1. Politieke Besluitvorming

Politieke Besluitvorming
Piter Jelles !mpulse
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Politieke Besluitvorming
Piter Jelles !mpulse

Slide 1 - Tekstslide

PTA

Slide 2 - Tekstslide

Werkwijze:
30 minuten - LessonUp & aantekeningen.
1 uur - werktijd PO
(oprichten eigen partij) 

Boek en PO staat op It's Learning.
PO is veel werk, dus hou je goed aan de planner!!!

Slide 3 - Tekstslide

1.1 Politiek?
  • Als ander woord voor beleid: de maatregelen van de ministers waarmee zij een bepaald probleem willen oplossen.
  • Als staatsinrichting: het geel van regels waarin is vastgelegd hoe en door wie een land bestuurd wordt.
  • Als strategie of handelwijze om een doel te bereiken.
  • Politiek als synoniem voor behendig, sluw, slim of achterbaks. "Een politiek correct antwoord geven." 

Slide 4 - Tekstslide

Definitie:
Politiek = als een proces van omzetting van verlangens, wensen en eisen vanuit de samenleving in bindende besluiten. 
We spreken ook wel van het proces van politieke besluitvorming. Een proces dat begint bij een probleem en eindigt met een oplossing. 

Slide 5 - Tekstslide

Actoren:
In het proces van politieke besluitvorming spelen niet alleen politieke organen eeals de regering en het parlement een rol, maar bijvoorbeeld ook de media en de pressiegroepen. En ook wij als burgers zijn 'politieke actoren.'

Slide 6 - Tekstslide

#WatZieJe?

Slide 7 - Tekstslide

#WatZieJe?

Slide 8 - Tekstslide

Aanvulling door VWO 5❤️ 
Een pressiegroep is een groep of organisatie die voor lange tijd invloed uit probeert te oefenen op politieke besluitvorming.

Een belangengroep bestaat uit een groep mensen die voor hetzelfde belang opkomen, vaak in de vorm van een vereniging. Zij maken gebruik van lobbyen en proberen een politieke partij vaak te overtuigen door Kamerleden informeel te benaderen.

Actiegroepen willen vaak resultaat bereiken op een korte termijn. In tegenstelling tot belangengroepen maken actiegroepen soms gebruik van vandalisme of geweld. Vaker gebeurt het op een rustigere manier zoals bijvoorbeeld protesten en demonstraties.



Slide 9 - Tekstslide

Actiegroep
Belangengroep

Slide 10 - Tekstslide

Politieke problemen:
Politiek probleem = als een situatie die een grote groep mensen ongewenst vindt, die ontstaan is door maatschappelijke ontwikkelingen, die te maken heeft met tegengesteld belangen en die mensen (mede) door overheidsingrijpen veranderd willen zien. 

Slide 11 - Tekstslide

Welke politieke problemen ken je?

Slide 12 - Woordweb

Politieke agenda:
Problemen die aandacht krijgen van burgers en maatschappelijke groeperingen, vormen de publieke agenda.

De media-aandacht of de bemoeienis van belangengroeperingen kunnen zij tot de politieke problemen worden gemaakt en op de politieke agenda komen. 

Slide 13 - Tekstslide

VWO:

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

1.2 De Overheid
De politiek bemoeit zich (vooral) met het collectieve belangen, collectieve goederen en collectieve diensten.

Collectieve goederen zijn goederen die van algemeen belang zijn, die moeilijk via de markt kunnen worden aangeboden, maar die in principe voor iedereen beschikbaar zijn. 

Slide 16 - Tekstslide

Collectieve diensten:
Bijvoorbeeld de verdediging van ons land, maar ook het organiseren van verkiezingen. 

Slide 17 - Tekstslide

Sociaalcontract

Slide 18 - Tekstslide

Kerntaken overheid:
  • Het garanderen van openbare orde en veiligheid.
  • Het garanderen van mensenrechten.
  • Het onderhouden van buitenlandse betrekkingen.
  • Het scheppen van werkgelegenheid, sociale zekerheid, goede arbeidsomstandigheden, infrastructuur en een goed (economisch) klimaat.
  • Het zorgen voor welzijn, onderwijs, volksgezondheid en andere goederen en diensten op sociaal-cultureel gebied. 

Slide 19 - Tekstslide

VWO: taken verschuiven en veranderen
Vroeger: vooral verdedigen van landsgrenzen en handhaven openbare orde. Later steeds meer collectieve voorzieningen en grotere verzorgingsstaat. Daarna steeds marktwerking, privatisering en wens tot "participatiesamenleving". 

Slide 20 - Tekstslide

Liberaal-individualistische visie:

Sterk de nadruk legt op individuele vrijheid en van mensen die het vakkenpakket van de overheid wil beperkten tot het strikt noodzakelijke. De markt(werking) en het particulier initiatief mogen een grotere rol spelen.
Sociaal-collectivistische visie:

Die de nadruk legt op sociale gelijkheid en daarom vindt dat de overheid moet kunnen ingrijpen in het sociaaleconomische leven. Vanwege de negatieve gevolgen voor de lagere sociale economische klassen is er minder vertrouwen in marktwerking

Slide 21 - Tekstslide

1.3 Politiek en macht
De Nederlandse staat:
  • De overheid beschikt over soevereine macht.
  • Er is sprake van een bevolking waarover geregeerd wordt.
  • Het grondgebied internationaal erkend is.
  • De overheid beschikt over het geweldsmonopolie 

Slide 22 - Tekstslide

Dicatuur
Democratie

Slide 23 - Tekstslide

VWO 1.4 
Visies over politieke macht
  • Klassieke democratie theorie
  • Representatiedemocratie
  • Pluralistische democratie
  • Elitetheorie 

Slide 24 - Tekstslide

VWO - Klassieke democratietheorie:
Politici moeten doen wat het volk, dat het politieke primaat heeft, wil. Mensen zijn politiek gelijkwaardig, maken gebruik van zowel actief als passief kiesrecht en hebben toegang tot politieke functies. In praktijk gebeurt dit niet.

Slide 25 - Tekstslide

VWO - Representatiedemocratie:
 Bevolking legt hun zeggenschap in handen van gekozen professionele politici.

Slide 26 - Tekstslide

VWO - Pluralistische democratie:
Verschillende groepen burgers in de samenleving vertegenwoordigen elk hun belangen door verkiezingen, maar ook door maatschappelijke organisaties. Niet alleen politici hebben macht, maar nog veel meer actoren. Hoe meer machtsbronnen, hoe meer macht de actor krijgt.

Slide 27 - Tekstslide

VWO - Elitetheorie:
In een democratie is er altijd een elite die sleutelposities inneemt en alle macht naar zich toe trekt.

Slide 28 - Tekstslide

Opdrachten:
Deze opdrachten helpen je bij het maken van je PO.

Slide 29 - Tekstslide

Welk politiek probleem vind jij belangrijk? Waarom?

Slide 30 - Open vraag

Waarom spreken we hier van een politiek probleem? Leg dit uit aan de hand van de 4 kenmerken.

Slide 31 - Open vraag

VWO:
Op welke twee manieren is de financiering van studiebeurzen een verdelingsvraagstuk?

Slide 32 - Open vraag

VWO: Integratie is een van de grootste maatschappelijke en politieke problemen van de laatste tien jaar. Beredeneer met behulp van Eastons definitie van politiek dat integratie een politiek probleem is.

Slide 33 - Open vraag

Noem drie voorbeelden van collectieve goederen

Slide 34 - Open vraag

VWO: Steeds meer collectieve belangen zijn niet langer van nationaal belang, maar van Europees of mondiaal belang. Geef twee voorbeelden.

Slide 35 - Open vraag

Neem over in je schrift, lever een foto in op de volgende slide

Slide 36 - Tekstslide

Lever hier het schema in

Slide 37 - Open vraag

De premier van ons land heeft veel politieke macht. Noem drie machtsbronnen waarover de premier beschikt.

Slide 38 - Open vraag

VWO: alleen de klassieke opvatting van democratie is echte democratie.
Geef bij de bestuursvormen aan er geen sprake is van echte democratie en wie de macht heeft: 1 representatiedemocratie

Slide 39 - Open vraag

VWO: alleen de klassieke opvatting van democratie is echte democratie.
Geef bij de bestuursvormen aan er geen sprake is van echte democratie en wie de macht heeft: 2 pluralistische democratie

Slide 40 - Open vraag

VWO: alleen de klassieke opvatting van democratie is echte democratie.
Geef bij de bestuursvormen aan er geen sprake is van echte democratie en wie de macht heeft: 3 machtselite

Slide 41 - Open vraag

EINDE

Slide 42 - Tekstslide