kua 5h herhalingsles

kua 5h herhalingsles
1 / 74
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 74 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

kua 5h herhalingsles

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: begrippenboekje, laptop, pen, papier


Log in op lesson up
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
          vandaag +
          leerdoelen
  1. Herhalen postmodernisme
  2. herhalen Massacultuur helemaal
  3. Wat ga je leren? Hoe ga je leren?


Lesdoelen:
-Ik kan de 10 kenmerken van postmodernisme uitleggen en herkennen bij nieuw kunstwerk
-ik kan de kernconcepten van massacultuur uitleggen en in historische context plaatsen

Slide 3 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
herhalen postmodernisme

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat is het verschil tussen modernisme en postmodernisme?
2. Hoe verhouden deze stroming zich tot elkaar?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Massacultuur = een periode in cultuur
Heeft kenmerken van de tijd, zoals massamedia, consumptiemaatschappij, entertainment, het vermaak (zoals film, muziek)  is makkelijk te begrijpen, originaliteit is niet meer nodig.

-Postmodernisme is een onderdeel van de massacultuur als periode.
-Postmodernisme is een reactie op het modernisme. Wat kunst betekent, is nu anders.
-Postmodernisme gebeurt vooral in de officiële kunstwereld (hoge kunst), niet altijd bij de cultuur van de massa.
-Massacultuur is breder: het geeft de cultuur aan van de massa, niet alleen wat er in een museum of een theater gebeurt. Ook wat mensen thuis leuk vinden om te zien/luisteren.

Slide 6 - Tekstslide

Dit is mega belangrijk!
Schrijf de dikgedrukte delen over in schrift
Dit is modern/postmodern, want ...
Dit is modern     of     postmodernistisch, want ...

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord is goed? 
A. Dit beeld is postmodernistisch, omdat het er heel strak en minimalistisch uitziet. Postmodernisme draait om eenvoud en het vermijden van versieringen.
B. Dit beeld is postmodernistisch, omdat het is gemaakt van kitscherige beeldjes die je in een kringloopwinkel kunt vinden. Een kenmerk van het postmodernisme is dat kitsch ook kunst kan zijn. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 
noem 3 kenmerken waarom het gebouw op de afbeelding postmodern genoemd kan worden.

Pak leerdoelen massacultuur erbij, voor de 10 kenmerken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

noem 3 kenmerken waarom het gebouw op de afbeelding postmodern genoemd kan worden. Leg uit in eigen woorden.
timer
3:00

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modernisme
Er bestaat goede smaak en slechte smaak
Kunst = stijlvol
kitsch = stijlloos


Post-modernisme

Kitsch kan ook kunst zijn

kitsch = namaakkunst die vaak is gemaakt, cliché. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Rood-Blauw-Gele Rietveldstoel, ontworpen door Gerrit Rietveld in 1918, is een icoon van de De Stijl-beweging met zijn strakke lijnen en primaire kleuren.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maarten Baas, 2002

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf zoveel mogelijk vormgevingsaspecten van deze stoelenserie.
timer
3:00

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 
De serie SMOKE van Maarten Baas kan postmodern genoemd worden. Geef hiervoor twee argumenten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

postmodernisme in muziek
"Diamonds on the Soles of Her Shoes" is een nummer van de Amerikaanse singer-songwriter Paul Simon, uitgebracht in 1986 . Het nummer bevat gastvocalen van de Zuid-Afrikaanse mannenkoorgroep Ladysmith Black Mambazo.
"Diamonds on the Soles of Her Shoes" werd geschreven toen Simon naar Zuid-Afrika ging. Tijdens zijn verblijf daar verzamelde hij verschillende muziekstukken van de lokale bevolking. Bij zijn terugkeer in New York maakte Simon het album af met de artiesten die hij uit Zuid-Afrika had meegenomen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit hoe deze postmoderne popster verschilt in werkwijze van een moderne kunstenaar.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

MODERNISME
Kopiëren van 'primitieve' culturen. Westerse cultuur domineert.

POSTMODERNISME
Cultuurrelativisme: alle culturen zijn even belangrijk en er vindt wederzijdse beïnvloeding (cross over / fusion) plaats

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De mannengroep en Paul Simon zingen uiteindelijk hetzelfde, maar zo beginnen zij niet. Leg uit hoe er aan het einde een samensmelting van verschillende zangpartijen plaatsvindt. Benoem dit proces in 3 stappen, die je kan horen.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 10 kenmerken heeft het Postmodernisme?

Jeff Koons, Play Doh, 1994-2014
CULTUURRELATIVISME (meervoudige perspectieven, gelijk aan elkaar).  
REMIXEN: opnieuw combineren, citeren, hergebruiken .
GEMAAKTHEID van de wereld (er is niet 1 waarheid, iedereen eigen waarheid) 
HERKENBAARHEID (dus figuratief ipv abstract) 
HIER & NU; het utopische toekomstbeeld staat niet meer centraal. 
ANYTHING GOES; geen originaliteit meer; alles is al eens gedaan. 
MULTI/INTERDISCIPLINAIRE KUNST; mengen kunstdisciplines voor nieuwe kunst 
HIGH ART & LOW CULTURE, door elkaar heen, geen onderscheid meer. 
KITSCH mag; wat vroeger stijlloos/smakeloos alleen decoratie was, is nu acceptabel 
IRONIE, SPOT, DUBBELZINNIGHEID in plaats van serieuze, ernstige kunst. 

Slide 23 - Tekstslide

Gemaaktheid: Iedereen kan er zelf een betekenis aan geven.
Herkenbaarheid: een berg klei.
Anything goes: dit is niet origineel, dit kan een kind.
hight art-low culture: groot kunstwerk dat gaat over kinderklei, voor bijna iedereen herkenbaar uit kindertijd. Staat in de belangrijkste musea over de wereld.
Kitsch: dit is toch geen kunst? nu wel.
Ironie: Het kan worden gezien als overdreven, over the top door de uitvergroting. 
Postmoderne dans
Postmodern in dans heeft een wat andere betekenis dan postmodern in andere disciplines. Postmoderne dans ontstaat vroeg na de WOII. Tot '45  wordt de dans gedomineerd door het expressionisme. De emotie en het gevoel staan hierbij centraal  en vormen de directe aanleiding tot de dans. Het klassieke ballet bestaat daarnaast met verhalende voorstellingen en een danstaal in voorgeschreven  bewegingen. Na '45 wordt deze scheiding losgelaten.

De formele dans die dan ontstaat, mengt de expressionistische dans met bewegingen die uit het klassieke ballet komen. Het boeiende, spannende of fascinerende van de bewegingen en de choreografie is essentieel. Daarbij is iedere beweging toegestaan. Emotie uitdrukken of een verhaal vertellen, is daarbij veel minder belangrijk. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Pina Bausch ended up being one of the pioneers of a movement that came to be known as Tanztheater, which brought together elements of dance, theater, opera, and music. But what made Bausch´s work unique, wasn’t just that she refused to stick within the boundaries of classical dance.
She also created her own poetic way of storytelling that did not follow a traditional plotline. Instead, she created a tapestry of different scenes that were usually focused on the bittersweet reality of human relationships and human existence. Her works often included the painful repetitions of the same actions, words, and movements. 
Samenvattend:
   Dans voor massa               &               Postmoderne dans
Lage kunst                                                    Hoge kunst
Gebaseerd op muziekstijl                  Gebaseerd op dansacademie                                                                           en kunstenaars       
Komt door popcultuur                            Is reactie op moderne dans
Voor vermaak, plezier                                Voor voorstellingen
ALLEBEI: HET HOEFT GEEN BOODSCHAP MEER TE HEBBEN

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Postmoderne film




Tarantino over zijn films: “I steal from every single movie ever made.” 
Hoe meer films je kent, hoe meer je postmoderne films kunt waarderen. Verwijzingen werken niet als je de verwijzing niet kent.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekendste films van Tarantino
Postmoderne kenmerken:
*Mengen van genres;
*Absurde scenes en gesprekken;
*verwijzingen naar eigen en andere films;
*Grof geweld gebruiken als normaal;
*Onverwachte montage.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Welke postmodernistische kenmerken zie je in dit filmpje van Tarantino's films?
1. Mengen van genres;
2. Absurde scenes en gesprekken;
3. verwijzingen naar eigen en andere films;
4. Grof geweld gebruiken als normaal;
5. Onverwachte montage.

---> Kijken, denken, bespreken, checken

Mag in tweetallen. Schrijf antwoorden op. Geef voorbeelden.

Slide 31 - Tekstslide

kijk samen video.

nog een keer kenmerken laten zien

Leerlingen antwoorden/nummers/opschrijven met uitleg.

bespreken
Antwoord: 1,2,3,4.  

Duidelijke antwoorden:
-mengen genres, absurde scenes en gesrpreken, grof geweld gebruiken als normaal.

Verwijzen naar andere films minder zichtbaar. Wel steeds naar eigen films: door die voeten, die kofferbak, dat komt steeds terug.

onverwachte montage: nu niet heel duidelijk omdat het korte voorbeelden achter elkaar zijn. 

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee verschillende kenmerken
van het postmodernisme die te
herkennen zijn in SCALA (Scapino ballet).

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

MODERNISME


Hoge cultuur
(=gescheiden van lage cultuur)

POSTMODERNISME

Versmelting hoge en lage cultuur

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoge kunst
Lage kunst
De elite
het volk
exclusief
populair
Serieus
oppervlakkig
Ingewikkeld
snel te begrijpen
De grenzen gaan vervagen. 

Mixen, verwijzen, wisselen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MODERNISME

"less is more"
geen decoraties, alleen functie en materiaal bepaalt het uiterlijk.
POSTMODERNISME

"less is a bore" (=saai)
Veel decoratie, vrolijk, verschillende stijlen uit geschiedenis

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modernisme
1900-1950
Kunst is een academische, serieuze bezigheid met veel regels.



Postmodernisme
1970-...
  grenzen en hokjes weghumorkunstenaar bepaalt zelf wat die maakt


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MODERNISME

Abstrahering/abstract

POSTMODERNISME

meer figuratief, vertelt verhaal, herkenbaar

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MODERNISME

Stilistische zuiverheid -> stroming met vaste regels



POSTMODERNISME

Eclectisch = combineren van verschillende kenmerken van kunststromingen

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eclectisch
Het combineren van verschillende kenmerken van kunststromingen  tot een geheel. 


vanaf 0:14

Slide 40 - Tekstslide

Voor ene latere les:
Fusion, Crossover
Zijn vormen van interculturele combinaties (mixen van culturen of subculturen) en zien we veel terug in postmodernisme (door globalisering)
MODERNISME


Originaliteit

POSTMODERNISME

Hoeft niet origineel te zijn, mag verwijzen/citeren

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MODERNISME

geloof in toekomst, vooruitgang. Verschillende ideologieën over samenleving
POSTMODERNISME

verwijzen naar verleden, er is niet 1 groot verhaal of oplossing. 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MODERNISME
Kopiëren van 'primitieve' culturen. Westerse cultuur domineert.

POSTMODERNISME
Cultuurrelativisme: alle culturen zijn even belangrijk en er vindt wederzijdse beïnvloeding (cross over / fusion) plaats

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

cultuurrelativisme: er is niet 1 cultuur overheersend, alle culturen zijn gelijkwaardig

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modernisme

Futuristen, dadaïsten, surrealisten:
Eigen stroming met vaste regels



Post-modernisme

Kunstenaar heef individuele stijl zonder regels en maakt eigen keuzes, hoeft niet origineel te zijn.

Verwijzing naar en verhaal van Metropolis
0:09

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modernisme

Vincent van Gogh
vernieuwend, nieuwe werkelijkheid, nooit veel geld verdiend aan zijn kunst. 
Kunst maken omdat je kunst wil maken, niet voor geld.
Post-modernisme

Jeff Koons
verwijst, hergebruik, grappig, commercieel, overdreven kunst. Kunstenaar is ondernemer, een van de rijkste kunstenaars ter wereld. Wat willen mensen zien? Kunst als investering.

91 miljoen dollar...

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blok 1: Kehinde Wiley
De Nigeriaans-Amerikaanse kunstenaar Kehinde Wiley schildert grote doeken waarop veelal Afro-Amerikaanse jongeren te zien zijn in klassieke poses uit de westerse kunstgeschiedenis. Terwijl de oude meesters van de schilderkunst vooral de rijke en machtige elite van Europa portretteerden, vindt Wiley zijn modellen gewoon op straat in New York. De straatcultuur van deze geportretteerden contrasteert met de conventies van de klassieke portretkunst. Hierdoor krijgt Wileys werk ook een politieke lading: hij plaatst gewone zwarte mensen op een voetstuk, iets wat vroeger uitsluitend voor welvarende witte mensen was weggelegd.


Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeeldingen. De titels van de schilderijen van Kehinde Wiley zijn vaak verwijzingen naar voorbeelden uit de kunstgeschiedenis. Zo is de titel van Wileys werk op de eerste afbeelding ontleend aan het kunstwerk uit de negentiende eeuw, dat op de tweede afbeelding te zien is.

Noem twee kenmerken van het werk op de eerste afbeelding die zijn ontleend aan het voorbeeld op de tweede afbeelding.

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de eerste afbeelding nogmaals. Wiley speelt in zijn werk vaak met stereotypes of vooroordelen, die hij omdraait. Noem een stereotype dat Wiley in dit werk omdraait.

Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je zou kunnen zeggen dat Kehinde Wiley met zijn schilderijen de kunstgeschiedenis met terugwerkende kracht wil herschrijven. Leg deze bewering uit.

Slide 53 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem zoveel mogelijk kenmerken op van het postmodernisme die op dit kunstwerk van toepassing zijn.
– CULTUURRELATIVISME (meerdere perspectieven op de wereld, culturen gelijkwaardig)
– REMIXEN: opnieuw combineren, citeren, hergebruiken
– GEMAAKTHEID van de wereld (er is niet 1 waarheid, iedereen eigen waarheid)
– HERKENBAARHEID (dus figuratief in plaats van abstract)
– HIER & NU; het utopische toekomstbeeld staat niet meer centraal.
– ANYTHING GOES; geen originaliteit meer; alles is al eens gedaan.
– MULTI/INTERDISCIPLINAIRE KUNST; mengen kunstdisciplines voor nieuwe kunst
– HIGH ART & LOW CULTURE, hoge en lage kunst door elkaar heen, geen onderscheid meer
– KITSCH mag; wat vroeger stijlloos/smakeloos alleen decoratie was, is nu acceptabel
– IRONIE, SPOT, DUBBELZINNIGHEID in plaats van serieuze, ernstige kunst.

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CULTUURRELATIVISME (meerdere perspectieven op de wereld, culturen gelijkwaardig)
REMIXEN: opnieuw combineren, citeren, hergebruiken
GEMAAKTHEID van de wereld (er is niet 1 waarheid, iedereen eigen waarheid)
HERKENBAARHEID (dus figuratief in plaats van abstract)
HIER & NU; het utopische toekomstbeeld staat niet meer centraal.
ANYTHING GOES; geen originaliteit meer; alles is al eens gedaan.
MULTI/INTERDISCIPLINAIRE KUNST; mengen kunstdisciplines voor nieuwe kunst
HIGH ART & LOW CULTURE, hoge en lage kunst door elkaar heen, geen onderscheid meer
KITSCH mag; wat vroeger stijlloos/smakeloos alleen decoratie was, is nu acceptabel
IRONIE, SPOT, DUBBELZINNIGHEID in plaats van serieuze, ernstige kunst.


Kenmerken postmodernisme (uit je hoofd leren!)

Slide 56 - Tekstslide

Deze deel ik met de leerlingen, ik stuur het in de mail naar jou. 
Is deel van de leerdoelen massacaultur.
Public Enemy – Shut ‘Em Down
De geëngageerde hiphopgroep Public Enemy wil een politieke boodschap overbrengen in het nummer Shut ‘Em Down. Ze zetten hun boodschap kracht bij door agressiviteit in zowel de muziek als de videoclip.

  • Waardoor komt de clip 'hard' over,
    gelet op de voorstelling?
  • Waardoor komt de clip 'hard' over,
    gelet op de vormgeving?
  • Waardoor komt de clip 'hard' over,
    gelet op de muziek?

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor komt de
clip 'hard' over,
gelet op de
voorstelling?

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor komt de clip 'hard' over, gelet op de voorstelling?

Slide 59 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor komt de clip 'hard' over, gelet op de voorstelling?
Zaken uit de voorstelling waardoor de clip agressief overkomt zijn:
  • Agressief gebarende zanger(s)/rapper(s)
  • Mannen in uniform
  • Beelden van politie en agressie/arrestaties/bebloede mensen
  • Wapens/gewapende mensen in beeld
  • Black Panther/black power-symbolen in beeld
  • Opruiende teksten in beeld/de Amerikaanse vlag wordt begeleid door de tekst I shut ‘m down

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor komt de clip 'hard' over, gelet op de vormgeving?

Slide 61 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor komt de clip 'hard' over, gelet op de vormgeving?
Drie zaken uit de vormgeving van de clip waardoor deze 'hard' overkomt:
- (cameravoering) De cameravoering is springerig/beweeglijk/staat nooit stil
- (montage) Soms tussen gemonteerde vage/onduidelijke beelden
- (montage) Beelden lopen door elkaar op een chaotische manier
- (vorm/kleur) Hoekige teksten in zwart, wit en rood

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormgeving muziek

Toonhoogte (hoogte klanken, instrumenten en/of stemmen)
Toonduur (maat en ritme)
Tempo (snelheid muziekstuk, langzaam-snel)
Dynamiek (klanksterkte, hard-zacht)
Klankkleur (kleur of karakter van stem of instrument)

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor komt de clip 'hard' over, gelet op de muziek?

Slide 64 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor komt de clip 'hard' over, gelet op de muziek?
Zaken uit de muziek waardoor deze 'hard' overkomt:
- (ritme) Stampend ritme
- (klankkleur) Scratchen en scratchgeluiden
- (toonhoogte) Schrille geluiden
- (vorm) Veel herhaling
- (dynamiek) Weinig melodieus/geschreeuwde tekst

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Musical, Hair, 1979

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 67 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Let it fly in the breeze
And get caught in the trees
Give a home to the fleas in my hair
A home for fleas
A hive for bees
A nest for birds
There ain't no words
For the beauty, the splendor, the wonder
Of my... Hair, hair, hair, hair, hair, hair, hair
Flow it, show it
Long as God can grow it
My hair
I want it long, straight, curly, fuzzy
Snaggy, shaggy, ratty, matty
Oily, greasy, fleecy
Shining, gleaming, streaming
Flaxen, waxen
Knotted, polka-dotted
Twisted, beaded, braided
Powdered, flowered, and confettied
Bangled, tangled, spangled, and spaghettied!

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen
  1. Wat heeft lang haar (bij mannen en vrouwen) te maken met de jeugdcultuur van de jaren 60 & 70?
  2. Hoe zie je in het fragment het postmoderne kenmerk cultuurrelativisme?
  3. Noem een aspect van theatervormgeving waaruit blijkt dat deze scene gaat om vrijheid.
  4. Noem twee aspecten van theaterspel waaruit blijkt dat deze scene gaat om vrijheid.

Slide 69 - Tekstslide

1. Het is een uiterlijke manier om zich te onderscheiden van anderen (hun ouders, politie, leraren etc) die niet hetzelfde naar de maatschappij/het leven kijken zoals zij.  Het staat voor vrijheid, rebelsheid, laat het gaan, de natuur is belangrijk. Het is een kenmerk geworden van de hippie-cultuur.
2. 
-Twee zangers met twee verschillende huidskleuren en etnische sieraden zingen naar elkaar. Hun hoofden zijn even hoog: verschillende culturele achtergronden, wel gelijk.
-Het gaat over allerlei soorten haar: stijl, krulletjes, dik, dun. Dit is allemaal gewenst en mag er allemaal bij horen. Waar de afro-Amerikaanse gemeenschap met "Afro-haar" vaak gediscrimineerd werden met als gevolg dat mensen het gingen stijlen om er meer Westers uit te zien, wordt met deze opsomming van verschillende soortne haar, erkenning en gelijkheid getoond.
3. 
-hairstyling: lang haar. Staat voor vrijheid in de hippiecultuur.
-Decor: er zijn twee plekken: een gevangenis, dat is niet vrij maar opgsloten. De andere locatie is op straat, waar je wel vrij kan rondlopen. 
-Muziek: muziek heeft een upbeat tempo en komt daardoor vrolijk over.

4. -Mimiek: hij kijkt blij, hij glimlacht.
-lichaamshouding: hij loopt in een vlot tempo vrolijk en ontspannen over straat.
-stem: er wordt hard en snel gezongen omdat ze blij zijn.


antwoorden

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
1. Het is een uiterlijke manier om zich te onderscheiden van anderen (hun ouders, politie, leraren etc) die niet hetzelfde naar de maatschappij/het leven kijken zoals zij. Het staat voor vrijheid, rebelsheid, laat het gaan, de natuur is belangrijk. Het is een kenmerk geworden van de hippie-cultuur.
2. 
-Twee zangers met twee verschillende huidskleuren en etnische sieraden zingen naar elkaar. Hun hoofden zijn even hoog: verschillende culturele achtergronden, wel gelijk.
-Het gaat over allerlei soorten haar: stijl, krulletjes, dik, dun. Dit is allemaal gewenst en mag er allemaal bij horen. Waar de afro-Amerikaanse gemeenschap met "Afro-haar" vaak gediscrimineerd werden met als gevolg dat mensen het gingen stijlen om er meer Westers uit te zien, wordt met deze opsomming van verschillende soortne haar, erkenning en gelijkheid getoond.



Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden 
3. 
-hairstyling: lang haar. Staat voor vrijheid in de hippiecultuur.
-Decor: er zijn twee plekken: een gevangenis, dat is niet vrij maar opgsloten. De andere locatie is op straat, waar je wel vrij kan rondlopen. 
-Muziek: muziek heeft een upbeat tempo en komt daardoor vrolijk over.

4. -Mimiek: hij kijkt blij, hij glimlacht.
-lichaamshouding: hij loopt in een vlot tempo vrolijk en ontspannen over straat.
-stem: er wordt hard en snel gezongen omdat ze blij zijn.

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je leren?
Cultuur van de kerk
Cultuur van het Moderne
Massacultuur

Begrippenboekje uit je hoofd

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga je leren?
1. Samenvattingen nog eens lezen.
2. Rijtjes met kenmerken + begrippenboekje uit je hoofd leren 
3. Lesson-ups doorlopen voor oefenen invulvragen
4.Oefenen met oude examens (Eindexamensite, Facet, Examenblad)

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies