De Energietransitie: Groene Energie en Waterstof

De Energietransitie: Groene Energie en Waterstof

Doel van de Les

Aan het einde van deze les begrijp je de betekenissen van groene energie, groene meerprijs, waterstof, techoptimisten en verminderen.

Introduceer het doel van de les.

Wat weet jij al over groene energie en waterstof?

Groene Energie

Groene energie is energie die wordt opgewekt uit hernieuwbare bronnen zoals wind, zon en waterkracht.

Leg uit wat groene energie is en waar het vandaan komt.

Groene Meerprijs

De groene meerprijs is het extra bedrag dat betaald wordt voor groene energie in vergelijking met niet-duurzame energie.

Leg uit wat de groene meerprijs is en waarom deze belangrijk is.

Waterstof

Waterstof is een alternatieve brandstof die kan worden gebruikt in plaats van fossiele brandstoffen. Het produceert alleen water als bijproduct en geen schadelijke stoffen.

Leg uit wat waterstof is en waarom het belangrijk is.

Techoptimisten

Techoptimisten geloven dat technologie de oplossing is voor de energietransitie.

Leg uit wat techoptimisten zijn en waarom ze belangrijk zijn in de energietransitie.

Verminderen

Verminderen is het verminderen van het energieverbruik door bijvoorbeeld het gebruik van energiezuinige apparaten en het verminderen van onnodig energiegebruik.

Leg uit wat verminderen is en waarom het belangrijk is.

Voordelen van Groene Energie en Waterstof

Groene energie en waterstof zijn duurzaam, verminderen de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en verminderen de uitstoot van schadelijke stoffen.

Beschrijf de voordelen van groene energie en waterstof.

Toekomst van de Energietransitie

De toekomst van de energietransitie zal afhangen van technologische ontwikkelingen en overheidsbeleid.

Leg uit wat de toekomst van de energietransitie zal bepalen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.