26 maart Spreekwoorden en uitdrukkingen

Vandaag: 10 min lezen
-uitdrukkingen
- aan booktok werken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vandaag: 10 min lezen
-uitdrukkingen
- aan booktok werken

Slide 1 - Tekstslide

 Uitdrukkingen

Vandaag gaan we het over uitdrukkingen hebben.




Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Hij heeft een mooi huis, een goede baan. Hij heeft zijn schaapjes op het droge.
Wat betekent deze uitdrukking?

Slide 3 - Tekstslide

Kent iemand nog een uitdrukking?

Slide 4 - Tekstslide



Wat betekent: Met de kippen op stok gaan?

Slide 5 - Open vraag



Wat betekent: Er was geen kip?

Slide 6 - Open vraag



Wat betekent: Zo nijdig als een spin?

Slide 7 - Open vraag

geen moeite doen
geen duidelijk verhaal hebben
altijd als eerste ergens bij zijn
beginnen aan een vervelende of lastige taak

Slide 8 - Sleepvraag

iets verzinnen
het is nergens fijner dan thuis 
met tegenzin eten
uitbundig vieren

Slide 9 - Sleepvraag

Welk uidrukking zie je hier?
A
De hond in de pan vinden
B
De hond eet alles op
C
De hond aan het aanrecht vinden
D
De hond in de pot vinden

Slide 10 - Quizvraag

Te veel ... op je vork nemen.

Welk woord moet op de puntjes staan?
A
stro
B
hooi
C
eten
D
gras

Slide 11 - Quizvraag



Wat betekent: Met de kippen op stok gaan?

Slide 12 - Open vraag



Wat betekent: Er was geen kip?

Slide 13 - Open vraag



Wat betekent: Zo nijdig als een spin?

Slide 14 - Open vraag

Een slordig iemand zijn
Heel erg rustig zijn
Doen alsof je iets heel erg vind
Een dutje doen
Een sloddervos zijn
Een uiltje knappen
Krokodillen tranen huilen
Zo mak als een schaap 

Slide 15 - Sleepvraag

Beeld een spreekwoord of uitdrukking uit en maak er een foto van.

Slide 16 - Open vraag

FOUTE UITSPRAKEN
In het volgende filmpje gebruikt Fred verschillende spreekwoorden en uitdrukkingen op een verkeerde manier. 

Jij gaat aangeven wat Fred bedoelt. 

Slide 17 - Tekstslide

5

Slide 18 - Video

00:05
Welk spreekwoord bedoelt Fred?
A
Spreken is goed, zwijgen is fout
B
Spreken is goud, zwijgen is zilver
C
Spreken is zilver, zwijgen is goud

Slide 19 - Quizvraag

00:15
Anders had jij nu achter ... gezeten
A
de deur
B
het behang
C
water en vuur
D
slot en grendel

Slide 20 - Quizvraag

00:21
Fred bedoelt: twee handen op een ...
A
buik
B
kruik
C
luik

Slide 21 - Quizvraag

00:27
Fred zegt gebarsten perziken, maar bedoelt ...
A
Gebakken appels
B
Gebakken pruimen
C
Gebakken peren

Slide 22 - Quizvraag

00:32
Nu hebben we de ... aan het dansen
A
muizen
B
beesten
C
poppen
D
moppen

Slide 23 - Quizvraag

Welk spreekwoord of uitdrukking uit deze les kende je nog niet?

Slide 24 - Open vraag

Heb je een vraag over deze les?

Slide 25 - Open vraag

Je bent klaar met deze les!

Slide 26 - Tekstslide