literatuurgeschiedenis: 1500-1800 deel 2

1 / 25
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Wat is een acrostichon?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1
• ‘Geloofsstrijd’: het Wilhelmus beschrijft de moeilijke positie van Willem van Oranje, die zelf Luthers is, maar trouw moet zweren aan de katholieke koning Filips II van Spanje.
• ‘Willem van Oranje’: het Wilhelmus gaat over Willem van Oranje; het is zelfs vanuit zijn perspectief geschreven.
• ‘Liederen’: het Wilhelmus is een Geuzenlied, dat wil zeggen een lied van de aanhangers van Willem van Oranje, gericht tegen het bewind van Filips II.

Slide 4 - Tekstslide

vraag 2
• Willem zegt dat hij de koning van Spanje (Karel V en later diens zoon Filips II) altijd gerespecteerd heeft, omdat hij aan zijn hof in Brussel is opgevoed (hij kon het altijd goed met Karel vinden).  
• Willem zegt dat hij de koning van Spanje altijd geëerd heeft, omdat hij het als de wil van God ziet dat de Filips II heerst over de Nederlanden.

Slide 5 - Tekstslide

vraag 3
Als Willem David is, is de Spaanse koning Filips II Saul.
Toelichting
Saul wordt in strofe 8 ‘de tiran’ genoemd. In strofe 6 staat ‘moge ik de tirannie verdrijven’ en daarmee wordt de heerschappij van Filips II bedoeld.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

vraag 4
Uit deze vergelijking spreekt de hoop dat Willem uit ‘de verdrukking’ gehaald zal worden en van ‘de ellende’ bevrijd wordt en dat hem uiteindelijk een ‘zeer groot koninkrijk’ gegeven zal zijn. 

Slide 8 - Tekstslide

vraag 5
In strofe 11 en 12 wordt beschreven hoe het Spaanse leger op de vlucht zou zijn geslagen voor het leger van Willem. Dit is echter niet waar. Alva, Filips’ generaal, is niet op de vlucht geslagen, maar heeft besloten om niets te doen, omdat het leger van Willem toch niet aan zou vallen. 

Slide 9 - Tekstslide

vraag 6
Willem gehoorzaamt de Spaanse koning niet, omdat hij vindt dat hij gehoorzaam moet zijn aan ‘God de Heer,/ de allerhoogste majesteit’. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Wat betekent renaissance?

Slide 22 - Open vraag

Waarom voelt men zich wedergeboren?

Slide 23 - Open vraag

antropocentrisch
theocentrisch
God en het hiernamaals staan centraal
de mens en het hier en nu staan centraal
renaissance
middeleeuwen

Slide 24 - Sleepvraag

Huiswerk
lezen §5.1, blz 98-99
maken §5.3, blz 104-105

Slide 25 - Tekstslide