Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Spelling paragraaf 4, verkleinwoorden
Spelling paragraaf 4
Verkleinwoorden
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spelling
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spelling paragraaf 4
Verkleinwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Na de lessenserie ken je de regels van de verkleinwoorden en kun je de regels toepassen
Slide 2 - Tekstslide
Welke regels voor het maken van verkleinwoorden ken je?
Slide 3 - Woordweb
-je
- Zelfstandig naamwoorden meestal -je
- de kaas
het
kaasje
- de worst
het
worstje
- het huis
het
huisje
Slide 4 - Tekstslide
-pje
woorden die eindigen op -m
- de boom het boom
pje
- de zoom het zoom
pje
- het geheim het geheim
pje
Slide 5 - Tekstslide
-tje
- de lepel het lepel
tje
- de stoel het stoel
tje
- het ding het dinge
tje
Slide 6 - Tekstslide
-tje
De medeklinker wordt verdubbeld als er een korte klinker is (niet bij alle woorden)
- de ster het ste
rr
e
tje
- de pop het po
pp
e
tje
Slide 7 - Tekstslide
-tje
Woorden die eindigen op een lange klinker (a, é, o, u)
- de auto het aut
ootje
- de paraplu het parapl
uutje
- de logé
het log
eetje
Slide 8 - Tekstslide
-tje
Woorden die eindigen op -i wordt -ietje
- de taxi het tax
ietje
- de ski het sk
ietje
Slide 9 - Tekstslide
'tje
Woorden die eindigen op -y en afkortingen
- de baby het baby
'tje
- de hobby het hobby
'tje
- de usb het usb
'tje
Slide 10 - Tekstslide
-nkje
Woorden die eindigen op -ng
- de woning het woni
nkje
- de koning het koni
nkje
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Wat is het verkleinwoord?
het logo
Slide 13 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de sms
Slide 14 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
het paard
Slide 15 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de beloning
Slide 16 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de foto
Slide 17 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de bikini
Slide 18 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de gsm
Slide 19 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de envelop
Slide 20 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de baby
Slide 21 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de baguette
Slide 22 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord van...
app?
Slide 23 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord van...
radio?
Slide 24 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord van...
la?
Slide 25 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord van
hyena
A
hyenatje
B
hyena'tje
C
hyenaatje
Slide 26 - Quizvraag
Wat is het verkleinwoord van
ring
A
ringtje
B
ringetje
C
rinnetje
Slide 27 - Quizvraag
Opdracht
Blz. 251: maak opdracht 1 en 2
Cursus 7, paragraaf 4
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Verkleinwoorden
Februari 2023
- Les met
22 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Afkortingen/Verkleinwoorden
April 2021
- Les met
17 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
2. Thema 6 Nederlands toekomst Hoofdstuk 2 verkleinwoorden Les 1
Juni 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
Verkleinwoorden
Oktober 2022
- Les met
22 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
Maart 2022
- Les met
18 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
Januari 2021
- Les met
21 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
Juni 2022
- Les met
22 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
Juni 2022
- Les met
25 slides
Spelling
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2