les 1 Planten bekijken

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Planten Bekijken

deze les

lesdoel

theorie

opdrachten maken

lesdoel

• Alle onderdelen (organen) van een plant kunnen benoemen
• kunnen aangeven waar een plant uit bestaat (celonderdelen)

organen van een plant

Bloem

Stengel

Blad

Wortel

De wortel

• zuigt water en mineralen op

• zorgt dat de plant stevig staat

• slaat soms reserve voeding op

(winterpeen)

De stengel

• Houdt de plant overeind

 (hoge planten hebben meer kans op licht)

• zorgt dat het water omhoog komt door buisjes (vaten)
• zorgt dat de voedingsstoffen naar beneden kunnen (vaten)

Onderdelen blad

• steel
• hoofdnerf
• zijnerven
• bladmoes
• bladschijf

Het blad

• Zorgt voor fotosynthese: de plant maakt zelf voedsel

Nerven: vaatjes voor transport en stevigheid

Bladmoes: het groene van het blad, zorgt voor fotosynthese (het maken van zuurstof en glucose)

Huidmondjes: ademen koolstofdioxide in en zuurstof uit.

nerven

hoofd-nerf: in het midden van het blad

zij-nerven: aftakkingen

bladskelet: stevigheid

bladmoes: het zachte blad tussen nerven

bloemen - vruchten - zaden

Voortplantingsorganen, door de aantrekking van de bloem (geur en kleur) komen er insecten op af. Die zorgen dat stuifmeel in de bloem komt.  Zo ontstaan zaden (de pitjes).

opdrachten maken

Maak de opdrachten van 5.1 

Uit welke delen bestaat een plant?

• De organen van planten bestaan uit ontelbaar veel cellen. 
• Een blad bestaat uit vier verschillende cellagen. De cellen in één laag hebben allemaal dezelfde vorm en functie. 
• Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noemen wij een weefsel

Celkern: regelt alles

Vacuole: gevuld met water

Bladgroenkorrel: fotosynthese

Celmembraan: houdt de cel bij elkaar

Celwand: extra stevigheid

Celplasma of Cytoplasma: stroperige vloeistof

plantencel

Plantencel

Hoe werkt dat?

In de cel zit een soort ballon met vocht (vacuole)

Als de plant voldoende water krijgt is deze ballon gevuld.

Dan ontstaat er druk tegen de buitenkant van de cel.

Bij planten zit hier een stevige celwand omheen.

De celwand houdt de cel in de goede vorm.

Door de druk blijft de plant stevig staan.

Als de plant te weinig water krijgt, is de ballon niet goed gevuld en valt de druk weg: de plant hangt slap.