In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Formatieve toets 3.1 China
Slide 1 - Tekstslide
Welk kenmerkend aspect dat voor de westerse geschiedenis past bij de negentiende eeuw, is minder passend bij de Chinese geschiedenis van de negentiende eeuw? (1p)
A
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
B
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen, zoals het nationalisme.
C
De industriële revolutie die de basis legde voor een industriële samenleving.
D
Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
Slide 2 - Quizvraag
De machtspositie van de Qing-dynastie verzwakte aan het einde van de negentiende eeuw.
Welke van de onderstaande voorbeelden is geen interne factor die bijdroeg aan deze verzwakking? (1p)
A
Door een sterke bevolkingsgroei braken er hongersnoden uit.
B
Veel mandarijnen maakten zich schuldig aan corruptie.
C
Bestuursfuncties werden verdeeld op basis van vriendjespolitiek.
D
Via Kanton werden grote hoeveelheden opium door China verspreid.
Slide 3 - Quizvraag
Gebruik bron 1. (zie volgende dia) Stel, je schrijft een scriptie over de geschiedenis van China tussen 1842 en 1911. Je gebruikt de bron ter illustratie van een indirecte oorzaak voor een van onderstaande gebeurtenissen.
Bij welke gebeurtenis past deze bron, ter illustratie van een indirecte oorzaak, het beste? (1p)
A
Het verdrag van Nanking.
B
De Taipingopstand.
C
De Tweede Opiumoorlog.
D
De Bokseropstand.
Slide 4 - Quizvraag
Toelichting: De mandarijn Lin Zexu geeft opdracht tot het begraven van opium in
geulen, waarin het wordt vermengd met kalk, water en zout. Daarna
worden er dijken doorgebroken, waardoor het mengsel in zee
verdwijnt.
Slide 5 - Tekstslide
Welk kenmerkend aspect past bij de achtergrond van de Taipingopstand (1850-1864)? (1p)
A
Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
B
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
C
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme,
confessionalisme en feminisme.
D
Het in de praktijk brengen van totalitaire ideologieën, zoals het communisme.
Slide 6 - Quizvraag
Een historicus doet over de Bokseropstand twee uitspraken: I. De deelnemers aan de opstand waren voornamelijk boeren die zich met hun gewelddadige acties onder meer wilden afzetten tegen het falende keizerlijk gezag. II. De hervormingen die als reactie op de Bokseropstand door het keizerlijk hof werden genomen, waren door westerse overheden afgedwongen in een Ongelijk Verdrag.
Zijn de uitspraken juist of onjuist? (1p)
A
Uitspraak I en II zijn allebei juist.
B
Uitspraak I en II zijn allebei onjuist.
C
Uitspraak I is juist. Uitspraak II is onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist. Uitspraak II is juist.
Slide 7 - Quizvraag
Zes gebeurtenissen uit de Chinese geschiedenis tussen 1842 en 1911: 1. Een opstand tegen het keizerlijk gezag, geleid door Sun Yat-sen, mislukt. 2. De ambassadewijk van Beijing wordt een doelwit van de Boksers. 3. De Chinese keizer grijpt in en laat twintigduizend kisten opium van de Britten vernietigen. 4. Na de Chinees-Japanse oorlog wordt China wederom een Ongelijk Verdrag opgelegd. 5. De Eerste Opiumoorlog breekt uit. 6. De Zelfversterkingsbeweging start met activiteiten om China op militair gebied te moderniseren.
Wat is de juiste chronologische volgorde, van vroeger naar later? (1p)
A
6, 5, 3, 2, 1, 4.
B
5, 6, 2, 3, 4, 1
C
3, 5, 4, 6, 2, 1.
D
3, 4, 6, 1, 2, 5.
Slide 8 - Quizvraag
Leg uit bij welk kenmerkend aspect van de negentiende eeuw de Ongelijke Verdragen passen die tussen westerse mogendheden en China werden gesloten. (2p)
Slide 9 - Open vraag
In de opstelling van keizerin Cixi is een opvallende verandering waar te nemen. Namelijk: - tijdens de Bokseropstand koos zij openlijk de kant van de rebellen; - na het neerslaan van de Bokseropstand stimuleerde zij een aantal politieke en sociale hervormingen. Leg uit: dat hieruit blijkt dat er sprake was van een verandering in de opstelling van de keizerin ; • welk politiek motief Cixi had om de Bokseropstand te steunen ; • welk motief Cixi had om na de Bokseropstand een aantal politieke en sociale hervormingen te bepleiten.