4.3 Lezen ( reclame en column) - les 1 + 2

Terugblik + 3.3 en 3.4
Het laatste wat we vorige week herhaalden was uit 3.3:
-> het kritisch lezen van argumenten (objectief en subjectief)

Voor de toets hoef je van 3.3 moet doorlezen, zijn de begrippen:
-> argument, tegenargument en weerlegging

Voor de toets hoef je van hoofdstuk 3.4 niet te herhalen:
-> een betogende tekst schrijven
-> blokjesschema
-> AUB-structuur



1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Terugblik + 3.3 en 3.4
Het laatste wat we vorige week herhaalden was uit 3.3:
-> het kritisch lezen van argumenten (objectief en subjectief)

Voor de toets hoef je van 3.3 moet doorlezen, zijn de begrippen:
-> argument, tegenargument en weerlegging

Voor de toets hoef je van hoofdstuk 3.4 niet te herhalen:
-> een betogende tekst schrijven
-> blokjesschema
-> AUB-structuur



Slide 1 - Tekstslide

Hoofstuk 3.4 en 4.3
3.4 Schrijven
Je herhaalt hoe je overtuigend schrijft.
Je herhaalt de bedrijvende en lijdende vorm.

4.3 Lezen
Je kent het verschil tussen commerciële en ideële reclame.
Je weet wat een column is.

Slide 2 - Tekstslide

Overtuigend schrijven
Je doel is overtuigen, dus je kunt het beste:
  • helder formuleren (signaalwoorden gebruiken)
  • beeldend formuleren: show, don't tell
  • zelfverzekerd formuleren, gebruik geen woorden als misschien, mogelijk, zou kunnen, wellicht, eventueel
  • gevarieerd formuleren, je zorgt voorafwisseling in zinslengte, zinsdeelvolgorde en woordkeuze
  • persoonlijk formuleren, je gebruikt zoveel mogelijk actieve zinnen

Slide 3 - Tekstslide

Formuleren: bedrijvende en lijdende zinnen.

Actieve zinnen - zinnen in de bedrijvende vorm - leggen de nadruk op de handelende persoon en zorgen daarmee voor een levendiger en persoonlijker tekst.                                       De man sleept de inbreker het huis uit.

Passieve zinnen - zinnen in de lijdende vorm - zijn afstandelijker en formeler dan de actieve zin. 
                                                 De inbreker wordt door de man het huis uit gesleept.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Maak deze zin lijdend:
De peuter zaagde de boom om.

Slide 7 - Woordweb

Maak deze zin bedrijvend:
Ik werd door de wind omvergeblazen.

Slide 8 - Woordweb

Reclame
Tekstdoel van reclame is activeren of juist deactiveren.
Soms probeert men je in reclame ook met tekst ook te overtuigen
van de kwaliteit van een product.

Commerciële reclame: activeren tot kopen
Ideële reclame: gedrag van mensen beïnvloeden,
maatschappelijke boodschap overbrengen,
mensen behoeden/waarschuwen, mensen bewust maken.


Slide 9 - Tekstslide

Reclame
Aandacht wordt hierbij getrokken door beeld en opmaak (meer dan de tekst).

Beeld > afbeeldingen die in de tekst staan
Opmaak > manier waarop de tekst eruitziet,
verdeling van de tekst over de bladzijde,
lettertype/lettergrootte
> bepaalde elementen vallen hierdoor meer op.

Slide 10 - Tekstslide

                    Ideële reclame
                                                       Beschrijf het beeld en de opmaak.
                    Wat is het effect?

Slide 11 - Tekstslide

                     Commerciële reclame
                                    Beschrijf het beeld en de opmaak.
Wat is het effect?

Slide 12 - Tekstslide

Lezen 4.3 - les 2

Laat je reclameboodschappen zien aan de klas!

Je leert wat een column is.

Je weet wat de schrijfopdracht van periode 4 is.

Slide 13 - Tekstslide

timer
1:30
Waar denk jij aan bij een column?

Slide 14 - Woordweb

De column

In deze periode ga je een column schrijven voor een cijfer.

Hiervoor moet je overtuigend kunnen schrijven,
maar ook amuserend.

Wat is een column precies?

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een column?

  • stukje in krant/tijdschrift/internet/social media (of gesproken op tv of radio) waarin de schrijver zijn mening geeft over een actueel onderwerp
  • vaak op een vaste plek in een krant of tijdschrift
  • sluit aan bij wat er in het dagelijks leven of de maatschappij gebeurt
  • soms humoristisch, soms kritisch en provocerend (prikkelend)
  • betreft altijd de persoonlijke kijk op/mening over de wereld van de columnist

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een column?

  • columns worden geschreven over een bepaald onderwerp: politiek, voetbal, showbizz, paardrijden, enz;
  • een column moet een emotie bij de lezer losmaken, de lezer moet er bijv. lachen of het stemt hem tot nadenken.

Nogmaals: een column heeft als tekstdoel amuseren en/of overtuigen.




Slide 17 - Tekstslide

Oefenen met de column
Lees de column NS-logo op p. 28 


Slide 18 - Tekstslide

Welke kenmerken heeft deze column?
timer
1:00
A
prikkelend
B
maatschappelijk
C
actueel
D
alle drie

Slide 19 - Quizvraag