3Aa - par. 4.1

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Noem één van de kansen voor de kerk door de godsdienstvrijheid en het groeien van de macht

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat was een reden dat mensen protesteerden toen de kerk meer vrijheid en meer macht kreeg?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe heette de kerkelijke rechtbank die ketters opspoorde en vervolgde?
A
Inquisitie
B
Katharen
C
Waldenzen
D
Innocentius

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

De inquisitie kon ketters veroordelen tot de doodstraf. Waarom werd dit opgericht?
A
De kerk zou anders uit elkaar vallen
B
Volgens de kerk is er maar één juiste manier om te geloven
C
Ze overtraden de wet, daarom een rechtbank
D
Zo kregen ketters geen plekje in de hemel

Slide 17 - Quizvraag

Ketters zijn
A
volgzame katholieken
B
mensen die zich niet aan de officiële leer van de kerk hielden
C
Monniken die in kloosters wonen en zich richten op God
D
mensen die aflaten kopen

Slide 18 - Quizvraag

Vier uitspraken: Welke zijn juist en onjuist?

1 De middeleeuwse mensen waren gelovig en erg bezig met het leven na de dood.
2 Volgens de kerk zou bijna iedereen na zijn dood voorgoed in de hel terecht komen.
3 Kerken waren kleine, sombere gebouwen, waaraan weinig geld werd besteed.
4 Joden en ketters werden door de kerk gewantrouwd en vaak wreed vervolgd.
A
1= juist, 2= onjuist, 3= onjuist, 4- juist
B
1= onjuist, 2= onjuist, 3= onjuist, 4- juist
C
1= juist, 2= juist, 3= onjuist, 4- juist
D
1= juist, 2= onjuist, 3= juist, 4- juist

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Hoe kwam Erasmus tot de conclusie dat er van de oorspronkelijk leer van het geloof niks klopte?
A
Hij ontmoette Jezus en kon zo in gesprek gaan
B
Hij onderzocht historische bronnen
C
Hij ging in gesprek met de Paus
D
Hij ontdekte fouten in de vertaling van de bijbel

Slide 26 - Quizvraag

Welke conclusies over Erasmus kloppen?
A
Erasmus was een Humanist
B
Erasmus was een Protestant
C
Erasmus past bij het kenmerkende aspect: 'hernieuwde oriëntatie op de Klassieke Oudheid'
D
Erasmus past bij het kenmerkende aspect: "Nieuw mens- en wereldbeeld en nieuwe wetenschappelijke belangstelling"

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide