Le futur, 2ème unité

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

In welke tijd staat de zin:
Mais nous avons des invités à Noël!
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 2 - Quizvraag

Exercice: in welke tijd staat de zin:
Monique et Christian sont repartis à Strasbourg
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Verbes en -ir
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
A
Je partirai
B
Je partais
C
Nous partiron
D
Nous partirons

Slide 5 - Quizvraag

Verbes en -er
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
A
Nous parlerons
B
Il parlait
C
Je chanterais
D
Je chanterai

Slide 6 - Quizvraag

Verbes en -re
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
A
Je vendrai
B
Nous vendrons
C
Elle vendrai
D
Ils vendront

Slide 7 - Quizvraag

Il (danser) avec cette actrice célèbre.
A
danseri
B
danserai
C
dansera
D
danseront

Slide 8 - Quizvraag

Tu (habiter) en Afrique?
A
habiteras
B
habitas
C
habites
D
habiterons

Slide 9 - Quizvraag

zij zal praten
A
elle parla
B
elle parle
C
elle parlera
D
elle parler

Slide 10 - Quizvraag

Je _______ (prendre=nemen)
A
prendrerai
B
prendrai
C
prendrera
D
prendrerais

Slide 11 - Quizvraag

Tu ______ (être=zijn)
A
serai
B
seras
C
êtrai
D
êtras

Slide 12 - Quizvraag

Nous ______ (choisir=kiezen)
A
choisissons
B
choisirons
C
choisions
D
choisirez

Slide 13 - Quizvraag

Il ______ (parler)

Slide 14 - Open vraag

Elle ______ (demander)

Slide 15 - Open vraag

J' ______ (avoir)

Slide 16 - Open vraag

Vous _______ (prendre)

Slide 17 - Open vraag