einde

Slide 15 - Tekstslide