IMO 3 Ik als werknemer

IMO 3 Ik als werknemer
IMO 3: Ik als werknemer
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

IMO 3 Ik als werknemer
IMO 3: Ik als werknemer

Slide 1 - Tekstslide


Wat leer ik in deze les:

  • Weten waarom je werkt / of gaat werken
  • Budgetbeheer/ met geld of salaris omgaan
  • Weten wat je rechten en plichten als werknemer zijn
  • Weten wat werknemersvaardigheden zijn en waarom  deze belangrijk zijn.


Slide 2 - Tekstslide

Waarom werken mensen?

Slide 3 - Open vraag

Leskaart 3.1 
Waarom werk jij?

Slide 4 - Tekstslide

Welk inkomen heb jij?
Salaris van bijbaan
studiefinanciering
zakgeld
Geen
Anders

Slide 5 - Poll

Waar geef jij je geld aan uit?
Wat moet jij zelf betalen?

Slide 6 - Open vraag

Wat is je NETTO loon?
A
Het bedrag dat de baas moet betalen
B
Het bedrag dat jij op je rekening krijgt

Slide 7 - Quizvraag

Wat is je brutoloon?
A
Het bedrag dat je baas moet betalen
B
Het loon dat jij op je rekening gestort krijgt

Slide 8 - Quizvraag

Wat is hoger?
A
Nettoloon
B
Brutoloon

Slide 9 - Quizvraag

Wat gaat er nog van het brutoloon af?
A
reiskosten
B
onkostenvergoeding
C
premies en belastingen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een basisbehoefte?
A
een huisdier
B
een woonruimte
C
sigaretten
D
een scooter

Slide 11 - Quizvraag

Van je salaris moet je in elk geval je basisbehoeftes kunnen betalen.
Noem een voorbeeld van een basisbehoefte

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Link

Wat zou een reden kunnen zijn waarom een jongere werkloos is ?

Slide 14 - Open vraag

Leskaart 3.2

Je rechten en plichten als werknemer


Slide 15 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een
plicht als werknemer:
wat moet jij doen?
aan welke afspraken/ regels
moet jij je houden?

Slide 16 - Woordweb

welke rechten heb jij
als werknemer

Slide 17 - Woordweb

Wat staat er NIET in je arbeidscontract?
A
het aantal uren dat je werkt per maand
B
je pauzetijden
C
Je functie en taken
D
je salaris

Slide 18 - Quizvraag

Een ander woord voor een VAST contract is
A
een 0- uren contract
B
een contract voor onbepaalde tijd
C
een contract voor bepaalde tijd
D
een uitzendcontract

Slide 19 - Quizvraag

Maak nu de opdrachten van leskaart 3.1 en 3.2
> Opdracht 30 t/m 34 en 36, 37
> Klaar? 
Maak met de 20 woorden uit de 2 woordenlijst een woordzoeker op www.woordzoekermaken.nl 

Slide 20 - Tekstslide

Leskaart 3.3
Werknemersvaardigheden

Slide 21 - Tekstslide

Werknemersvaardigheden / Beroepshouding

Slide 22 - Tekstslide

Waarom is een goede beroepshouding belangrijk?

  • Je wilt klanten tevreden stellen en houden
  • Je werkt samen met collega's
  • Je voert taken uit voor een leidinggevende
  • Je bent het visitekaartje van het bedrijf

Slide 23 - Tekstslide

Beroepshouding
  • Wordt bepaald door regels die bij het beroep passen, dit kan verschillen per sector en bedrijf.
  • Gedragscode/afspraken.
  • Collega's, leidinggevende en klanten verwachten een bepaalde houding van jou.

Slide 24 - Tekstslide

Er komt nu een filmpje
Wat doen de collega´s goed?

Docent pauzeert filmpje zodat willekeurige student antwoord kan geven

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Wat kan wel of niet?

Slide 27 - Tekstslide

Een pet dragen op je werk
dat kan zeker
lijkt me niet
ligt er aan waar je werkt

Slide 28 - Poll

Een ring dragen als je in een verpleeghuis werkt
dat kan best
dat kan niet
dat is niet hygiënisch en niet veilig

Slide 29 - Poll

altijd 5 minuten te laat komen op je werk
dat is geen probleem
dat kan een keer gebeuren
dat kan niet, je collega's verwachten je

Slide 30 - Poll

je maakt je werk nog even af, ook al is je werktijd voorbij
doei, ik ben weg, dat zou ik nooit doen
ik zou dat best een keer doen
lijkt me logisch, je laat dat niet liggen voor een collega

Slide 31 - Poll

Je hebt per ongeluk iets kapot laten vallen op je stage
ik zeg niks en ruim het snel op
ik laat het liggen en maak me vlug uit de voeten..
ik meld het bij mijn leidinggevende en ruim het op

Slide 32 - Poll

Maak nu de opdrachten van leskaart 3.3 en de maatschappij opdracht

> opdracht 38
> opdracht 39 modules online, vul je score in
> laat de maatschappij opdracht ook beoordelen door je stagebegeleider. 


Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide