In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Was lernen wir heute?
Die Regeln / Wie arbeiten wir?
Methode - Brückenschlag - Kapitel 1 start
Slide 2 - Tekstslide
Wie lernt ihr Deutsch?
Mit dem Buch
Online = Extra
slim stampen
Nachrichten aus Deutschland
Eigenes Material
Slide 3 - Tekstslide
Die Regeln
Laptop, Arbeitsbuch immer dabei
Toilettenbesuch vor Anfang der Stunde
Slide 4 - Tekstslide
Warum lernen wir Deutsch?
Kurzer Film
HÖREN und SEHEN !!
je hoort zo 2 redenen, welke?
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Ik ben benieuwd wat jij over Duitsland weet. Kies het goede antwoord. Er is maar één antwoord correct. Iedereen staan. Bij goed antwoord blijf je staan, bij fout antwoord ga je zitten
Slide 7 - Tekstslide
In Duitsland bestaan meer dan ........... verschillende soorten worst.
A
100
B
500
C
1000
Slide 8 - Quizvraag
Hier staan vier automerken. Welk automerk komt niet uit Duitsland?
A
BMW
B
Toyota
C
Mercedes
D
Volkswagen
Slide 9 - Quizvraag
.................. is bij uitstek de populairste sport in Duitsland.
A
Voetbal
B
Zwemmen
C
Golf
D
Autorace
Slide 10 - Quizvraag
Aan hoeveel landen grenst Duitsland?
A
6
B
8
C
9
D
10
Slide 11 - Quizvraag
In Duitsland wordt een waardering op school van ... tot en met ..... gegeven,
A
2-5
B
1-6
C
1-10
D
10-20
Slide 12 - Quizvraag
Welke landen grenzen er aan Duitsland?
A
Frankrijk, Rusland, Hongarije
B
Denemarken, Italië, Rusland
C
Tsjechië, België, Denemarken
D
Alle bovengenoemde landen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is dit?
A
eine Bretzel
B
ein Kaiserbrötchen
C
ein Käsebrötchen
D
ein Baguette
Slide 14 - Quizvraag
Hoe noemen de Duitser dit figuurtje?
A
Gartenzwerg
B
Gartenmann
C
Gartenkerlchen
D
Zaunkabalter.
Slide 15 - Quizvraag
Wat krijg je als je in Duitsland een "Frikadelle" bestelt? Een ...
A
braadworst met saus
B
soort gehaktbal
C
broodje kroket
D
frikandel met mayo, curry en uitjes
Slide 16 - Quizvraag
Duitsers betalen ook sinds 2002 met euro 's. Wat was daarvoor de munteenheid in Duitsland?
A
Das deutsche Pfund
B
Die deutsche Krone
C
Die deutsche Mark
D
Der deutsche Franken
Slide 17 - Quizvraag
Op de homepagina (de boekenplank) bij klassen klikken op Klascode en code invoeren
Klas 3M 2 Koppelcode : 68546
Slide 18 - Tekstslide
In 2tal. De persoonlijke voornaamwoorden + haben en sein
Enkelvoud
ik heb ich habe
jij hebt
hij heeft
zij heeft
het heeft
Meervoud
wij hebben
jullie hebben
zij hebben
U heeft
Slide 19 - Tekstslide
Enkelvoud
ik heb ich habe
jij hebt du hast
hij heeft er hat
zij heeft sie hat
het heeft es hat
Meervoud
wij hebben wir haben
jullie hebben ihr habt
zij hebben sie haben
U heeft Sie haben
Slide 20 - Tekstslide
Enkelvoud
ik ben
ij bent
hij is
zij is
het is
Meervoud
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
U is
h
Slide 21 - Tekstslide
Enkelvoud
ik ben ich bin
ij bent du bist
hij is er ist
zij is sie ist
het is es ist
Meervoud
wij zijn wir sind
jullie zijn ihr seid
zij zijn sie sind
U is Sie sind
h
Slide 22 - Tekstslide
de bezittelijke voornaamwoorden
mijn =
jouw =
zijn =
haar =
ons/onze =
jullie =
hun =
uw =
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Online - Brückenschlag
we herhalen belangrijke stof van vorig jaar
Wortschatz
Grammatik
Slide 25 - Tekstslide
Hausaufgaben für 10 september
Brückenschlag 1 Wortschatz + Grammatik
leren: de persoonlijke voornaamwoorden + de vervoegingen v h werkwoord haben en sein. schriftelijk of mondelinge overhoring