Fictie L2 1KM

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht.

Startopdracht: schrijf in je schrift een verhaaltje over jouw verwachtingen van kamp.

• Lesboek Nieuw Nederlands
• Schrift en pen

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Fictie
• Boek uitzoeken
• Lezen
• Aan het werk
• Huiswerk
• Evaluatie les

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lesdoelen

• Ik weet wat fictie en non-fictie is.
• Ik weet waarom lezen belangrijk is.
• Ik weet wat me leuk lijkt om te lezen.
• Ik heb een boek uitgekozen.

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?

Fictie =

verzonnen

(realistisch/niet-realistisch)

Voorbeelden:

• leesboeken en strips
• films
• toneelstukken
• gedichten

Non-fictie =

niet verzonnen

Voorbeelden:

• schoolboeken
• nieuwsberichten
• kookboeken
• handleidingen

Wat is het verschil tussen realistische fictie en niet-realische fictie?

Waarom is lezen belangrijk?

Hoe kun je voorspellen 

waar een boek over gaat?

• Bekijk de voorkant: lees de titel en bekijk het plaatje.
• Lees de flaptekst (de tekst op de achterkant).  
• Lees stukjes in het boek. 

Bibliotheekboeken geven je vaak nog extra informatie.

Boek uitzoeken

1. Neem je leesplan mee

2. Loop en praat rustig op de gang en in de mediatheek. 

3. Kijk goed welk boek je kiest.

4. Vraag mij of de begeleider van de mediatheek om hulp als het niet lukt. 

Lezen in stilte

Zelfstandig werken

• Je werkt in stilte.
• Maak opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 60
• Heb je vragen? Steek je hand op. 
  
  
• Klaar? Ga lezen in je leesboek. 

Samenwerken

• Je mag rustig samenwerken.
• Maak opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 60
  
• Heb je vragen? Steek je hand op.
  
  

Klaar? Ga lezen in je leesboek. 

Huiswerk

Maken:

• Maak opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 60

Lesdoelen

• Ik weet wat fictie en non-fictie is.
• Ik weet waarom lezen belangrijk is.
• Ik weet wat me leuk lijkt om te lezen.
• Ik heb een boek uitgekozen.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!