TaalCompleet B1 thema 1 herhaling
1 / 28
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Govert was heel ........ ...... de cursus. Hij vond dat hij veel leerde.
A
depressief met
B
ideaal voor
C
enthousiast over
D
populair met
Slide 2 - Quizvraag
Dit is een ..... boek als je nieuwe woorden wil leren.
A
stabiel
B
direct
C
ideaal
D
eenzaam
Slide 3 - Quizvraag
Als je een bedrijf hebt, moet je veel ..... doen voor de belastingdienst
A
recht
B
administratie
C
manager
D
uitdaging
Slide 4 - Quizvraag
Het is een goede ..... om elke dag een half uur te wandelen.
A
gewoonte
B
talent
C
karakter
D
milieu
Slide 5 - Quizvraag
Bij mijn ouders thuis mag iedereen blijven eten. Zij zijn heel ...
A
een rol spelen
B
onafhankelijk
C
gastvrij
D
onderdeel
Slide 6 - Quizvraag
In 1956 werd Marokko ... van Frankrijk en Spanje.
Slide 7 - Open vraag
Ik neem ontslag op mijn werk. Dat is een moeilijke ....
Slide 8 - Open vraag
Ik vind een gitaar een heel mooi muziek.....
Slide 9 - Open vraag
Autorijden is slecht voor het .....
Slide 10 - Open vraag
Maak een zin met het woord 'onderdeel'
Slide 11 - Open vraag
Maak een zin met het woord 'deskundig'
Slide 12 - Open vraag
Maak een zin met het woord 'vertrouwen'
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Wat doet de vrouw?
Slide 15 - Open vraag
Wat doet deze man?
Slide 16 - Open vraag
Wat doen de mannen?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Tijdens mijn studie ga ik 6 maanden stage .............
A
krijgen
B
nemen
C
lopen
D
hebben
Slide 19 - Quizvraag
Het is al 12 uur en ik heb nog niet ontbeten. Nu ............ ik heel veel honger!
A
krijg
B
heb
C
wil
D
ben
Slide 20 - Quizvraag
Morgen doe ik voor de derde keer rijexamen. Ik hoop dat ik eindelijk mijn rijbewijs ga .................
A
halen
B
krijgen
C
hebben
D
doen
Slide 21 - Quizvraag
Ahmed werkt bij de NS. Hij ......... al 12 jaar in dienst bij deze organisatie.
A
heeft
B
komt
C
is
D
blijft
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
Zij heeft het aan mij .....
Zij heeft het aan mij .....
A
gebeloofd
B
belooft
C
beloven
D
beloofd
Slide 24 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord van:
schoonmaken
Ik heb de badkamer ....
schoonmaken
Ik heb de badkamer ....
A
geschoonmaakt
B
gemaaktschoon
C
schoongemaakt
D
schoonmaakt.
Slide 25 - Quizvraag
Wat is het
voltooid deelwoord van denken?
Zij heeft vaak aan hem ....
voltooid deelwoord van denken?
Zij heeft vaak aan hem ....
A
gedenkt
B
gedenken
C
gedacht
D
gedenkd
Slide 26 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord van aanwijzen?
De man heeft de vrouw ....
De man heeft de vrouw ....
A
aangewijzen
B
aangewozen
C
geaanwijst
D
aangewezen
Slide 27 - Quizvraag
karakter
