Leren debatteren

DRAMALES 2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

DRAMALES 2

Slide 1 - Tekstslide

Leren debatteren

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen voor les 2 
Na deze les:
1. Weet je wat we de vorige les besproken hebben.
2. Weet je wat het begrip debatteren inhoudt
3. Wat een argument, een feit en een mening is. 
4. Kun je je mening aan de anderen vertellen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is burgerschap en
wat is drama

Slide 4 - Woordweb

Drama en burgerschap

Burgerschap

- Samenleven 
- Je mening vormen 
- Nadenken over de wereld 
- Ontdekken


Drama

- Verhalen vertellen met stem, mimiek en lichaam
- Fantasie gebruiken
- Met onverwachtse situaties omgaan

Slide 5 - Tekstslide

De stille monnik
Spelletje: 
We gaan in een grote cirkel zitten. Een speler, de stille monnik wordt geblinddoekt en gaat in het midden op een stoel zitten. 
De docent legt iets onder de stoel en wijst een leerling aan, deze moet zijn best doen om zonder geluid het voorwerp onder de stoel vandaan te pakken. Als de monnik toch geluid hoort geeft hij de richting van het geluid aan. Klopt het geluid en de richting, dan is degene die het voorwerp wilde pakken de monnik.

Slide 6 - Tekstslide

Debatteren?
Een debat is een groepsdiscussie waarin je gelijk wilt krijgen!

Hoe doe je dat? 
1. Luisteren
2. Beoordelen - wat vind ik ervan?
3. Reageren

Slide 7 - Tekstslide

Wat hoort er bij een debat?
1. Feit: uitspraak over iets dat waar of niet waar is. Een feit kun je controleren. 
2. Mening (standpunt): wat je van iets vindt, je kunt het er eens of oneens mee zijn en het is niet controleerbaar.
3. Argument: uitleg waarmee je een mening verdedigt. Je herkent dit aan woorden als: want, namelijk en omdat...

Slide 8 - Tekstslide

Staat hier een feit, mening of argument?

Drama is het leukste vak op school!
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

...Omdat het goed is voor je gezondheid!

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quizvraag

Hoe debateer je?
1. Ga in op wat iemand zegt. 
2. Onderbouw je mening met feiten.
3. Doe een beroep op de emotie van  anderen. 
4. Pas op voor argumenten die niet kloppen!
5. Blijf kalm en schreeuw niet!
6. Je mag van mening veranderen.

Slide 12 - Tekstslide

Leerkrachten moeten vervangen worden door robots

Slide 13 - Tekstslide

De straf voor pestende kinderen moet worden bepaald door leerlingen uit een andere klas.

Slide 14 - Tekstslide

Het belangrijkste beroep van Nederland is een leraar! 

Slide 15 - Tekstslide

President van de dag
Stel je voor dat je de president van Nederland bent geworden. Wat zijn jouw ideeen om het land te veranderen? 

Je mag minstens 3 dingen veranderen. Wat ga je doen?

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting


1. Weet je nu wat debatteren inhoudt?
2. Wat een mening, argument en feit is? 
3. En het aller belangrijkste: wat jezelf belangrijk vindt? 

Slide 17 - Tekstslide

Volgende les

Gaan we het werkboekje Leren debatteren maken!

Slide 18 - Tekstslide

1 minuut complimenten

Je krijgt een post-it op je rug. Je loopt kris kras door elkaar heen
Als ik de tijd stop, dan vorm je een duo en schrijf je een paar echte complimenten op het blaadje van je klasgenoot. Daarna wissel je om en doe je hetzelfde.

Slide 19 - Tekstslide

EINDE

Slide 20 - Tekstslide