4.4 en leren voor de eindtoets

4.4 De Franse Revolutie 1789
  • Uitleg 4.4 deel 2                                10 min
  • Leren voor de toets                          Overige tijd
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.4 De Franse Revolutie 1789
  • Uitleg 4.4 deel 2                                10 min
  • Leren voor de toets                          Overige tijd

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kan beschrijven
  • Hoe de Franse Revolutie uitliep op Terreur
  • Wie de Jacobijnen en Girondijnen zijn
  • De gevolgen van de Franse Revolutie
Marie Antoinette
Lodewijk XVI
Begrippen

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bijeen (1789)

Eed op de kaatsbaan (juni 1789)

De bestorming van de Bastille (14 juli 1789)

Lodewijk XVI wordt onthoofd onder de guillotine  21-07-1793

Slide 3 - Tekstslide

Girondijnen
  • Meerderheid in de  Nationale Vergadering
  • Gematigden

Ze wilden langzame veranderingen, niet te veel macht voor de armen.
 
Veel Fransen waren ontevreden over het nieuwe bestuur:
  • Oorlogen verliepen slecht;
  • Armen hadden geen beter bestaan;
  • Gebrek aan politieke invloed.

Slide 4 - Tekstslide

Jacobijnen
  • Radicalen
  •  De leider is Robespierre

De Terreur 1793- 1794
  • Jacobijnen krijgen de macht in handen
  • Alle tegenstanders  werden onthoofd onder de guillotine

Slide 5 - Tekstslide

Einde aan De Terreur
zomer 1794



  • Steeds meer weerstand tegen Robespierre 

  • Juli 1794: Arrestatie en terechtstelling Robespierre


Slide 6 - Tekstslide

Napoleon Bonaparte
  • Lage adel
  • Legeraanvoerder 
  • 'Niet je afkomst maar je kundigheid bepaalt of je carrière kunt maken of niet'

Slide 7 - Tekstslide

Positieve gevolgen Franse Revolutie
Code Napoléon:
  • Wetboek van Napoleon
  • Alle mensen dezelfde wetten en straffen

Schaft in veroverde gebieden de standenmaatschappij af

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat was niet een groot probleem in Frankrijk voor de Franse Revolutie
A
Staatskas was leeg
B
De standenmaatschappij zorgde voor ongelijkheid en onvrede
C
Misoogsten
D
De koning had te weinig macht in de politiek

Slide 10 - Quizvraag

Lodewijk XVI riep de Staten-Generaal bij elkaar in 1789.
Wat is de Staten-Generaal?
A
Een vergadering met vertegenwoordigers uit de 1e en 2e stand.
B
Een vergadering met vertegenwoordigers uit de 1e, 2e en 3e stand.
C
Een vergadering met vertegenwoordigers uit de 3e stand.
D
Een vergadering met vertegenwoordigers uit de 2e stand.

Slide 11 - Quizvraag

Waarom hadden de afgevaardigden van de derde stand kritiek op de manier van stemmen bij de Staten-generaal?

Slide 12 - Open vraag

Wat was hoofdoorzaak van de Franse revolutie?
A
Grote armoede en ongelijkheid in Frankrijk
B
De Eerste stand wilde dat de Tweede stand meer belasting ging betalen
C
De adel wilde Lodewijk XVI weg hebben
D
De Tweede stand wilde dat de Derde stand meer belasting ging betalen

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet het nieuwe parlement dat op de Kaatsbaan ontstaat
A
Het parlement
B
De nationale vergadering
C
Het lagerhuis
D
De uitvoerende vergadering

Slide 14 - Quizvraag

Wat moesten de personen die op 14 juli in de kaatsbaan waren beloven?
A
Dat ze de samen de Bastille gingen bestormen
B
Dat ze allemaal trouw zouden blijven aan hen geloof
C
Dat ze bijeen zouden blijven tot er een nieuwe grondwet was
D
Dat ze met zijn alle de koning zouden vermoorden

Slide 15 - Quizvraag

Wie waren de Jacobijnen?
A
De radicalen met als leider Montesquieu
B
De gematigden met als leider Montesquieu
C
De radicalen met als leider Robespierre
D
De gematigden met als leider Robespierre

Slide 16 - Quizvraag