Simple Past - Extra

Simple Past - Part 2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Simple Past - Part 2

Slide 1 - Tekstslide

Remember?
I panic.
I (to panic) yesterday.
I play.
I (to play) last week.
I marry.
I (to marry) three years ago

Slide 2 - Tekstslide

Answers:
  • Panicked
  • Played
  • Married 

Slide 3 - Tekstslide

Nóg twee uitzonderingen
1. Korte werkwoorden met maar één klinker krijgen een extra medeklinker voor -ed.
I swap my Pokémon card for yours.
Yesterday I swapped my Pokémon cards with a friend.

2. Woorden die eindigen op een -L met één klinker ervoor krijgen een extra -L voor -ed
I travel often.
We travelled to London with school.

Slide 4 - Tekstslide

Past Simple
Ontkenningen

Een ontkenning (-) in de past simple maak je met did not/didn't + het hele werkwoord.
He didn't steal that bag! (ww to steal)
They didn't do their homework. (ww to do)

Uitzondering:

Als je werkwoord het werkwoord to be is (am/are/is) in een ontkenning wordt dat was/were.
I/he/she/it: was   ---- She was late.
You/they/we: were  ---- They were hungry.



Slide 5 - Tekstslide

Past Simple - vraag zinnen
Vragen over het verleden stel je met 'Did' voor het onderwerp.
Kun je deze zinnen vragend maken?
They did their work.

They slept too long.

Slide 6 - Tekstslide

Answers:
Did they do their work?

Did they sleep too long?

Slide 7 - Tekstslide

Maak ontkennend:
They worked at the store.
A
Didn't they worked at the store.
B
They did worked at the store.
C
They didn't work at the store.

Slide 8 - Quizvraag

Maak vragend:
He did his home work.
A
Did he do his home work?
B
He did his home work?
C
Did he his home work?

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste verleden tijd.
I travel to Egypt.
A
I traveled to Egypt.
B
I travelled to Egypt.

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van het werkwoord:
I (to grab) the books.
A
grabed
B
grabbed

Slide 11 - Quizvraag

Kies de juiste zin:
Was hij te laat?
A
He was late.
B
He were late.

Slide 12 - Quizvraag