Via Vervolg - T3 - H7 - materialen en middelen inzetten

Nederlands
Thema 3:
Planten en dieren

Hoofdstuk 7:
Materialen en middelen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Thema 3:
Planten en dieren

Hoofdstuk 7:
Materialen en middelen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
* Ik kan bij verschillende praktijksituaties de juiste middelen en materialen benoemen.

* Ik weet dat middelen en materialen nodig zijn om een taak uit te voeren. 

* Ik ken de meest voorkomende gevaarsymbolen. 

Slide 2 - Tekstslide

Materialen en middelen
Tijdens stage en werk krijg je te maken met materialen en middelen. Materialen en middelen zijn de dingen die je helpen om een taak uit te voeren
Voorbeeld: taak: een heg snoeien / materialen en middelen: ladder, heggenschaar, kruiwagen, handschoenen

Slide 3 - Tekstslide

Materialen en middelen
Materialen en middelen moet je op de juiste manier gebruiken en onderhouden. 
De meeste materialen en middelen gebruik je vaker dan een keer. Daarom is het belangrijk dat je materialen en middelen goed schoonmaakt na gebruik. 

Ook moet je materialen en middelen vaak op een vaste plek opbergen. Op die manier kun je de materialen en middelen de volgende keer weer makkelijk gebruiken. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Materialen en middelen
Materialen en middelen kunnen kapot gaan. 
Als je niet precies weet wat je moet doen als materialen en middelen kapot gaan, moet je om hulp vragen. 
Op die manier voorkom je dat het probleem groter wordt

Je weet dan een volgende keer beter wat je moet doen als materialen en middelen kapot gaan. 

Slide 6 - Tekstslide

Waarschuwingssymbool
Sommige materialen en middelen zijn gevaarlijk in het gebruik. Vaak worden de gevaren vermeld op de verpakking van het materiaal of het middel. Ook kun je vaak in de instructie van materialen en middelen lezen hoe je ze veilig kunt gebruiken. 

Bij machines staan de gevaren op de machine zelf.

Slide 7 - Tekstslide

Waarschuwings-
symbolen
De vermelding van het gevaar kan via een tekst of een waarschuwingssymbool gaan. Het is belangrijk dat je weet wat de verschillende waarschuwingssymbolen betekenen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vragen stellen
Als je niet zeker weet wat een waarschuwingssymbool betekent, moet je dat aan een docent of leidinggevende vragen. 

Zorg dat er geen ongelukken kunnen gebeuren!

Slide 10 - Tekstslide

Gebodsbord
Wel verplicht op de werkvloer

Slide 11 - Tekstslide

Kopieerapparaat
Vastgelopen papier

Slide 12 - Tekstslide

Doel van de les behaald?
* Ik kan bij verschillende praktijksituaties de juiste middelen en materialen benoemen.

* Ik weet dat middelen en materialen nodig zijn om een taak uit te voeren. 

* Ik ken de meest voorkomende gevaarsymbolen. 

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag! 
Maak opdracht  1 tot en met 8.

Opdracht 4 en 7 maak je zelfstandig. 

Start op bladzijde 283.
Succes! 

Slide 14 - Tekstslide