In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 4: organellen
Slide 1 - Tekstslide
Spiercel 1 wordt in een 10% NaCl-oplossing gelegd Spiercel 2 wordt in in zuiver leidingwater gelegd. Na een dag is het volume van beide cellen veranderd. Welke veranderingen hebben er plaatsgevonden?
A
Het volume van beide cellen is afgenomen.
B
Het volume van cel 1 is afgenomen en het volume van cel 2 is toegenomen.
C
Het volume van cel 1 is toegenomen en het volume van cel 2 is afgenomen.
D
Het volume van beide cellen is toegenomen.
Slide 2 - Quizvraag
Wat is turgor?
A
druk van de celmembraan tegen de celwand
B
druk van de celwand tegen de cel
C
loslaten van de celmembraan van de celwand
D
druk van de celwand tegen de vacuole
Slide 3 - Quizvraag
Milieu waarin de cel zich bevind
A.
Toestand waar de cel zich in bevindt
B.
Er gaat water de cel in/ uit?
Hypertoon
Isotoon
Hypotoon
Plantaardige cellen: Sleep de onderdelen naar de juiste plek
A.
B.
Je kunt het verschil tussen osmose bij dierlijke en plantaardige cellen uitleggen
Plasmolyse
Grensplasmolyse
Turgor
In
Uit
Blijft gelijk
Slide 4 - Sleepvraag
Men legt enkele cellen uit een normale aardappel in gedestilleerd water (water met 0.0% zoutoplossing). Wat gebeurt er in de cel?
A
Water trekt de cel in dmv osmose
B
Water trekt de cel uit dmv osmose
C
Moleculen diffunderen de cel uit
D
Moleculen diffunderen de cel in
Slide 5 - Quizvraag
In B zien we plasmolyse, dit gebeurt als de cel (teveel) water verliest.
Welke uitspraak is juist aangaande het verlies van dit water?
A
Buiten de cel is de osmotische druk groter dan binnen in de cel
B
Binnen de cel is de osmotische druk groter dan buiten de cel
C
De osmotische druk buiten de cel is gelijk aan de osmotische druk binnen de cel
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer treedt plasmolyse op in een plantaardige cel?
A
Als de osmotische waarde van de extracellulaire vloeistof hoger is
B
Als de osmotische waarde van de extracellulaire vloeistof lager is
C
Als de osmotische waarde van extracellulaire vloeistof gelijk is aan de cel
Slide 7 - Quizvraag
Leerdoelen BS 4
Slide 8 - Tekstslide
Actie
Lezen basisstof 1.4 organellen
lezen basisstof 1.5 of 1.6
maken en nakijken opdr. 98 t/m 108
Hulp nodig? vinger omhoog
KLAAR? Ga verder met testjezelfs, examentrainer of thema 2
timer
10:00
Slide 9 - Tekstslide
Begrippen
celkern
chromosomen
erfelijke eigenschappen
kernlichaampje
kernporie
endoplasmatisch reticulum
ruw / glad (smooth)
ribosomen
golgisysteem
exocytose
lysosomen
enzymen
mitochondriën
cytoskelet
motoreiwitten
fosfolipiden
membraaneiwitten
receptoreiwitten
endocytose
Slide 10 - Tekstslide
de cel...
Slide 11 - Tekstslide
de cel: plant of dierlijk...
verschil in samenstelling per type cel
Slide 12 - Tekstslide
Celorganellen
onderdelen zowel bij planten- als dierlijke cellen!
liggen niet op een vaste plaats
voorbeelden: celkern, vacuole, plastiden, enz.
Slide 13 - Tekstslide
Organellen
alle organellen die we gaan bekijken:
celkern
ribosomen
endoplasmatisch reticulum -> ruw en glad
golgisysteem
mitochondriën
lysosomen
plastiden
cytoskelet met motoreiwitten
Slide 14 - Tekstslide
Organellen
alle organellen die we gaan bekijken:
celkern
ribosomen
endoplasmatisch reticulum -> ruw en glad
golgisysteem
mitochondriën
lysosomen
plastiden
cytoskelet met motoreiwitten
dit is de basis in biologie!
Slide 15 - Tekstslide
de celkern
bestaat uit
kernplasma
kernmembraan
kernporiën
bevat:
chromosomen: bestaan uit DNA, DNA codeert voor bouw van eiwitten
kernlichaampje (nucleolus) die de ribosomen maakt
Slide 16 - Tekstslide
ribosomen
maken eiwitten
bolvormige organellen
gemaakt in de celkern
ligging:
op ruwe endoplasmatisch reticulum
los in cytoplasma
eiwitten bepalen erfelijke eigenschappen, zijn de uitvoerders van alles in je cellen
Slide 17 - Tekstslide
endoplasmatisch reticulum
bestaat uit:
een dubbel membraan
met of zonder ribosomen
ruw* endoplasmatisch reticulum:
produceert de eiwitten
glad endoplasmatisch reticulum:
rol bij vetproductie
afbraak gifstoffen
* ruw vanwege de ribosomen
Slide 18 - Tekstslide
Golgisysteem
bestaat uit
stapel membranen
functie:
volgende stap in eiwitsynthese (productie)
bewerkt nieuwe eiwit moleculen tot juiste vorm
eiwitten gaan eruit in blaasjes (lysosomen)
Slide 19 - Tekstslide
organellen
werken samen in de
productie van:
van DNA tot eiwit
Slide 20 - Tekstslide
Golgisysteem/golgi apparaat
secretie
het vrijkomen van stoffen
exocytose
blaasjes vervoer naar buiten de cel
lysosomen
blijven in de cel
spelen een rol bij de vertering
Slide 21 - Tekstslide
Celkern: Regelt alles wat er in de cel gebeurt
Kernlichaampje: Produceert ribosomen
Ribosomen: Produceren eiwitten
Endoplasmatisch reticulum: Dubbele membranen met afgeplatte holtes en kanaaltjes
Ruw: Bevat ribosomen
Golgisysteem: Neemt blaasjes met eiwitten op en bewerkt de eiwitten tot hun uiteindelijke vorm
Slide 22 - Tekstslide
plastiden
Slide 23 - Tekstslide
chloroplasten
te vinden in:
plantaardige cellen
bouw:
dubbel membraan met daar disks (thylakoïden) die enzymen bevatten voor fotosynthese
functie:
opzetting licht + water + CO2 in glucose en O2
Slide 24 - Tekstslide
Mitochondriën
bouw
dubbele geplooide membranen
eigen genen: mtDNA (via moeder)
functie = energiefabriek
verbranding van glucose tot energie opgeslagen als
aantal in cel afhankelijk van energieverbruik
Slide 25 - Tekstslide
celmembranen...
bouw:
een dubbele laag fosfolipiden: (2 vetzuren met 1 fosfor)
met eiwitten, koolhydraten, vetten
functie
regelen van stoffen binnen en buiten de cel
eiwitmoleculen die een rol spelen bij transport noem je transporteiwitten