In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
FEEDBACK GEVEN EN ONTVANGEN
Slide 1 - Tekstslide
Feedback?
Slide 2 - Woordweb
Heb je wel eens feedback gehad of gegeven, die als kritiek overkwam of die verkeerd viel? Zo ja, wat dan?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Video
Ik geef feedback op stage of op school.
A
vaak
B
soms
C
nooit
Slide 5 - Quizvraag
Ik vind feedback geven moeilijk.
A
ja
B
nee
C
een beetje
Slide 6 - Quizvraag
Feedback: wat is het?
Feedback is een reactie op gedrag of op het werk.
Feedback kan een top zijn: het gedrag of het werk is goed. Je krijgt of geeft een compliment.
Feedback kan ook een tip zijn: het gedrag of het werk kan verbeterd worden.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Feedback = kritiek geven
A
nee
B
ja
Slide 9 - Quizvraag
Er zijn twee vormen feedback. Welke vormen hoorde je in de film?
A
groen en rood
B
positief en negatief
C
tips en tops
D
tevreden en ontevreden
Slide 10 - Quizvraag
Schrijf twee redenen op waarom feedback geven belangrijk is.
Slide 11 - Open vraag
Schrijf op wat feedback is in jouw woorden.
Slide 12 - Open vraag
Dit wil ik leren als ik feedback geef.
Slide 13 - Open vraag
FEEDBACK GEVEN REGELS
Met welke bedoeling geef je feedback?
Vraag de ander om toestemming
Gedrag (te laat komen), gevolg (iedereen moet wachten), gevoel (teleurgesteld), gewenst gedrag ( op tijd komen)
Laat de ander reageren
Geldt ook voor positieve feedback =echt belangrijk!
Slide 14 - Tekstslide
FEEDBACK ONTVANGEN REGELS
Luister aandachtig
Vraag eventueel om extra uitleg
Bedank en laat weten wat je wel of niet gaat doen met de feedback = optie
NOG MEER?
Slide 15 - Tekstslide
De ik boodschap
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
ik boodschap
Maak contact
Begin met ik
Benoem je gevoel
Benoem het gedrag van de ander waar je last van hebt
Geef de reden waarom je het storend vindt
Geef aan welk gedrag je verlangt
Slide 18 - Tekstslide
Welke feedback geven jullie?
Je krijgt 3 situaties te zien. Lees deze en geef aan OF jullie feedback zouden geven in zo'n geval. Bedenk steeds een reden om WEL feedback te geven, maar ook een reden om dat NIET te doen.
Slide 19 - Tekstslide
Situatie 1
Je zit in de klas. De leerkracht legt iets uit wat je niet begrijpt. De uitleg gaat snel en een beetje rommelig. Het is nog steeds erg onduidelijk. Eigenlijk snap je er niets van.
Slide 20 - Tekstslide
Ga je feedback geven? Waarom wel of niet?
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Geef op de goede manier feedback
Slide 23 - Open vraag
Situatie 2
Je vrienden willen dat je mee gaat feesten, maar jij hebt geen zin. Je hebt al een paar keer gezegd dat je neit meegaat, maar ze blijven het vragen.
Slide 24 - Tekstslide
Ga je feedback geven? Waarom wel of niet?
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Geef op de goede manier feedback
Slide 27 - Open vraag
Situatie 3
Je bent een uur te laat thuis. Je ouders zijn erg boos. Voor straf mag je morgenavond niet weg. Je bent het er niet mee eens want je hebt erg veel zin om morgenavond weg te gaan.