Instaptoets

Instaptoets H4 bevolking en welvaart
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Instaptoets H4 bevolking en welvaart

Slide 1 - Tekstslide

Leg uit wat er bedoeld wordt met de volgende zin: De bevolkingsdichtheid in Nederland is hoog.

Slide 2 - Open vraag

De bevolkingsdichtheid in Nederland is hoog.


Dit betekent: Er wonen in Nederland in verhouding veel mensen op een klein oppervlak.


Slide 3 - Tekstslide

Leg met een voorbeeld uit wat bevolkingsspreiding is.

Slide 4 - Open vraag

Leg met een voorbeeld uit wat bevolkingsspreiding is.
Bevolkingsspreiding vertelt iets over waar er veel of weinig mensen wonen.

Voorbeeld: In Nederland wonen veel mensen in het westen, daar is de Randstad. In het oosten van Nederland wonen minder mensen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Waarom wonen er in bepaalde gebieden weinig mensen?

Slide 7 - Woordweb

Waarom wonen er in bepaalde gebieden weinig mensen?



Te droog                                         Te hoog                               Te koud

Slide 8 - Tekstslide

Wat kan je zeggen over Java?
A
De bevolkingsdichtheid is op Java meer dan 100 inwoners per km2.
B
De bevolkingsdichtheid is op Java meer dan 200 inwoners per km2.

Slide 9 - Quizvraag

Geef een beschrijving van de bevolkingsspreiding door de eilanden Sumatra en Java met elkaar te vergelijken.

Slide 10 - Open vraag

Geef een beschrijving van de bevolkingsspreiding door de eilanden Sumatra en Java met elkaar te vergelijken.


Op Java wonen heel veel mensen, de bevolkingsdichtheid is daar hoog.

Op Sumatra wonen minder mensen dan op Java en het eiland is groter, de bevolkingsdichtheid is daar dus lager.

Slide 11 - Tekstslide

Met welke rekensom kun je de natuurlijke bevolkingsgroei uitrekenen?
A
Geboortecijfer - sterftecijfer
B
Sterftecijfer - geboortecijfer

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer groeit de bevolking van een land?
A
Als het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer
B
Als het sterftecijfer hoger dan het geboortecijfer

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer groeit de bevolking van een land?
Als het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer. 

b.v. als er veel kinderen worden geboren en de gezondheidszorg goed is. 

Slide 14 - Tekstslide

Geef drie redenen waarom de bevolking in Gambia (West-Afrika) zou kunnen groeien?

Slide 15 - Open vraag

Redenen waarom de bevolking in Gambia zou kunnen groeien.
- kinderen zijn nodig om te helpen met werken
- kinderen zijn nodig om later voor hun ouders te zorgen als die niet zelf meer kunnen werken
- er zijn weinig voorbehoudsmiddelen beschikbaar 
- meer kinderen geeft meer aanzien, met name bij gelovige mensen 

Slide 16 - Tekstslide

Een emigrant is iemand die ...
A
iemand die zich in een land vestigt
B
uit een land vertrekt

Slide 17 - Quizvraag

Emigrant en immigrant
Emigrant: persoon die het land verlaat.
Immigrant: persoon die het land inkomt.

Slide 18 - Tekstslide

Geef twee pushfactoren voor Nederland. Pushfactoren zijn negatief, dus waarom mensen uit Nederland zouden willen vertrekken.

Slide 19 - Open vraag