Entrenamiento Plan de trabajo

Entrenamiento de examen
Estrategias
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Entrenamiento de examen
Estrategias

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je verbeteren?
  • Concentratievermogen
  • Selectief lezen
  • Vragen gericht
  • Resultaten analyse (regelmatig)
  • Plan van aanpak: juist niet te streng maar consequent
  • Jezelf belonen :-)

Slide 2 - Tekstslide

Concentratievermogen
Korte periodes lezen en pauze
Wel doorgaan

Slide 3 - Tekstslide

Selectief lezen / Vragen gericht
  • Kop, foto's samenstelling van de tekst
  • Let op: geen recreatie tekst
  • Niet alles willen vertalen
  • Begrijp je het begin niet? Ga even door
  • De vragen kunnen helpen om de tekst beter te begrijpen

Slide 4 - Tekstslide

Resultaten analyse (regelmatig)
  • Waarom heb je goed/slecht gescoord?
  • Goed naar jezelf kijken: REDEN
  • Drie kolommen:
  • De tekst / de vraag / mijzelf
  • niet alleen afvinken, maar aangeven wat de reden was

Slide 5 - Tekstslide

Plan van aanpak
  • juist niet te streng maar consequent
  • Noteer woorden (max. 5 per tekst, bijvoorbeeld)
  • Iets doen met de woorden: mindmap, tabel, zinnen schrijven
  • Praat met jezelf in het Spaans
  • Jezelf belonen: pauzes nemen maar niet te lang wegblijven.
  • Tijd in de gaten houden en rust nemen. 
  • Na de pauze, herhalen

Slide 6 - Tekstslide

In de les
  • In kleine groepen
  • Teksten lezen, vragen beantwoorden
  • Resultaten bespreken
  • Eigen register houden
  • Leestoets bespreken
  • Lezen / spelen / quiz samen

Slide 7 - Tekstslide

l)
WEKEN (dinsdag en donderdag)
2x 28 maart
2x 29 maart
2x > 4 april
2x > 5 april  (11 t/m 14 april: buitenlandse excursies)
2x > 18 april
2x > 19 april (24 t/m 8 mei: meivakantie) 11 mei: Exámenes centrales

H5

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

OBSERVACIONES GENERALES 1

  • 150 minuten > 3 minuten p/vraag
  • Open vraag > In het Nederlands beantwoorden!
  • Geef exact aantal voorbeelden dat gevraagd wordt
  • Examen is opgebouwd in moeilijkheidsgraad
  • Sla je tekst (toch) over? Altijd controleren of je overal antwoord hebt ingevuld!

Slide 10 - Tekstslide

OBSERVACIONES GENERALES 2

Woordenboek alleen als ‘t ECHT nodig is!
Bij multiple-choice woorden let op: zij staan in alfabetische volgorde zodat je makkelijker kan zoeken. Voorbeeld:
                    ¿Qué palabra falta en la línea 48?
                          A adaptarse
                          B engañar
                          C escapar
                          D limitarse

Slide 11 - Tekstslide

TIPOS DE TEXTOS

  • Artículos de fondo (Achtergrondartikel)
  • Carta al director (Brief naar de redactie)
  • Entrevistas (Interviews)
  • Texto con huecos / opción múltiple (Gatentekst /meerkeuze-invul)
  • Texto largo con una pregunta  (Lange tekst met 1 vraag)  
  • Texto para escanear (scannen)
  • Textos cortos / folletos, etc. (Korte teksten / brochures, enz.)


Slide 12 - Tekstslide

TIPOS DE PREGUNTAS

  • Gesloten vragen (abcd/gaten)
  • Open vragen.
  • Open vragen die behoorlijk gesloten zijn (juist/onjuist; cijfers/letters).
  • Open vragen “eindterm 1”: Zo ja/zo nee.
  • Nederlandse open vragen:
  • Precies het aantal voorbeelden geven dat gevraagd wordt (nooit meer!)
  • Antwoord in het Nederlands


Slide 13 - Tekstslide

¿QUÉ QUIERE EL CITO?

  • 1. GROTE LIJN zien in het verhaal
  • 2. SIGNAALWOORDEN
  •                        a. zien (en dus herkennen)
  •                        b. analyseren (weten wat de functie van zo’n signaalwoord is)
  • 3. EXPERTS. Bij interviews meningen van deze mensen snappen en weergeven
  • 4. VOORBEELDEN herkennen en weergeven
  • 5. SCANNEN van een tekst met maar één of twee vragen

Slide 14 - Tekstslide

¿QUÉ QUIERE EL CITO?

  • LEZEN OP DETAILS is voor goede leerlingen die boven de 8 kunnen halen!
  • Verspil je tijd niet…

Slide 15 - Tekstslide

COMENTARIOS PRÁCTICOS

  • Denk goed na: WEL/  NIET eerst de gehele tekst lezen?
  • Denk goed na: WEL/ NIET voor het lezen van de tekst naar de vraag kijken?
  • TIPS: 
  • 1. Lees de vraag eerst zonder de opties. 
  • 2. Lees daarna de tekst en denk hoe je de vraag zou beantwoorden. 
  • 3. Kies het antwoord (bij multiple-choice).
  • 4. Zoek VISUEEL herkenbare woorden (¨ ¨, schuingedrukt, enz.)

Slide 16 - Tekstslide

Semana 1a 

Scanteksten en korte teksten (PA4-Boek 4 – p. 70)
Ordenar elementos de un texto
Hacer dibujos de palabras (de enlace)
Semana 2

Scanteksten en korte teksten (PA4-Boek 4 – p. 74 / p. 75)
LA PALABRA INVENTADA
palabras-imagen

Slide 17 - Tekstslide

Semana 3

Gatenteksten (PA4-Boek 4 – p. 77)
Lectura en voz alta y contestar sin texto
Triomino palabras por categoría lógica

Semana 4

Meerkeuzevragen - Langeteksten (PA4-Boek 4 – p. 87)
palabras-imagen
Palabras de enlace

Slide 18 - Tekstslide

Semana 5

Juist/onjuist-vragen - Langeteksten (PA4-Boek 4 – p. 88)
Ordenar elementos de un texto
Lectura en voz alta y contestar sin texto
Quizizz
Semana 6

Formuleringsvragen - Langeteksten (PA4-Boek 4 – p. 89)
LA PALABRA INVENTADA
Palabras y movimiento de manos
Triomino palabras por categoría lógica

Slide 19 - Tekstslide

Semana 7

Volgordevragen - Langeteksten (PA4-Boek 4 – p. 90)
Hacer dibujos de palabras (de enlace)
Quizizz



Semana 8

Ensayar solo con preguntas abiertas
lectura con mímica
palabras-imagen

Slide 20 - Tekstslide

Semana 9

Eliminar las palabras de enlace en un texto
Ordenar elementos de un texto
Clasificar palabras por categoría
Entrenar contra reloj
Quizizz

Semana 10

Predicción de temas
1. Dar lista de palabras de un texto
2. Predecir qué dice el texto
3. Después leerlo
Lectura en voz alta y contestar sin texto
el compañero dice con mímica la palabra faltante
Entrenar contra reloj

Slide 21 - Tekstslide

Empezamos

Slide 22 - Tekstslide

Semana 1


Scanteksten en korte teksten (PA4-Boek 4 – p. 70)
Ordenar elementos de un texto
Hacer dibujos de palabras (de enlace)
¿WAT IS EEN SCANTEKST?

 

  • Veel tekst, korte vraag, maar 1 punt, 
  • het zit aan het einde van het examen 
  • a) Zo ja, bewijs…
  • b) Zo nee, schrijf op ‘nee’.





Slide 23 - Tekstslide

OPMERKINGEN
  • 1. Tekstindeling: selecteer de tekst door kopjes te lezen: vet, schuin, HOOFDLETTERS…
  • staat daar wat nuttigs in, dan pas daar gaan lezen.
  • 2. Als je een vraag krijgt met bijvoorbeeld: “ …… je bent 18 jaar en je wilt in Spanje vrijwilligerswerk met dieren gaan doen".  GA DAN IN DE TEKST(EN) OP ZOEK NAAR BOVENGENOEMDE GEGEVENS IN DE VOLGORDE WAARIN ZE IN DE VRAAG STAAN (dus zoek naar: leeftijd; land; vrijwilligerswerk)



Slide 24 - Tekstslide

DECIR
SABER
SALIR
TENER
PONER
PODER
tendrá
sabrá
pondré
podrá 
pone
tengo
puede
sabe
dirá
saldrá 
sale
dice

Slide 25 - Sleepvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Uso del mando del CD-Rom

Respuestas
Texto 1

Slide 28 - Open vraag

Escuela de idiomas Los Naranjos
Texto 2

Slide 29 - Tekstslide

Escuela de idiomas Los Naranjos

Respuestas
Texto 2

Slide 30 - Open vraag

Ahorra, aprende y dona con las apps
Texto 3

Slide 31 - Tekstslide

Ahorra, aprende y dona con las apps

Respuestas
Texto 3

Slide 32 - Open vraag

Quitar el chicle pegado
Texto 4

Slide 33 - Tekstslide

Quitar el chicle pegado

Respuestas
Texto 4

Slide 34 - Open vraag

 Sitios para una película de terror
Texto 5

Slide 35 - Tekstslide

Sitios para una película de terror

Respuestas
Texto 5

Slide 36 - Open vraag

 Atención de equipajes Vueling
Texto 6

Slide 37 - Tekstslide

Atención de equipajes Vueling

Respuestas
Texto 6

Slide 38 - Open vraag

HORÓSCOPO
Texto 7

Slide 39 - Tekstslide

HORÓSCOPO

Respuestas
Texto 7

Slide 40 - Open vraag

¿Conoces los secretos del agua de coco? 
Texto 8

Slide 41 - Tekstslide

¿Conoces los secretos del agua de coco?

Respuestas
Texto 7

Slide 42 - Open vraag

Lo que debes saber sobre los tatuajes 
Texto 9

Slide 43 - Tekstslide

Lo que debes saber sobre los tatuajes

Respuestas
Texto 9

Slide 44 - Open vraag

¿Cómo elegir los zapatos adecuados para una 
fiesta?  
Texto 10

Slide 45 - Tekstslide

¿Cómo elegir los zapatos adecuados para una
fiesta?

Respuestas
Texto 9

Slide 46 - Open vraag