2HV K4 Tiere G Schreiben
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Welke uitgang krijgt de stam van het werkwoord bij: ich
A
en
B
t
C
e
D
st
Slide 6 - Quizvraag
Welke uitgang krijgt de stam van het werkwoord bij: er/sie/es
A
en
B
t
C
e
D
st
Slide 7 - Quizvraag
Welke uitgang krijgt de stam van het werkwoord bij: du
A
en
B
t
C
e
D
st
Slide 8 - Quizvraag
Welke uitgang krijgt de stam van het werkwoord bij: wir
A
en
B
t
C
e
D
st
Slide 9 - Quizvraag
Welke uitgang krijgt de stam van het werkwoord bij: ihr
A
en
B
t
C
e
D
st
Slide 10 - Quizvraag
Wat was het ezelsbruggetje voor de voltooid deelwoorden?
A
(fe)e-st-t-en-t-en
B
(e)e-t-t-en-t-en
C
bever + ieren
Slide 11 - Quizvraag
Wat was het ezelsbruggetje voor de uitgangen van de zwakke werkwoorden?
A
(fe)e-st-t-en-t-en
B
(e)e-t-t-en-t-en
C
bever + ieren
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de standaard regel van het voltooid deelwoord?
A
stam+t
B
ge+stam+t
C
ge+stam+en
D
uit de woordenlijst
Slide 13 - Quizvraag
Hoe maak je het voltooid deelwoord van woorden die beginnen met ver-?
A
stam+t
B
ge+stam+t
C
ge+stam+en
D
uit de woordenlijst
Slide 14 - Quizvraag
Hoe maak je het voltooid deelwoord van woorden die beginnen met be-?
A
stam+t
B
ge+stam+t
C
ge+stam+en
D
uit de woordenlijst
Slide 15 - Quizvraag
Hoe maak je het voltooid deelwoord van woorden die eindigen op -ieren?
A
stam+t
B
ge+stam+t
C
ge+stam+en
D
uit de woordenlijst
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Link
Welke uitgang krijgt de stam van het werkwoord bij: sie/Sie
A
en
B
t
C
e
D
st
