Woensdag 9 december

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Woensdag 9 december

Goedemorgen! Goed geslapen?

Een nieuwe LessonUp staat voor jullie klaar!

De docenten kunnen zien of je aan het werk bent en kunnen jouw antwoorden zien. 

Werk ook elke dag in Disk/InZicht en rekenen!

Succes!

Mevrouw Astrid, meneer Joost en mevrouw Femke

Wat moet ik doen als ik een vraag heb?

Als je een vraag hebt over de lessen, kun je de docenten bellen of een bericht sturen.

Let op! De lesdag begint om 09.00 uur en duurt tot 12.30 uur. Alleen in deze tijd kun je de docenten vragen stellen!

Telefoonnummers

Mevrouw Astrid: 06-42474991

Meneer Joost: 06-13064823

Mevrouw Femke 06-12983683

Belangrijke tips

* Maak de lessen serieus.

* Gebruik geen translate als je

   schrijfopdrachten/zinnen moet maken.

* Vraag hulp van de docent als je het antwoord

   echt niet weet of een andere vraag hebt.

* Werk ook elke dag in Disk. Je kunt de

    docent vragen om een toets of een andere 

    kleur.

* Werk je in In Zicht? Dan is de volgende dia

    belangrijk!

Disk en In Zicht

Disk

Werk elke dag in bronnen en bouwstenen. 

Wil je een toets of een andere kleur? 

Stuur een bericht aan de docent.

In Zicht

Werk zelf door in het boek. 

Het boek kun je ook online 

bekijken.

De chatfunctie

Weet je het nog? Ook vandaag kan je je vraag over de les stellen met de chatfunctie in LessonUp. Kijk naar de foto. Als je bent ingelogd, zie je in de hoek waar je kan chatten. Dit zijn de regels:

• Deze chat is alleen voor vragen over de les;
• Iedereen kan altijd jouw berichten zien;
• Gebruik je de chat voor andere berichten,   dan kan de docent je uit de chat zetten... 
  

Wat ga je doen vandaag?

09.00 - 09.15 uur LessonUp van dinsdag

bekijken. Wat hebben de docenten geschreven?

09.15 - 10.15 uur Werken in LessonUp

10.15 -  10.30 uur Pauze

10.30 - 11.15 uur  Werken in LessonUp

11.15 -   12.00 uur Werken in Disk of In Zicht

12.00 - 12.30 uur Rekenen in je rekenwerkboek (eerst nakijken)

Ben je klaar en wil je meer werk doen? Kijk op de laatste pagina van deze LessonUp!

Woordenschat

We herhalen eerst de woordjes van de afgelopen week.

Daarna leer je nieuwe woorden.

Sleep de woorden naar de foto's

de reflectoren

de fietsverlichting

kwaad

kabaal

Welke situatie is levensgevaarlijk?

1. Je eet brood met kaas.
2. Je loopt door het bos.
3. Je rent over de snelweg.
4. Je doet boodschappen.

Wat betekent het woord:
gemeen

1. dat iemand boos is
2. dat iemand onaardig is
3. dat iemand lief is
4. dat iemand heel leuk is

Wanneer ben je zichtbaar?

1. Als mensen je kunnen horen.
2. Als mensen je kunnen zien.
3. Als mensen je kunnen ruiken.

Wat betekent:
waardeloze

1. iets wat heel goed is
2. iets wat heel leuk is
3. iets wat heel fijn is
4. iets wat helemaal niet leuk is

Wat betekent:
vertrekken

1. ergens komen
2. ergens blijven
3. ergens naar toe gaan
4. ergens weg gaan

Wie is kwetsbaar in de coronatijd?

1. Jonge kinderen
2. Oude mensen
3. Zieke mensen
4. Een jongen/meisje van 19

Woordenschat

Nu leer je 5 nieuwe woorden.

-trots

-de emoji

-de gebruiker

-lichaamstaal

-slaperig

00:44

Welk woord past hierbij?

1. veiligheid
2. kwaad
3. kabaal
4. zichtbaar

00:48

Wat betekent het woord: trots?

1. Je bent verdrietig.
2. Je bent blij met jezelf.
3. Je bent verliefd.
4. Je bent heel boos.

01:24

Wat betekent het woord: de emoji?

1. Een kleine afbeelding in chatberichten
2. Een ander woord voor emotie
3. Een Japanse foto
4. Een beeldnummer

02:04

Wat betekent het woord:
de gebruiker?

1. Een bedrijf
2. Iemand die een emoji bedenkt
3. Iemand die een telefoon gebruikt
4. Iemand die een computer heeft

04:36

Wat betekent het woord: lichaamstaal?

1. Communiceren (=praten) met emoji's
2. Je gezicht veranderen
3. Bellen met je telefoon
4. Communiceren (=praten) met je lijf

05:55

Wat betekent het woord: slaperig?

1. Dat je moe bent en wil slapen
2. Dat je geen zin hebt
3. Dat je ziek bent
4. Dat je moet huilen

Schrijf 1 zin met deze 2 woorden:
trots + de emoji

Schrijf 1 zin met deze 2 woorden:
slaperig + lichaamstaal

Schrijf 1 zin met deze 2 woorden:
gebruiker + moet

Lezen

Lees de tekst op de volgende bladzijde.

Beantwoord daarna de vragen.

 Te laat!

Job heeft moeite met opstaan. Wel drie keer drukt hij op zijn wekker. Zelfs daarna wil hij nog niet opstaan. Kom op, eerst één been buiten het bed, en daarna het tweede. Maar ligt hij nog steeds op zijn rug. Met gesloten ogen rolt hij zich op zijn zij. Dan staat hij kreunend op.

In zijn onderbroek sloft hij daarna naar de badkamer. Ook de frisse straal van de douche kan hem niet helemaal wakker maken. Hij kleedt zich aan en gaat in de keuken ontbijten. Zelfs het kauwen van zijn brood kost hem moeite. Pas dan kijkt hij op de klok en ziet dat hij moet opschieten. Hij neemt nog een grote slok thee. Dan trekt hij zijn jas aan en gaat de deur uit. O jee, hij heeft zijn sleutels in huis laten liggen. Wat nu?

Gelukkig heeft hij een sleutel bij de buren liggen. Zij zijn al op en geven hem lachend de reservesleutel. Hij bedankt ze en gaat snel zijn sleutels pakken. Nu kan hij zijn auto in en naar zijn werk vertrekken. Maar hij komt wel te laat. Gelukkig kan hij zeggen dat hij zijn sleutels is vergeten. Dan hoeft hij niet te zeggen dat hij eigenlijk een luilak is!

Job doet veel in de ochtend. Wat doet hij eerst (1)? En wat doet hij daarna (2)? Zet in de goede volgorde.

1

2

3

4

Job zet de wekker uit.

Job gaat naar de buren.

Job staat onder de douche.

Job komt op zijn werk.

Job vindt op tijd komen niet makkelijk. Je schrijft een briefje naar Job. Vertel hem wat hij moet veranderen, zodat hij op tijd komt.
Begin met 'Beste Job'. Sluit af met groeten en jouw naam.

Pauze!

Pak iets te drinken.

Wat voor drinken heb je gepakt?

Schrijf hieronder jouw adres:
straat, huisnummer, postcode, woonplaats

Waar of niet waar:
de meeste kinderen krijgen een waarschuwing.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar:
kinderen begrijpen dat straffen soms moet.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar:
kinderen slaan werkt niet.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar:
in Nederland mag je kinderen niet slaan.

1. Waar
2. Niet waar

Waarom moest de jongen de Xbox kapot maken?

1. Hij was stout geweest.
2. Hij haalde slechte cijfers.
3. Hij had gerookt.

Waar of niet waar:
je mag nooit filmpjes op YouTube zetten van kinderen die straf krijgen

1. Waar
2. Niet waar

Er is een nieuwe leerling op school. Zij wil weten wat de 5 belangrijkste regels op school zijn.
Schrijf die 5 regels hieronder. Gebruik het woord 'moet' of 'mag niet'.

Klaar?

En is het nog niet 12.30u? Doe dan oefeningen op:

Nederlands oefenen:

http://www.2bdutch.nl/

https://oefenen.nl/

www.nt2taalmenu.nl

https://sites.google.com/derobbert.be/anderstaligen/

Engels oefenen: https://www.lingohut.com/nl/l1/leer-engels

De les was

1. makkelijk
2. soms makkelijk, soms moeilijk
3. moeilijk
4. leuk