1. welk hulpwerkwoord gebruik je?
avoir/être2. avoir --> juiste vorm --> bijv. : Elle a
3. *être --> juiste vorm --> bijv. : je suis
4. voltooide tijd --> parler --> parlé
*5. als je être gebruikt moet je ook letten op of er een extra letter bij komt. bijv.:
Elle est allé --> Elle est allée (want is vrouwelijk enkelvoud)