Spelling les 9 th5 gr7

Spelling

1 / 11

Slide 1: Tekstslide

Basisschool

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Typ het woord over met het achterste stukje: iaal, ieel of ueel
Act...
lin.....
financ....

Slide 2 - Open vraag

Doel bespreken

We schrijven vandaag woorden met -iaal, -ieel en -ueel.

Slide 3 - Tekstslide

Typ het eerste woord.

Slide 4 - Open vraag

Typ het tweede woord.

Slide 5 - Open vraag

Typ het derde woord.

Slide 6 - Open vraag

Typ het vierde woord.

Slide 7 - Open vraag

Typ het vijfde woord.

Slide 8 - Open vraag

Typ het zesde woord.

Slide 9 - Open vraag

Typ het zevende woord.

Slide 10 - Open vraag

Typ het achtste woord.

Slide 11 - Open vraag

Spelling les 9 th5 gr7

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Open vraag

Meer lessen zoals deze

-iaal, -eaal, -ieel, -ueel

-iaal, -eaal, -ieel, -ueel

-iaal, -eaal, -ieel, -ueel

Spelling - woorden met iaal, ieel en ueel

Spelling - woorden met iaal, ieel en ueel

Spelling -iaal; -ieel en -ueel

31. Thema 5, week 3 Les 10 Woorden met -iaal, -ieel, -eaal en -ueel

-iaal, -eaal, -ieel, -ueel