4.3 Gewrichten/beenverbindingen

4.3 Beenverbindingen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4.3 Beenverbindingen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
herhalen 10 min
nieuwe stof: 4.3 gewrichten/beenverbindingen 15 min
zelf aan de slag! 20 min
terugkoppeling 5 min

Slide 2 - Tekstslide

Wie heeft er meer botten?
A
een baby
B
een volwassen persoon
C
ze hebben even veel botten

Slide 3 - Quizvraag

De botten van een kind bevatten meer kalk dan de botten van een bejaarde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Doelen van Het skelet
Je kent de delen van het lichaam
Je kunt de botten benoemen in een afbeelding van het skelet
Je kunt de vier functies van het skelet benoemen

Slide 5 - Tekstslide

Doelen van Botten
Je kunt de kenmerken van botten en van kraakbeen noemen
Je kunt beschrijven hoe botten veranderen als mensen ouder worden

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een verschil tussen kraakbeen en been?

Slide 7 - Tekstslide

Wat verandert er in je botten wanneer je ouder wordt?

Slide 8 - Tekstslide

Thema 4 - Stevigheid en beweging

4.3 - Gewrichten

Slide 9 - Tekstslide

Doelen van deze paragraaf
  • Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven
  • Je kunt beenverbindingen beschrijven.
  • Je kent het verschil tussen een kogel en een scharnier gewricht.

Slide 10 - Tekstslide

Beenverbindingen
Botten zijn verbonden met elkaar

Beweeglijk of juist niet beweeglijk
Afhankelijk van functie

Slide 11 - Tekstslide

Beenverbindingen

Slide 12 - Tekstslide

Beenverbindingen
Naadverbinding
Vergroeiing
Kraakbeenverbinding
Gewricht

Slide 13 - Tekstslide

Fontanellen




Kleine fontanel groeit in de eerste 2 maand dicht
Grote fontanel groeit na een half jaar dicht. Dit kan tot het 3e levensjaar duren

Slide 14 - Tekstslide

Beenverbindingen
Naadverbinding
Vergroeiing
Kraakbeenverbinding
Gewricht

Slide 15 - Tekstslide

Beenverbindingen
Naadverbinding
Vergroeiing
Kraakbeenverbinding
Gewricht

Slide 16 - Tekstslide

Beenverbindingen
Naadverbinding
Vergroeiing
Kraakbeenverbinding
Gewricht

Slide 17 - Tekstslide

Vragen
1. Voor welke functie van het skelet zijn gewrichten nodig?
2. In je knie zit een gewricht. Noem nog drie plaatsen in je lichaam waar een gewricht zit
timer
2:00

Slide 18 - Tekstslide

Gewrichten
Botten kunnen bewegen
Gewrichtskom + gewrichtsknobbel

Gewrichtskapsel er omheen

Slide 19 - Tekstslide

Bouw van een gewricht

Slide 20 - Tekstslide

kogelgewricht

Slide 21 - Tekstslide

scharniergewricht

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Vragen?

Slide 24 - Tekstslide

Aan het werk


Eerst zelfstandig (dus alleen werken!) voor 5 min. !
Daarna samen met je directe buurman of vrouw

Maken: 
BK 4.3 (Gewrichten) - Opdracht 1 t/m 5 klaar ? Opdracht 6 en 7

KGT 4.3 (Beenverbindingen) - Opdracht 1 t/m 7 Klaar? opdracht 8 en 9
Helemaal klaar? Laten het zien  aan je docent
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Bot bestaat uit ..... en .....

Slide 27 - Tekstslide

Kalk

Botten bestaan veelal uit kalk. Dit geeft het bot de stevigheid

Kraakbeen bevat minder kalk

Slide 28 - Tekstslide

Lijmstof


Kraakbeen bestaat veelal uit lijmstof. Dit geeft het kraakbeen zijn flexibiliteit.


Slide 29 - Tekstslide

Een gewricht wordt bij elkaar gehouden door....
A
kapselbanden
B
gewrichtsbanden
C
kapselbanden en gewrichtsbanden
D
spieren

Slide 30 - Quizvraag

Wat zit er tussen de wervels?
A
Kraakbeen
B
Botten
C
Kapselbanden
D
Gewrichten

Slide 31 - Quizvraag

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht

Slide 32 - Quizvraag

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht

Slide 33 - Quizvraag

Welke beenverbinding kun je NIET bewegen?
A
Gewricht
B
Naadverbinding
C
Kraakbeenverbinding

Slide 34 - Quizvraag

Hoe noem je deze beenverbinding?
A
Gewricht
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Naad

Slide 35 - Quizvraag